Pools/Les 3
Nederlands Les 3 |
![]() |
![]() |
Pools Lekcja 3 |
In de derde les Pools gaan we in op het thema "Vragen stellen". |
Pools/Les 3 - Vragen stellen
Een eenvoudige vraag wordt meestal ingeleid door het woord czy. De woordvolgorde wijzigt niet ten opzichte van de normale zinsbouw.
Nederlands | Pools |
---|---|
Sluiten jullie de ramen? | Czy zamykacie okna? |
Heb je mijn pen? | Czy masz moje pióro? |
Bij vrienden onderling wordt het woord czy vaak weggelaten.
Nederlands | Pools |
---|---|
Wachten jullie op ontbijt? | Czekacie na śniadanie? |
Herinner je je het woord? | Pamiętasz to słowo? |
Wanneer pan of pani wordt gebruikt wordt czy weggelaten en wordt pan of pani achter het werkwoord geplaatst.
Nederlands | Pools |
---|---|
Herinnert U zich dat woord? | Pamięta pan to słowo? |
Heeft U appels? | Ma pani jabłka? |
Vragen over een ding: Bij vragen over een object gaat dit vooraf met co (wat).
Vragen over een persoon: Bij vragen over een persoon gaat dit vooraf met kto (wie).
Vragen over kwaliteit: Bij vragen over kwaliteit gaat dit vooraf met jakie (wat voor).
Welk, welke: Bij vragen over een aanwijzing gaat dit vooraf met które (welke).
Nederlands | Pools |
---|---|
Lees je? | Czy czytasz? |
Wat lees je? | Co czytasz? |
Wie leest er? | Kto czyta? |
Wat voor kranten lees je? | Jakie pisma czytasz? |
Welke oefening lees je? | Które zadanie czytasz? |
Wiens oefeningen lees je? | Czyje zadania czytasz? |
Pools/Les 3 - Nuttige zinnen en uitdrukkingen
Nederlands | Pools |
---|---|
Hoe gaat het? | Jak się masz? |
Ik begrijp het niet | Nie rozumiem |
Hallo / dag | Cześć |
Tot ziens | Do widzenia |
Sorry | Przepraszam |
Alstublieft | Proszę |
Goedemorgen | Dzień dobry |
Goedenavond | Dobry wieczór |
Goedenacht | Dobranoc |
Proost | Na zdrowie |
Ik ben Isabel. Ik ben Poolse. | Jestem Isabel. Jestem Polką. |
Mijn naam is John. Ik ben Brits. | Nazywam się John. Jestem Anglikiem. |
Mijn naam is Sheila. Ik ben Britse. | Nazywam się Sheila. Jestem Angielką. |
Goedenavond. Ik ben Marcin. Ik ben Pools. | Dobry wieczór. Jestem Marcin. Jestem Polakiem. |
![]() |
Lessen: Les 1 - Les 2 - Les 3 - Les 4 - Les 5 - Les 6 - Les 7 - Les 8 - Les 9 - Les 10 Grammatica: Alfabet - Naamvallen - Persoonlijke voornaamwoorden - Vragende voornaamwoorden - Zelfstandige naamwoorden - Bijvoeglijke naamwoorden - Werkwoorden - Onregelmatige meervoudsvormen - Onregelmatige werkwoordsvormen Woordenlijsten: Getallen - Tijdsbepalingen - Jaargetijden - Feestdagen - Maanden - Dagen - Kleuren - Sport - Familie Overig: Uitroepen - Zinnen - Teksten - Afbeeldingen |