Maatschappijleer/De religieuze beleving van moslims in Nederland
Hoe wordt de islam beleefd en beleden in Nederland?
Handleiding
bewerkenDeze les over de beleving van de islam onder mensen met een islamitische achtergrond is gebaseerd op de publicatie De religieuze beleving van moslims in Nederland (7 juni 2018). Tijdens de les gaan de leerlingen een deel van de gegeven informatie eerst zelfstandig verwerken en vervolgens in drietallen.
Alle informatie over deze les is op deze pagina te vinden.
Overzicht van de les
bewerkenvanaf 15 jaar (bovenbouw vo en mbo) | klassikaal, individueel en in groepen van vier | 50 minuten
min | onderdeel | leerlingen | leerkracht | werkvorm | materialen |
---|---|---|---|---|---|
0 | entree | binnenkomst | ontvangen, begroeten | busopstelling | digibord: aandachtsrichter |
2 | warming-up en afspraken | luisteren (naar elkaar), meedenken, afwegen, beoordelen, vergelijken, stelling innemen en beargumenteren | instructie, begeleiden en bespreken | klassikaal | digibord: afspraken & stelling |
6 | tussenevaluatie | beoordelen, reflecteren en beargumenteren | begeleiden, bespreken, beoordelen en opnieuw afspraken maken | klassikaal | digibord: afspraken |
10 | inleiding | luisteren, meedenken, vragen stellen | vertellen, klassengesprek | klassengesprek | digibord: inleiding |
15 | Analyse tabel (kern) | meekijken, volgen, vergelijken, ingaan op vragen, vragen stellen | vertellen, bevragen, brug maken | onderwijsleergesprek | digibord: tabel scp |
22 | opdracht uitleggen | volgen, vragen stellen | instructie, terug vragen, opstarten, checken (wie welke tekst heeft) | klassikaal | digibord: opdracht |
25 | opdracht fase 1 | in stilte werken aan de opdracht, vragen stellen | rondlopen, motiveren, bevragen | zelfstandig | |
35 | opdracht fase 2 | in goed overleg werken aan de opdracht, vragen stellen | rondlopen, motiveren, bevragen | in drietallen | |
45 | evaluatie | luisteren, meedenken, stelling innemen en beargumenteren | lesdoelen bespreken | klassikaal | digibord: evaluatie |
50 | einde | verlaten lokaal | dank voor de aandacht |
Lesdoelen en voorbereiding
bewerkenAan het einde van de les kunnen de leerlingen:
- rekening houden met voorwaarden voor een open/veilig gesprek over gevoelige onderwerpen;
- kenmerken noemen van de islam (in Nederland);
- voorbeelden geven van hoe de islam onder moslims beleefd wordt in Nederland;
- beargumenteren wat er te zeggen valt over de betrouwbaarheid van de gebruikte gegevens;
Tijdens de les werken de leerlingen aan:
- cognitieve vaardigheden: analyseren, structureren, relaties leggen en schematiseren
- informatie verwerking: analyseren, interpreteren, ordenen, vergelijken
- gespreksvaardigheden: overleggen, bediscussiëren, luisteren, benoemen, beschrijven en beargumenteren
Centrale begrippen | Specifieke vaardigheden |
---|---|
pluriforme samenleving, cultuur, diversiteit, (sociale) identiteit, individualisering, migratie, integratie, | cijfermateriaal interpreteren, argumenten geven voor- en tegen, keuzes maken, van perspectief wisselen |
Benodigdheden voor de les:
- digibord of beamer en evt. whiteboard
- lokaal waar leerlingen in drietallen kunnen werken
- voorkennis over de publicatie Huijnk, W. (2018). De religieuze beleving van moslims in Nederland (Diversiteit en verandering in beeld).
- Voor elke leerling een afdruk van één van de volgende documenten (evenredig over de leerlingen verdeeld):
Kader 1.1: Achtergronden van moslims in Nederland
Kader 2.1: Kern van de islam en stromingen
Kader 2.2: Moskeeën in Nederland
Lesverloop
bewerkenEntree
bewerkenDe leerlingen leveren bij binnenkomst de telefoon in (telefoonbak) en gaan zitten voor de start van de les. De aandachtsrichter staat op het digibord/scherm.
Warming-up en afspraken
bewerkenBij de stelling "De moskee hoort net zo goed in het Haagse straatbeeld thuis als de kerk." en de rest van de les worden eerst afspraken gemaakt over een veilig klassenklimaat. "We geven les met de bedoeling dat leerlingen er iets van leren. Maar er moet wel eerst een context worden gecreëerd om ervoor te zorgen dat er geleerd kan worden." - (Olgers et al. 2010, p145). Dit gebeurt aan de hand van een schema/tabel wat samen met de leerlingen wordt ingevuld. Als de leerlingen zelf met onvoldoende voorbeelden komen kan de leerkracht de volgende suggesties doen:
Waar let je zelf op? | Waarin geef je anderen ruimte? |
---|---|
Bijvoorbeeld: Ik ga rustig en genuanceerd spreken. Ik formuleer mijn opvattingen positief. |
Bijvoorbeeld: Ik laat de ander uitspreken. Ik laat de ander in zijn/haar waarde. |
Vervolgens wordt de stelling besproken. Belangrijk is dat leerlingen hun standpunten duidelijk (kunnen) uitleggen en dat er argumenten gegeven worden op basis van feiten of eigen ervaringen.
Tussenevaluatie
bewerkenTerug naar de tabel met afspraken: wat ging er goed? Wat kan beter? (voor de rest van de les). En zijn er nog onduidelijkheden of vragen?
Inleiding
bewerkenDe leerkracht vertelt dat we straks gaan kijken naar onderzoeksgegevens van een recent rapport van het scp. Dit gaat over hoe de islam beleefd word door moslims in Nederland. Deze onderzoeken zijn heel uitgebreid en vaak lastig te lezen daarom pikken we er maar een paar specifieke stukken uit. Maar wat weet je al van de Islam? In de dia staat al een aantal trefwoorden/categorieën. De leerkracht reageert op vingers of wijst leerlingen aan. Aan bod komen bijvoorbeeld:
- Oorsprong: midden-oosten (vroeger), Herkomst Nederlandse moslims: Marokko, Turkije, Syrië, Afghanistan, Somalië, Irak, Suriname, etc.
- Grondslag: Een enkele god (Allah), onderwerping, Koran, Hadith.
- Ideologie: God openbaart zich de schepping, leven volgens koran, profeet Mohammed.
- Cultuur en gebruiken: vijf zuilen, vasten, Mekka, moskee, bidden.
- Stromingen: Soennisme (Hadith: gewoonten Mohammed), Sjiisme (Iran), Soefisme, Koranisme.
Voorbeeld
bewerkenOp het scherm is een tabel te zien. De leerkracht vertelt alleen waar de tabel vandaan komt en waarvoor deze dient.
Dan volgt een onderwijsleergesprek van ongeveer acht minuten. Dit een opstapje voor de tekst die de leerlingen straks gaan lezen en exemplarisch voor de bespreking die later volgt in de groepjes.
Uitwerking van het onderwijsleergesprek:
Type leeractiviteit | Voorbeelden van vragen |
---|---|
1. Verkennen | 1. Waar gaat de tabel over? 2. Van wanneer zijn de gegevens? 3. Hoe zouden de gegevens verzameld zijn? |
2. Begrijpen | 1. Waarom is voor deze vragen gekozen? 2. Wat is het verschil tussen kenmerken en houdingen? Herken je dit in de tabel? 3. Wat was het belang van halal eten? 4. Hoe zit het precies met de ramadan? |
3. Integreren/reflecteren | 1. Geldt een aantal uitspraken ook voor christenen, joden of hindoeisten, etc, denk je? En boeddhisten? 2. Waarom zijn juist deze groepen moslims gekozen? 3. In hoeverre kunnen we aannemen dat deze gegevens kloppen? Wat zijn mogelijke problemen? |
4. Toepassen/analyseren | 1. Kun je iets afleiden uit de verschillen tussen Turkse en Marokkaanse moslims? Wat valt op? 2. Waar zouden de grote verschillen tussen Surinaamse moslims en de overige drie groepen mee te maken hebben? 3. Zegt deze tabel iets over de ontwikkeling van de islam onder groepen in Nederland? (waarom niet?) |
Opdracht fase 1 (8-10 min.)
bewerkenDe leerlingen gebruiken nu hun tekst (kader) om een aantal opdrachten te maken. Dit is een lastige (droge) tekst met veel informatie waarop gereflecteerd moet worden: welke kenmerken uit de islam en van moslims komen hier naar voren en wat zegt dit over hoe het geloof beleefd wordt? Leerlingen die eerder klaar zijn lezen in hun leesboek of lesboek.
Opdracht fase 2 (8-10 min.)
bewerkenLeerlingen staan op en gaan met twee anderen om tafel zitten zodat alle drie de kaders vertegenwoordigd zijn. Vervolgens wordt de rest van de opdracht gemaakt. Belangrijk is dat er goed overlegd wordt en dat de tijd wordt benut.
Evaluatie
bewerkenDe evaluatie bestaat in de eerst plaats uit het bespreken van de voornemens ten aanzien van een veilig klassenklimaat. Vervolgens wordt er naar de inhoudelijke vragen gekeken: belangrijke kenmerken van de islam en de wijze waarop deze beleefd wordt in Nederland. Kunnen leerlingen die niet thuis zijn in de islam zich hiervan een voorstelling maken? Welke waarden, normen en gewoonten spelen een rol? Met welke dilemma's hebben moslims in Nederland vooral te maken?
Verantwoording: wat wordt hier geleerd?
bewerkenDoelen
bewerkenDe lesdoelen sluiten (ten dele) aan bij de volgende examendoelen in de bovenbouw van het vo en competenties in het mbo:
- basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken, informatie verwerven en verwerken;
- (met betrekking tot een maatschappelijk vraagstuk) een standpunt innemen en hier argumenten voor geven;
- beschrijven hoe mensen bij het vormen van hun meningen beïnvloed worden door selectie van informatie.
Daarnaast wordt een aantal kritische denkvaardigheden aangesproken:
- informatie (-bronnen) op waarde weten te schatten;
- het perspectief van anderen kunnen innemen;
- kunnen nadenken over hoe eigen opvattingen, beslissingen en handelingen tot stand komen.
Lesinhoud
bewerkenDe lesinhoud is vooral bedoeld om een beeld neer te zetten van groepen met een islamitische achtergrond zonder al te veel in te gaan op de maatschappelijke discussie rondom de islam. De focus ligt op het soort informatie, hoe deze vergaard is en wat dit betrouwbaar maakt. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij zich richten op de historische, culturele en sociale aspecten van moslims in Nederland en vooral kijken of het gegeven bronmateriaal feitelijk klopt en of hieruit iets af te leiden valt ten aanzien van de religieuze beleving van Moslims in Nederland.
Daarnaast is het een soort opfriscursus waarbij een aantal aspecten van de Islam voorbij komen waar de meeste niet-moslims wel eens van gehoord hebben maar vaak niet precies weten hoe het nu zit. In de verschillende lesonderdelen is ruimte om deze vragen te stellen en hierover in gesprek te gaan.
Werkvorm
bewerkenDe les is aanvankelijk leerkracht gestuurd en tot en na het onderwijsleergesprek gaan leerlingen zelfstandig aan het werk. Hierbij wordt een groot beroep gedaan op hun taalvaardigheid (een begrippenlijst is hierbij een zinvolle toevoeging). Bij de uitwisseling in groepjes moet er efficient worden overlegd om binnen de gegeven tijd te blijven. Dit kan de leerkracht deels monitoren door rond te lopen en terug te vragen.
Bij de werkvorm werken de leerlingen eerst zelfstandig en later in een groepje: een variatie op de expert-methode.
Werkvormen en literatuur
bewerkenIn deze les is in elk geval ruimte voor twee leerstijlen zoals deze door Kolb worden geschetst (van der Veen & van der Wal 2008, p41-43; Olgers et al. 2010, p131-132). Die van de denkers (combineren reflectief observeren met abstract denken/conceptualiseren: willen graag redeneren en zelfstandig werken). Namelijk in onderdeel 1 van de leesopdracht waarbij de geactiveerde kennis wordt ingezet voor een stuk tekstanalyse. En die van de beslissers (combineren een voorkeur voor abstract conceptualiseren en actief experimenteren: willen probleemoplossend, deductief werken). Namelijk in de daaropvolgende opdracht waarbij de opgedane kennis vergeleken en gecombineerd moet worden (bij dit onderdeel is het wellicht ook handig om beslissers in het groepje te hebben).
Overall kan worden beargumenteerd dat in de opeenvolging van lesonderdelen sprake is van een zekere mate van Guided Discovery (van der Veen & van der Wal 2008, p82-86). De leerlingen worden eerst bekend gemaakt met het onderwerp door begrippen en principes ten aanzien van de islam te verkennen, vervolgens wordt er ingezoomd op onderzoeksresultaten (de tabel) en gekeken of leerlingen hiermee uit de voeten kunnen en ten slotte gaan zij zelfstandig en met elkaar (in groepjes van drie) analyserend en reflectief aan het werk. In de evaluatie wordt tenslotte terug gekeken op de behandelde stof opnieuw gereflecteerd op het eigen handelen en de betrouwbaarheid van de gebruikte gegevens.
Bijlagen en bronnen
bewerken- https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2018/De_religieuze_beleving_van_moslims_in_Nederland
- van der Veen, T., & Van Der Wal, J. (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Wolters-Noordhoff.
- Olgers, A. A. J., van Otterdijk, R., Ruijs, G., de Kievid, J., Meijs, L., Ramkema, H., & Gelinck, C. (2014). Handboek vakdidactiek maatschappijleer. Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken
Lesinhoud
bewerkenAandachtsrichter & stelling
bewerkenStelling: de moskee hoort net zo goed in het Haagse straatbeeld thuis als de kerk.
Afspraken over discussie en bespreking van dit onderwerp
bewerkenVoor een veilig klassenklimaat...
Waar let je zelf op? |
Waarin geef je anderen ruimte? |
Bijvoorbeeld: Ik ga rustig spreken en let op mijn woordkeus.
|
Bijvoorbeeld: Ik laat de ander laten uitspreken.
|
Evaluatie: overleg, kenmerken, beleving en betrouwbaarheid
bewerkenHoe werd er overlegd? Is er aan de afspraken gehouden? Wat ging goed en waar moet in het vervolg op gelet worden?
Welke kenmerken kwamen naar voren? Wat viel hierbij op en hoe zou dit komen?
Wat valt er te zeggen over de beleving van de islam onder moslims? Waar heeft dit (vooral) mee te maken?
Hoe zit het met de betrouwbaarheid van de bronteksten? Waar komt dit door?