Wikijunior:Elektriciteitsproefjes/Meten

Wikijuniors Elektriciteits Proefjes

In de vorige hoofdstukken hebben we twee schakelingen gemaakt. Daarmee hebben we zonder te meten geleerd dat er iets is als spanning uitgedrukt in volt en dat er elektriciteitsdeeltjes zijn die rondstromen met een intensiteit uitgedrukt in ampère.

Multimeter

De spanning en stroom kan je meten met een multimeter zoals in dit plaatje. Een multimeter kan zoals de naam zegt verschillende (multi- staat voor "meer") dingen meten, wat je wilt meten moet je dus instellen. In de multimeter van het plaatje zie je links boven een V met een recht streepje en puntjes. Het rechte streepje laat zien dat je gelijkspanning meet. Daarnaast staat het meetbereik. Dus 250 Volt, 200 Volt, 20 Volt, 2000 millivolt en 200 millivolt. Een millivolt is een duizendste van een Volt (net als dat een millimeter een duizendste van een meter is). De V met het kringeltje (~) is voor het meten van wisselspanning uit het stopcontact.

Aan de rechterkant staat een A. Dit staat voor Ampère, de eenheid voor het meten van stroom.

Spanning meet je tussen twee punten. Als je deze schakeling nog hebt uit het vorige hoofdstuk, kan je de spanning meten tussen de punten één, twee en drie. Zet hiervoor je meetapparaatje op 2000m V. Meet eerst tussen de punten één en drie, de twee kanten van de batterij.

  • Welke waarde lees je af?

_______________________

  • Meet nu nog een keer maar verwissel de rode en zwarte draad. Wat meet je nu?

_______________________

  • Wat zouden de kleuren van de draad beteken?

_______________________

  • Meet nu tussen punt drie en twee? Wat is de spanning hier?

_______________________

  • Meet nu tussen punt twee en één ? Wat is de spanning hier?

_______________________

  • Wat valt op als je de vorige twee metingen optelt?

_______________________

Schema van schakeling bestaande uit een batterij en twee gloeilampen in serie

Als je spanning meet, loopt er geen (of maar heel weinig) stroom door het meetapparaat. Daardoor hoef je het schema niet te veranderen om te kunnen meten. Dat is anders als je stroom wilt meten. Dan moet de stroom juist door het metertje heen lopen. Dat kan alleen maar als je de schakeling weer kapot maakt om het metertje ertussen te zetten.

Pas op: als de stroom van de batterij zonder weerstand zoals een lampje door het metertje loopt, gaat het metertje kapot! Meet dus NOOIT de kortsluitstroom van de batterij

  • Splits de draad tussen het lampje en de batterij en zet het metertje er tussen. Welke spanning meet je? Branden de Lampjes?

_______________________

  • Zet nu pas je meter op 200 milliampère. Welke stroom meet je?

_______________________

  • Maak nu het schema met maar één lampje. Welke stroom meet je nu?

_______________________

  • Wat valt je op als je de vorige twee metingen vergelijkt?

_______________________

  • Meet nu de spanning en stroom door één lampje, zet steeds meer lampjes achter elkaar. Zet de meetwaarden in de grafiek.

mm papier met voorgedrukte tekst voor stroom en spanning

  • Wat valt je op?

_______________________

  • Wat valt je op als je de spanning deelt door de stroom?

_______________________

  • Haal een lampje uit de fitting, zet het metertje op de stand 200 . Meet nu de weerstand van het lampje.

_______________________


Schema van schakeling bestaande uit een batterij en twee gloeilampen in parallel

  • Maak nu de parallelschakeling van twee lampjes. Welke gezamenlijke stroom I1 meet je nu?

_______________________

  • En als je de stroom van elk lampje (I2 en I3) los meet?

_______________________

  • Wat valt je op als je de stromen I2 en I3 optelt?

_______________________

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.