Klarinet/Klank
< Klarinet
Tips om de klank van je klarinet te verbeteren, naast een goed mondstuk en goed rietje natuurlijk:
- Houd je hoofd rechtop, buig je hoofd niet naar beneden buigen om je vingers te bekijken.
- Probeer de juiste hoek te vinden om de klarinet te bespelen. Speel bijvoorbeeld een hoge C en varieer de hoek, totdat de klank het mooiste is. De hoek varieert van persoon tot persoon.
- Houd het mondstuk dieper in de mond. Probeer verschillende posities. Als de klarinet gaat piepen is het mondstuk nét te diep, blijf niet voor dat punt. Probeer dit terwijl je de open G speelt. Hiermee wordt bereikt dat het riet langer vrij is en beter kan trillen.
- Probeer een riet met een grotere stijfheid. Als je embouchure sterker wordt en je beter kan blazen, ben je toe aan een stijver rietje. Je kan ook proberen het riet hoger te plaatsen op het mondstuk.
- Varieer met de druk van de onderlip tegen het riet
- Varieer met de mate van omkrullen van de onderlip over de ondertanden
- Bij lage tonen is een grotere mondholte nodig voor een betere klank. Vorm de klinker "o" bij de lagen tonen, dan eu, oe, u en i bij de hoogste tonen.
- De exacte positie van het rietje, schuif iets naar boven of naar beneden. Zelfs iets schuin plaatsen kan de klank verbeteren. Het gaat daarbij om tienden van millimeters.
- Soms heeft de positie van de rietbinder effect.