Een Grieks werkwoord heeft drie stammen die aangeven wat het aspect (zie [1]) is.


De eerste stam bewerken

Het onvoltooid aspect is in een werkwoordsvorm te herkennen door het gebruik van de eerste stam. Deze stam wordt ook wel presensstam genoemd omdat het de stam is die ook voor de tegenwoordige tijd (presens) gebruikt wordt.

Vermits een Grieks werkwoord in het woordenboek steeds onder de eerste persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd te vinden is, kan je de eerste stam dus steeds in het woordenboek terugvinden.


Er gelden volgende regels:

  • als de woordenboekvorm op -άω eindigt, dan behoort het werkwoord tot de tweede vervoeging en vinden we de stam door deze beide letters te laten vallen:
μιλάω   →   μιλ-   "spreken"
(De werkwoorden φιλάω "bewaken" en σκάω "barsten" behoren echter tot de eerste vervoeging B.)
  • als de woordenboekvorm op -ώ eindigt, dan behoort het werkwoord eveneens tot de tweede vervoeging en vinden we de stam door deze letter te laten vallen:
μισώ   →   μισ-   "haten"
  • de werkwoorden van de eerste vervoeging B eindigen op een klinker + ω maar eigenlijk is er een γ verdwenen, dus:
ακούω   →   ακούγ-   "hοren"
  • alle overige gewone werkwoorden eindigen op -ω (die van de eerste vervoeging A dus), je vindt de eerste stam door deze eind-ω te laten vallen:
χάνω   →   χάν-   "verliezen"


Er zijn ook werkwoorden waarvan de vorm in het woordenboek niet op een ω eindigt, je vindt ze op de pagina over deponente werkwoorden.


De tweede stam of aoriststam bewerken

De vorming van deze stam is een van de moeilijkste stappen die je moet zetten bij het leren van Nieuwgrieks en dit om twee redenen: er zijn veel regeltjes en er zijn veel onregelmatigheden bij de vorming van deze stam. In elk goed woordenboek zal je dan normaal ook na elk werkwoord de tweede stam aangegeven zien.


Het voornaamste kenmerk waaraan je deze tweede stam herkent is dat hij eindigt op -σ, -ψ of -ξ. Er zijn natuurlijk hierbij ook weer een aantal uitzonderingen, zulke tweede stammen noemen we asigmatische tweede stammen. De meeste zijn onregelmatig en worden dus op de pagina over de onregelmatige werkwoorden besproken.


Bij de regelmatige tweede stam onderscheiden we daarom drie groepen bij de werkwoorden van de eerste vervoeging (eindigend op -ω):

1. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -ζ of -ν. In sommige gevallen kan de eerste stam ook eindigen op een klinker, -θ, -σ of -τ.
Bij de stammen op een klinker voegen we een extra -σ toe, bij de andere vervangen we deze laatste medeklinker door een -σ:
ελπλίζω   →   ελπισ-   "hopen"
λύνω   →   λυσ-   "losmaken"
ιδρύω   →   ιδρυσ-   "oprichten"
πλάθω   →   πλασ-   "vormen"
αρέσω   →   αρεσ-   "bevallen, leuk vinden"
θέτω   →   θεσ-   "plaatsen"
Werkwoorden op -έω hebben echter een tweede stam op -ευσ:
πλέω   →   πλευσ-   "drijven"
2. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -β, -φ of -ευ. In sommige gevallen kan de eerste stam ook eindigen op -π, -αυ of -φτ/-πτ.
Bij de stammen op -αυ of -ευ vervangen we de -υ door -ψ, bij de andere vervangen we deze laatste medeklinker(s) door een -ψ (er zijn echter ook een aantal van deze stammen die een extra -σ krijgen, zie ook Lastige aoriststammen):
ανάβω   →   αναψ-   "aansteken"
γράφω   →   γραψ-   "schrijven"
παντρεύω   →   παντρεψ-   "huwen"
λείπω   →   λειψ-   "ontbreken"
παύω   →   παψ-   "ophouden"
βλάφτω/βλάπτω   →   βλαψ-   "plaatsen"
3. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -γ, -κ, -χ (en ook op de aanverwante -χν, -σκ, -γγ, -ττ of -σσ). De meerderheid van de werkwoorden uit deze groep eindigen echter op -ζω; deze werkwoorden moeten bijgevolg uit het hoofd geleerd worden (want de meeste werkwoorden op -ζω krijgen een -σ in de tweede stam, zie ook Lastige aoriststammen).
We vervangen deze laatste medeklinker(s) door een -ξ:
ανοίγω   →   ανοιξ-   "openen"
πλέκω   →   πλεξ-   "vlechten"
βήχω   →   βηξ-   "hoesten"
ψάχνω   →   ψαξ-   "zoeken"
τινάζω   →   τιναξ-   "schudden"


De werkwoorden van de tweede vervoeging zijn een stuk gemakkelijker want ze vormen alle de tweede stam door -ησ aan de eerste stam toe te voegen:

μιλάω   →   μιλησ-   "spreken"
μισώ   →   μισησ-   "haten"


Asigmatische tweede stammen bewerken

Bij de regelmatige asigmatische tweede stammen zijn er twee belangrijke types:

1. Werkwoorden met identieke eerste en tweede stam:
De stammen eindigen meestal op -ρ, -μ of -ν.
ξέρω   →   ξερ-   "weten"
τρέμω   →   τρεμ-   "bibberen"
κάνω   →   καν-   "maken, doen"
De werkwoorden op -ύνω zijn alle van deze vorm.
Bij werkwoorden op -άρω zijn er zowel met twee gelijke stammen (een overzicht van deze vind je op de pagina lastige aoriststammen), als met tweede stam op -αρισ (deze laatste zijn natuurlijk niet asigmatisch).
2. Werkwoorden op -αίνω
De tweede stam eindigt op -αν of -υν, bvb.
ζεσταίνω   →   ζεσταν-   "opwarmen, verhitten"
βαθαίνω   →   βαθυν-   "uitdiepen"
(Een overzicht van de werkwoorden met een tweede stam op -υν vind je op de pagina over lastige aoriststammen.)
Er is nog een derde groep van deze werkwoorden, ze hebben echter een tweede stam die op deze van de tweede vervoeging gelijkt en die dus niet asigmatisch is:
ανασταίνω   →   αναστησ-   "opwekken"
αρρωσταίνω   →   αρρωστησ-   "ziek maken"
βλασταίνω   →   βλαστησ-   "ontspruiten"
ολισθαίνω   →   ολισθησ-   "slippen"
προφταίνω   →   προφτασ-   "voorzien"
σωπαίνω   →   σωπασ-   "zwijgen"
χορταίνω   →   χορτασ-   "verzadigen"


De derde stam bewerken

De derde stam is de medio-passieve versie van de tweede stam. Om hem te vormen vertrekken we van de indeling die we voor de tweede stam gemaakt hebben:

1a. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -ν; en ook de weinige werkwoorden waarvan de eerste stam op een klinker eindigt.
We vervangen de -σ van de tweede stam door -θ:
λύνω   →   λυσ-   →   λυθ-   "losmaken"
ιδρύω   →   ιδρυσ-   →   ιδρυθ-   "oprichten"
1b. de werkwoorden met een tweede stam op σ waarvan de eerste stam eindigt op -ζ; en ook de weinige werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -θ of -σ.
We voegen aan de tweede stam een extra -τ toe:
ελπλίζω   →   ελπισ-   →   ελπιστ-   "hopen"
πλάθω   →   πλασ-   →   πλαστ-   "vormen"
αρέσω   →   αρεσ-   →   αρεστ-   "bevallen, leuk vinden"
2a. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -β of -φ; en ook de weinige werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -π of -φτ/-πτ.
De -ψ van de tweede stam wordt -φτ:
ανάβω   →   αναψ-   →   αναφτ-   "aansteken"
γράφω   →   γραψ-   →   γραφτ-   "schrijven"
λείπω   →   λειψ-   →   λειφτ-   "ontbreken"
βλάφτω/βλάπτω   →   βλαψ-   →   βλαφτ-   "plaatsen"
2b. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -ευ; en ook de weinige werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -αυ.
We voegen -τ toe aan de eerste stam:
παντρεύω   →   παντρευτ-   "huwen"
παύω   →   παυτ-   "ophouden"
3. de werkwoorden waarvan de eerste stam eindigt op -γ, -κ, -χ, -χν of -σσ; en ook de werkwoorden op -ζ met een -ξ in de tweede stam.
We vervangen de -ξ door -χτ:
ανοίγω   →   ανοιξ-   →   ανοιχτ-   "openen"
πλέκω   →   πλεξ-   →   πλεχτ-   "vlechten"
βήχω   →   βηξ-   →   βηχτ-   "hoesten"
ψάχνω   →   ψαξ-   →   ψαχτ-   "zoeken"
τινάζω   →   τιναξ-   →   τιναχτ-   "schudden"


De werkwoorden van de tweede vervoeging zijn opnieuw gemakkelijker want ze vormen alle de derde stam door -ηθ aan de eerste stam toe te voegen:

μιλάω   →   μιληθ-   "spreken"
μισώ   →   μισηθ-   "haten"


asigmatische vorming bewerken

Bij de asigmatische tweede stammen is voor de werkwoorden ξέρω, τρέμω, κάνω ook de derde stam gelijk aan de eerste.

De werkwoorden op -ύνω hebben, een derde stam op -υνθ-:

βαρύνω   →   βαρυν-   →   βαρυνθ-   "wegen"

De asigmatische werkwoorden op -άρω hebben analoog een derde stam op -αρθ-:

κορνάρω   →   κορναρ-   →   κορναρθ-   "toeteren"


De werkwoorden op -αίνω met aorist op -υν hebben geen van alle een derde stam.

Bij de anderen vinden we de derde stam door de eind-ν van de tweede stam door een -θ te vervangen:

τρελαίνω   →   τρελαν-   →   τρελαθ-   "gek maken"

Bij volgende werkwoorden eindigt de derde stam echter op -νθ:

απολυμαίνω   →   απολυμαν-   →   απολυμανθ-   "desinfecteren"
δυσχεραίνω   →   δυσχεραν-   →   δυσχερανθ-   "hinderen"
ευφραίνω   →   ευφραν-   →   ευφρανθ-   "desinfecteren"
θερμαίνω   →   θερμαν-   →   θερμανθ-   "opwarmen"
μιαίνω   →   μιαν-   →   μιανθ-   "vuil maken"
ρυπαίνω   →   ρυπαν-   →   ρυπανθ-   "vuil maken"
υγραίνω   →   υγραν-   →   υγρανθ-   "vochtig maken"
υφαίνω   →   υφαν-   →   υφανθ-   "desinfecteren"

De voltooide deelwoorden eindigen op -σμένος (bvb. υφασμένος).



>> Nieuwgrieks >> Werkwoorden >> Stammen

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.