Transmissielijnen/Inleiding
Met een transmissielijn wordt in het algemeen een verbinding aangeduid voor het overbrengen van energie of hoogfrequente elektrische signalen.
Zodra de lengte van een elektrische verbinding groot is in vergelijking met de golflengte van het over te brengen signaal (vuistregel: groter dan een tiende van de golflengte), ontstaat tussen beide zijden van de verbinding een niet te verwaarlozen faseverschil, waarmee in het ontwerp rekening dient te worden gehouden.
Gangbare transmissielijnen zijn coax-kabels, lintlijnen al dan niet getwist en golfpijpen. Voor een goede werking moeten ze verliesarm zijn en zodanig geschakeld dat het signaal of de energie optimaal wordt overgedragen. Wij behandelen transmissielijnen in de vorm van coax-kabels en lintlijnen. Zulke lijnen hebben over hun lengte een homogene structuur en bestaan uit twee geleiders op gelijke afstand van elkaar, met tussen de geleiders een diëlektricum (eventueel gewoon lucht).
In dit boek wordt veel gesproken over impedantie. Impedantie is de verhouding tussen de spanning en de stroom op een transmissielijn. Impedantie heeft dezelfde dimensie als elektrische weerstand en wordt dus ook gemeten in de eenheid ohm. De impedantie van een lijn is in het algemeen een complexe grootheid, waarvan het reële deel als elektrische weerstand beschouwd kan worden. Zie voor meer informatie [1]