Manifest van de angst/Hoofdstuk3 Communistisch manifest
« Een spook waart door Europa - het spook van het communisme. Alle machten van het oude Europa hebben zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden, de paus en de tsaar, Metternich en Guizot, Franse radicalen en Duitse politiemannen. » | |
(Engels & Marx)
|
Angst voor het proletariaat
bewerkenOp 7 februari 1845 richt een vluchteling met de naam Karl Marx -net uit Frankrijk gebannen- een verzoek aan de koning der Belgen Leopold. Het kleine jonge België, nauwelijks vijftien jaar oud, was een eiland van vorstelijke welwillendheid in een zee van onderdrukkende monarchieën, aldus Mary Gabriel in haar 'Liefde en kapitaal'.[1]
- “Sire, Ondergetekende, Charles Marx, doctor in de filosofie, 26 jaar oud, herkomstig van Trier in het koninkrijk Pruisen, wenst zich met zijn vrouw en kind in het grondgebied van Uwe Majesteit te vestigen, en neemt daarom eerbiedig de vrijheid U te smeken hem goedgunstig de toelating te willen verlenen om zijn domicilie in België te vestigen.”
Karl Marx schrijf de vorst twee brieven en belooft op zijn erewoord geen politiek werk te publiceren.
België met zijn meest liberale grondwet ter wereld ontvangt Marx niet zomaar. De administrateur generaal van de staatsveiligheid, baron Alexis Hody houdt hem nauwlettend in het oog.[2] De autoriteiten in België zijn dankzij de Fransen op de hoogte van deze Pruisische agitator. Van de Parijse politie ontvangt de burgemeester van Brussel een brief: "Mocht u ter kennis komen dat hij zijn woord heeft gebroken en enige handeling onderneemt die schadelijk is voor de Pruisische regering, onze buur en bondgenoot, dan verzoek ik u mij dit onverwijld te melden."[3]
De verdachtmaking was terecht. Drie jaar later werkt Marx samen met Friedrich Engels het meest revolutionaire geschrift van de negentiende eeuw af. Het manuscript zal bekend worden als het Communistisch manifest. Bij de publicatie is er in de geboortestreek van Marx geen sprake van industrialisatie. Beiden bestuderen de pijnlijke transformatie van agrarische naar industriële samenleving vanuit een buitenwijk van de Belgische hoofdstad en sturen hun document in januari 1848 naar Londen, de industriële symboolstad bij uitstek. Ze hebben lang nagedacht over hun openingszin. Ze klinkt spannend, en ze ademt de sfeer van Mary Shelley’s Frankenstein.[4] “Een spook waart door Europa – het spook van het communisme.” Engels en Marx verzenden geen roman, maar een handgeschreven manifest. Het pamflet is bedoeld als programma voor een arbeiderspartij en bereikt in het begin van het crisis- en revolutiejaar 1848 een petieterig drukkerijtje in Liverpool Street. Voor de eerste oplage vol zetfouten – net zoals de eerste druk van dit manifest van de angst trouwens - volstaan duizend exemplaren. Het clandestiene document zal zich als revolutionaire geloofsbrief door Europa verspreiden.
Marx wordt in maart 1848 uit België verbannen. In Nederland wijst de hoogleraar P. Hofstede de Groot intussen op het ontstaan van “menslievende verenigingen.” Hofstede de Groot wil niet uit menslievendheid de opkomende arbeidersklasse en de hulpbehoevenden beïnvloeden, hij wil hen politiek en sociaal onmondig houden om “den oorlog die dreigt uit te barsten van de armen tegen de rijken te verhoeden.”[5] De heersende groepen vrezen dat de arbeidersklasse haar vrijheid zou misbruiken. Hofstede de Groot is niet de enige die het opmerkt. Alexis De Tocqueville doet een gelijkaardige uitspraak:
- "Ik krijg te horen dat er geen gevaar is omdat er geen rellen zijn; ik krijg te horen dat er geen revolutie op handen is omdat er geen onrust zichtbaar is aan de oppervlakte van de samenleving. Heren, sta me toe op te merken dat u zich vergist."
Het is de teneur van de eeuw.
Of om het met Marx' en Engels' slotwoorden van het manifest te zeggen: "Dat de heersende klassen sidderen voor een communistische revolutie! De proletariërs hebben daarbij niets te verliezen dan hun ketenen. Zij hebben een wereld te winnen. Proletariërs aller landen, verenigt U!"
Agrarische machtspiramide
bewerkenDuitsland – in de literatuur bekend als het land dat te laat kwam – industrialiseert na 1870 gigantisch snel. Zo gezwind dat de pas verenigde staat niet de tijd heeft om zich te modelleren naar het panoptisme. Onder leiding van Otto von Bismarck blijft de feodaal agrarische machtspiramide het machtsmodel.[6] De Frans-Duitse oorlog levert het land een buit die het bankwezen doet bloeien en het keizerrijk de evenknie van Engeland maakt. Aan de vooravond van 1914 overtreft de Duitse productie de Engelse. Het absolute gezag van de Pruisische koning-keizer en de rijkskanselier als topambtenaar beperken partijpolitieke invloeden en militariseren de maatschappij. Militaire termen doen hun intrede in het bedrijfsleven: investeringscampagnes, strategische visie, resultaatsanalyse. Max Weber ziet dit als jonge man met gemengde gevoelens tegemoet en is er de kroniekschrijver van. In de Weberiaanse machtspiramide hebben gezag en controle een andere aard dan in het panopticum van Bentham.[7] Hoe hoger in de hiërarchie, hoe minder mensen iets te zeggen hebben. Hoe dieper, hoe machtelozer, met helemaal onderaan de kerker, de lijfstraf en de repressie. Als in een legerstructuur krijgt in het laat negentiende-eeuwse Duitsland iedereen een vaste plaats en bij elke plaats hoort een taakomschrijving.[8] In de piramide functioneer je door enkel te doen wat je is voorgeschreven. In het liberale model van Adam Smith ben je succesvol door meer te doen dan verwacht. Het militaire model straft als je je boekje te buiten gaat. De communicatie in het panoptisch model is rechtstreeks, in een piramide veranderen bevelen naarmate ze afdalen: het bevel van de generaal, past de staf aan en vertaalt het bevel in praktische uitvoeringbesluiten. Op het slagveld proberen sergeants, korporaals en soldaten er op hun beurt iets zinnigs van te maken. Allen gehoorzamen én interpreteren. Hoe groter het leger, hoe meer interpretatie.
Voetnoten
bewerken- ↑ GABRIEL M. Liefe en kapitaal. Karl en Jenny Marx en de geboorte van een revolutie. Bert Bakker, Amsterdam, 2012, p. 164.
- ↑ In 2005 viert de Veiligheid van de Staat haar 175ste verjaardag met de tentoonstelling, "Undercover" in het Rijksarchief en de publicatie van PONSAERS P., COOLS M., DASSEN K. &, LIBERT R. De Staatsveiligheid: essays over 175 jaar Veiligheid van de Staat, Politeia, Brussel, 2005. Op hetzelfde moment is de opleiding Bachelor in de Maatschappelijke Veiligheid één jaar jong en bezoekt met collega's uit Nederland de tentoonstelling die indruk maakt, des te meer omdat leden van de Staatsveiligheid deskundig rondleiden.
- ↑ RADDATZ F.J. Karl Marx: A Political Biography. Little, Boston, 1978. Geciteerd in: GABRIEL M. Liefe en kapitaal. Karl en Jenny Marx en de geboorte van een revolutie. Bert Bakker, Amsterdam, 2012, p. 165.
- ↑ Of Marx of Engels het werk kennen, is niet geweten. Mary Wollstonecraft Shelley is achttien als ze Frankenstein schrijft. De kritieken in 1818 zijn slecht maar het werk vindt de weg naar het theater waar het verhaal uitgroeit tot symbool van de menselijke onmacht tegenover de industrie. Tot op heden brengt men Frankenstein in verband met het klonen en genetica.
- ↑ Geciteerd in: ACHTERHUIS H. De markt van welzijn en geluk. Een kritiek van de andragogie, Ambo, Baarn, 1982, p. 142; MICHIELSE H. De burger als andragoog. Een geschiedenis van 125 jaar welzijnswerk, Meppel, Boom, 1977, pp. 11-38.
- ↑ Begin negentiende eeuw is de regio één van de armste in Europa. In 1830 woont tachtig procent van de bevolking landelijk, in 1895 is dit twintig procent. Berlijn telt in 1848 geen half miljoen inwoners. In 1914 is het een wereldstad. In 1861 werken 50.000 Duitsers in de machinebouw, in 1900 is dit een twaalfvoud. In de chemie is het aantal arbeiders vertwintigvoudigd. De kolenproductie loopt van 1875 tot 1900 op van 34 tot 150 miljoen ton.
- ↑ SENNETT R. De cultuur van het nieuwe kapitalisme. Meulenhof, Amsterdam, 2007.
- ↑ Het Franse en het Engelse nationale eenwordingsproces resulteert in de negentiende eeuwin een fundamenteel andere staat dan Duitsland. Het Pruisische leger is het efficiëntste leger ter wereld, dankzij haar strakke hiërarchie. Terwijl veel Europese legers officierenposities verkopen, ongeacht hun kwaliteit, en soldaten slecht opleiden, regelt Pruisen de zaken goed.
Navigatie
bewerken- Terug naar de inleiding
- Terug naar het vorige hoofdstuk: Hoofdstuk 2. Een eeuw vol geweld
- Naar het volgende hoofdstuk: Hoofdstuk 4. Het futuristisch manifest