Onderwijs in relatie tot P2P/Integrale aanpak- ref. naar wetenschapsbenadering

← Individuatie Onderwijs in relatie tot P2P Interest →

‘Integraal’ is synoniem voor allesomvattend. Een integrale aanpak in de wetenschap kan dus omschreven worden als onderzoek waarin zo veel mogelijk perspectieven, manieren en methodologieën over een bepaald onderwerp meegenomen worden (Wilber, in: Esbjörn-Hargens, 2009). Diverse aspecten van een onderwerp worden dus vanuit verschillende invalshoeken bestudeerd en er wordt nagegaan hoe deze op elkaar inwerken. Een integrale benadering kijkt “zowel naar het individuele als het collectieve, zowel naar het materiële als het immateriële, zowel naar het object als het subject” en naar de onderlinge relaties hiertussen (Bauwens & Lievens, 2013, p. 155). De aanpak is gebaseerd op een multi- en transdisciplinaire aanpak (zie ook het concept ‘transdisciplinair’) die vanuit het onderwerp zelf vertrekt (i.t.t. één bepaalde discipline). Hierbij wordt een brede waaier aan expertise ingezet die ruimer gaat dan louter de betrokkenheid van wetenschappers.

Integrale aanpak en P2P bewerken

De P2P Foundation past de integrale benadering toe door zeer verschillende domeinen te observeren en met elkaar in verband te brengen (Bauwens & Lievens, 2013). Bauwens pleit ervoor om de waarheid contributief op te bouwen. Bij een contributieve aanpak wordt een object of systeem vanuit verschillende perspectieven of disciplines benaderd, volgens de methodes en regels die in deze disciplines gelden (Bauwens & Lievens, 2013). P2P confronteert deze diversiteit aan disciplines met elkaar om de waarheid te achterhalen. De synthese die voortkomt uit deze verschillende disciplines steunt op de logica van continue verbetering en is dus altijd voorlopig (Bauwens & Lievens, 2013).

Bauwens inspireerde zich voor zijn integrale aanpak op de integrale theorie gepromoot door de Amerikaanse filosoof Ken Wilber (zie verder). Nu gebruikt hij de term “integrale aanpak” echter niet meer, omdat hij zich niet langer wenst te vereenzelvigen met de beweging rond Wilber. Bauwens’ voornaamste kritiek is dat Wilber evoluties verabsoluteert en zo tot autoritaire conclusies komt. Hij stelt bijvoorbeeld dat onze moderne communicatieve samenleving superieur is aan de tribale samenleving. Volgens Bauwens heeft de beweging rond Wilber op die manier een gevaarlijk wereldbeeld ontwikkeld (Bauwens & Lievens, 2013). Daarnaast geeft Bauwens aan dat de beweging rond Ken Wilber een gesloten sektarisch milieu aan het worden is, met een totaal onvermogen om met kritiek om te gaan. Volgens Bauwens is integralisme, zoals Wilber ermee omgaat, geen democratische integratieve beweging (Bauwens, 2006). De neoconservatieve houding van Wilber botst met de progressieve, integratieve, emancipatorische beweging die Bauwens op gang wil krijgen (Bauwens & Lievens, 2013). Bauwens wil dus enkel de goede ideeën uit de theorie gebruiken, i.e. de transdisciplinaire, contributieve manier om onderwerpen te bestuderen, maar het totaliserende systeem waarin ze ingebed is verwerpen (Bauwens, 2006). Volgens Bauwens moet de integrale aanpak gezien worden als een integratieve, multi-perspectivistische manier om naar de wereld te kijken, maar mag ze nooit gezien worden als een totaliserende, ‘imperialistische’, benadering (Bauwens, 2005b).

Voorbeeld bewerken

Een voorbeeld dat Bauwens aanhaalt in zijn boek is onderzoek naar ‘liefde’. Een wetenschapper kan verliefdheid vaststellen op basis van chemische en biologische veranderingen in een menselijk lichaam. Een socioloog kan sociologische verklaringen zoeken over waarom mensen meestal verliefd worden op iemand uit dezelfde sociale klasse. Daarnaast kunnen de onbeschrijfbare ervaringen van absolute liefde beschreven worden in poëzie, religieuze of artistieke taal (Bauwens & Lievens, 2013).

Een voorbeeld waarbij volgens De Krom et al. (2014) te weinig vertrokken is van een integrale aanpak is een veldproef met genetisch gemodificeerde aardappelen in Wetteren. Deze proef was opgezet door verschillende Vlaamse wetenschappelijke instellingen met goedkeuring van de overheid. De proef lokte heel wat protesten uit. Een uit de hand gelopen protestactie (de zogenaamde aardappeloorlog) leidde tot een proces. De veldproef was zeer sterk opgezet vanuit het perspectief van wetenschappers en beleid, waarin vragen gesteld werden zoals: zijn genetische gemodificeerde organismen meer of minder resistent tegen plagen? Is het risico van een veldproef aanvaardbaar of niet? Hierbij werd nagenoeg geen rekening gehouden met maatschappelijke kwesties en bezorgdheden. De Krom et al. (2014) pleiten er daarom voor om in het streven naar een beleid dat vertrekt vanuit kwesties die van maatschappelijk belang zijn, ook andere dan technologische experts een plaats te geven – bijvoorbeeld ecologen, economen, sociologen, politieke wetenschappers, maar ook ervaringsdeskundigen als burgers, consumenten, landbouwers, enzovoort.

Theoretische duiding bewerken

De integrale aanpak als wetenschapsbenadering

De integrale aanpak biedt een antwoord op de tekortkomingen van andere wetenschappelijke benaderingen, zoals de analytische wetenschapsbenaderingen, de systeemwetenschappen, de religieuze benaderingen en de postmoderne benaderingen. De klassieke analytische wetenschapsbenadering is gebaseerd op een reductionistische aanpak. Hierbij wordt een onderwerp gereduceerd tot verschillende materiële delen die elk afzonderlijk onderzocht worden. De uiteindelijke synthese van deze afzonderlijke delen is in dit type onderzoek altijd secundair en wordt vaak zelfs achterwege gelaten (Bauwens, 2005b). Een reactie hierop leidde tot de systeemwetenschappen, die stellen dat een onderdeel enkel bestaat als functie van een geheel (Bauwens, 2005b). De systeemwetenschap herleidt actoren tot punten zonder innerlijkheid of intentionaliteit en beperkt onderzoek dus tot de logica van materiële systemen. Het is altijd objectief, zonder aandacht voor subjectiviteit en intentie. Hierdoor kan de systeemwetenschap ook enkel kloppen in een ideale wereld en niet in echte situaties (Bauwens & Lievens, 2013). Tegenover de materialistische aanpak van de analytische en systeemwetenschappen, staan de idealistische en religieuze benaderingen, die zich beperken tot het verklaren vanuit het menselijk subject of het absolute subject, God (Bauwens & Lievens, 2013).

Vanuit de filosofie ontstonden de postmoderne benaderingen, die benadrukken dat elk wereldbeeld bepaald wordt door een perspectief, en dat dus geen enkel deel van een systeem het geheel kan begrijpen. Ze verwerpen zowel de structuralistische benaderingen die uitsluitend naar de structurele eenheden kijken als de systeembenaderingen die het subject vergeten (Bauwens, 2005b). Postmodernisme stelt het model van pure objectiviteit in vraag omdat het geen rekening houdt met de plaats van de mens in de maatschappij (Bauwens & Lievens, 2013). Daarnaast verwerpen ze ook de ‘grand narratives’ (i.e. gemeenschappelijke grote verhalen met historische betekenis, ervaring of kennis, zoals legendes, de bijbel, …) die zichzelf een imaginaire god-achtige positie toe-eigenen doordat ze beweren in staat te zijn om het ‘geheel’ te kennen (Bauwens, 2005b).

De integrale benadering kan gezien worden als een reactie tegen de beperkingen van de voorgaande wetenschapsbenaderingen (Bauwens, 2005b). In tegenstelling tot de analytische benaderingen focust de integrale benadering op het geheel. In tegenstelling tot de systemische benaderingen betrekt de integrale benadering steeds de subjectieve component. In tegenstelling tot de postmoderne benaderingen negeert de integrale benadering de ‘grand narratives’ niet.

Daarnaast heeft de integrale benadering ook geleerd van de andere benaderingen: door het geheel te negeren kan de waarheid over de onderdelen geweld aangedaan worden (geleerd van de systemische wetenschapsbenaderingen), het geheel is meer dan de som van de delen (geleerd van de postmoderne wetenschapsbenaderingen), het integrale is niet meer dan een limitatief, maar bruikbaar, perspectief (Bauwens, 2005b).

Ken Wilbers als inspiratiebron

De Integrale Theorie, ontwikkeld door Ken Wilbers, is een filosofische strekking die is geworteld in het werk van Sri Aurobindo en Jean Gebser. De zogenaamde ‘theory of everything’ is een manier om de reeds bestaande afzonderlijke wetenschapsbenaderingen samen te brengen in een verweven netwerk van benaderingen die elkaar verrijken (Wikipedia, 2014a). Wilber’s benadering van de werkelijkheid omvat de hele mentaal-fysische “kosmos”. Wilber kiest bewust voor het woord “Kosmos” omdat het voor de Grieken “het gevormde geheel van alle bestaan betekent, inclusief de fysische, de emotionele, de mentale en de spirituele dimensies” (Copthorne, n.d). Het omvat dus niet alleen materie, maar het levende geheel van materie, lichaam, gedachten, ziel, en geest (Copthorne, n.d).

Een veel gebruikt kader in de Integrale Theorie is het kwadrantenmodel AQAL, ontwikkeld door Wilber (Wikipedia, 2014a). Volgens dit model heeft elk fenomeen een individueel en collectief aspect (verticale as), alsook een innerlijk en uiterlijk aspect (horizontale as) (Bauwens & Lievens, 2013). De vier kwadranten worden als volgt beschreven (gebaseerd op Wikipedia (2014b); een figuur is te raadplegen via Wilber (1997)):

  • Het innerlijk- individuele kwadrant heeft betrekking op het subjectieve en intentionele. Het interpreteert innerlijke ervaringen van mensen en focust op het “ik”.
  • Het innerlijk-collectieve wil het collectieve bewustzijn of culturele opvattingen van een samenleving of groep mensen interpreteren. Het focust op “we”.
  • Het uiterlijk-individuele beperkt zich tot observatie van het gedrag van organismen of het lichaam, los van de interne ervaringen, beslissingen of de wil van het subject. Bauwens voegt ook technologie hieraan toe. Hij beschouwt technologie als een veruiterlijking van onze lichamelijke en neurologische krachten (Bauwens & Lievens, 2013).
  • Het uiterlijk-collectieve bestudeert het gedrag van een samenleving of groep mensen als functionele eenheden van buitenaf; i.e. systemen, zoals het economische systeem, het politieke systeem, het sociologische systeem (Bauwens & Lievens, 2013).

Elk kwadrant bevat lijnen waarop verschillende niveaus of gradaties staan aangeduid. Ze kunnen gedefinieerd worden als relatief onafhankelijk capaciteiten van groei en totstandkoming of evoluties binnen de 4 kwadranten (Wikipedia, 2014a; Wilber, 1997).

In zijn boek geeft Bauwens aan dat hij een dergelijke integrale aanpak wil gebruiken om alle fenomenen op een verrijkende manier te bestuderen (Bauwens & Lievens, 2013). Hij geeft aan dat 3 waarheidsniveaus verbonden zijn aan het schema: (1) een wetenschappelijk waarheidsniveau: het subject bestudeert het object; (2) een hermeneutisch of dialogisch waarheidsniveau: het probeert te achterhalen wat culturele uitdrukkingen van het subject betekenen; (3) spiritueel of transmentaal waarheidsniveau: behandelt de ervaringen die we moeilijk kunnen uitdrukken in woorden (Bauwens & Lievens, 2013).

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen ‘Integrale studies’ en ‘Integrale theorie’. Integrale studies omvat een bredere categorie aan denkers zoals Jean Gebser, Sri Aurobindo, Ken Wilber, en Ervin Laszlo. Integrale theorie is een onderdeel van integrale studies en focust in hoofdzaak op Ken Wilbers’ werk, en meer specifiek het AQAL model (Esbjörn-Hargens, 2009).

De integrale theorie van Ken Wilber lokt zeer gemengde reacties uit bij academici en andere denkers in de wereld. Zowel voor- als tegenstanders schrijven bijdrages en essays over Wilber’s werk. Hoe dan ook kan Wilber bezwaarlijk een zwaargewicht in de academische wereld genoemd worden (Bauwens, 2006a; 2006b; Visser, 2008). Vele critici verkeren echter in dubio ten opzichte van Wilbers’ theorie: ze erkennen de schaal en diepgang van Wilber’s werk, maar verzetten zich tegen aspecten van zijn filosofie of van de huidige integrale beweging (Visser, 2008). Kritieken komen vanuit heel verschillende domeinen. Twee kritieken op Wilbers’ theorie zijn (1) het onvoldoende onderbouwde voorstel om mystieke ervaring te gebruiken als uitgangspunt voor het beschrijven van een metafysische werkelijkheid (Wikipedia, 2013) (2) het verabsoluteren van de evoluties zoals weergegeven in het AQAL-schema.

Externe links bewerken

Meer informatie over Ken Wilber en zijn theorie op: https://en.wikipedia.org/wiki/Ken_Wilber en https://imprint.co.uk/Wilber.htm

Voor een review over Ken Wilber’s boek “A theory of everything: An Integral Vision for Business, Politics, Science, and Spirituality”: https://www.wisdompage.com/toerevw.html

Meer informatie over Integrale Theorie en domeinen waarin het wordt toegepast: https://en.wikipedia.org/wiki/Integral_theory

Een meer diepgaande uiteenzetting over de kritiek van Bauwens op Ken Wilber: https://blog.p2pfoundation.net/ken-wilber-is-losing-it/2006/06/12 en https://blog.p2pfoundation.net/on-the-logic-of-cultism-at-the-integral-institutes/2006/06/13

Informatie over argumenten voor- en tegen Wilber’s integrale theorie en Wilber’s beweging zijn de essays geschreven door Frank Visser. Te raadplegen op: https://www.integralworld.net/readingroom.html#FV

Meer informatie over de Integral Community: https://www.integrallife.com/members?uid=

Referenties bewerken

Bauwens, M. (2005a, maart 23). A Critique of Wilber and Beck's SD-Integral. P/I: Pluralities/Integration, 61. Retrieved 20/10/2014 from https://www.kheper.net/topics/Wilber/SDi_critique.html

Bauwens, M. (2005b). Beyond Perspectives, Reductionisms and Layers. In: Ross, S., Fuhr, R., Bauwens, M., Jordan, T., Reams, J., & Volckmann, R. (2005). Integral Review and its Editors. Integral Review, 1. Retrieved 20/10/2014 from https://p2pfoundation.net/Integral_Research_Methodology

Bauwens, M. (2006a, juni 12). Ken Wilber is losing it. Retrieved 24/10/2014 from https://blog.p2pfoundation.net/ken-wilber-is-losing-it/2006/06/12

Bauwens, M. (2006b, juni 13). On the logic of cultism at the Integral institutes. Retrieved 24/10/2014 from https://blog.p2pfoundation.net/on-the-logic-of-cultism-at-the-integral-institutes/2006/06/13

Bauwens, M., & Lievens, J. (2013). De wereld redden: met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. België: Houtekiet.

Copthorne, M. (n.d.). (Review of) A Theory of Everything: An Integral Vision for Business, Politics, Science, and Spirituality by Ken Wilber. Integralis: Journal of Integral Consciousness, Culture, and Science, 1. Retrieved 24/10/2014 from https://www.wisdompage.com/toerevw.html

De Krom, M., Dessein, J., & Erbout, N. (2014). Op zoek naar de wortels van een gepolariseerd publiek debat: de case van een gecontesteerde ggo-veldproef. ILVO MEDEDELING 151. België, Merelbeke: ILVO.

Esbjörn-Hargens, S. (2009). An overview of integral theory. An all-inclusive framework for the 21st century, Integral Institute, Resource Paper, 1, 1–24. Retrieved 24/11/2014 from https://integraleurope.org/wp-content/uploads/2013/05/IT_3-2-2009.pdf

Wikipedia.(2013). Ken Wilber. Retrieved 20/11/2014 from https://nl.wikipedia.org/wiki/Ken_Wilber

Wikipedia (2014a). Integral Theory. Retrieved 24/10/2014 from https://en.wikipedia.org/wiki/Integral_theory

Wikipedia (2014b). Ken Wilber. Retrieved 24/10/2014 from https://en.wikipedia.org/wiki/Ken_Wilber

Visser, F. (2006). A Spectrum of Wilber Critics. Retrieved 24/10/2014 from https://www.integralworld.net/visser11.html

Visser, F. (2008). Assessing Integral Theory: Opportunities and Impediments. Retrieved 24/10/2014 from https://www.integralworld.net/visser26.html

Wilber, K. (1997). An integral theory of consciousness, Journal of Consciousness Studies, 4 (pp.71-92). Retrieved 24/10/2014 from https://imprint.co.uk/Wilber.htm op 24/10/2014

← Individuatie Onderwijs in relatie tot P2P Interest →
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.