Engelse literatuur/ Rol van tijdschriften en dagbladen
De periode 1830-1880 is een bloeitijdperk voor periodiek verschijnende bladen. Wilkie Collins (uitgever van Dickens' Household Words), merkte op dat hij in Het tijdperk van de dagbladen leefde. De dagbladen kregen een ongekende populariteit en wogen sterk door in de publieke opinievorming. De pers was een macht geworden om rekening mee te houden. Het gevolg was ook dat de zogenaamd lagere klassen gemakkelijker toegang kregen tot kennis die voorheen voorbehouden leek aan de rijkere bevolking. Weekbladen, dagbladen, maandbladen en goedkope romannetjes kenden een enorm succes en werden in grote oplagen verkocht. Bovendien was drukken door de modernere techniek veel goedkoper en sneller geworden. Charles Dickens speelde handig in op deze trend en liet sommige van zijn boeken als een serie verschijnen in zijn eigen tijdschriften. Het tijdschrift "The Cornhill" publiceerde ook Charlotte Brontë's onafgewerkte roman "Emma." Andere schrijvers die werden aangetrokken door dit medium waren onder meer Anthony Trollope, Elizabeth Gaskell, George Eliot en George Meredith. Dickens grootste rivaal was mogelijk William Makepeace Thackeray (1811-1863), die echter moest wachten op het succes van zijn roman Vanity Fair (1847) om soortgelijke erkenning te krijgen.