De spanning u en de "stroom" v hebben de vorm:

en
.
met

en
.
We onderscheiden daarin de heengaande golf:

en de gereflecteerde (teruggaande) golf:
.
De voortplantingscoëfficiënt
,
heeft als reëel deel de dempingscoëfficiënt α en als imaginair deel de fasedraaiïngscoëfficiënt β, ook golfgetal geheten.
Voor alle duidelijkheid herhalen we nog dat u en v de amplitude en de fase beschrijven. Het verloop langs de lijn en in de tijd is dus:

en

We zien dat de heengaande golf
verloopt volgens:
,
dus uitdempend volgens

en met faseverloop
.
Analoog zien we dat
verloopt volgens:
,
dus met toenemende x in amplitude toenemend, wat inhoudt uitdempend in tegengestelde richting, volgens:

en met faseverloop
.
Analoog voor de stroom.