Reïncarnatie
De groei van het Romeinse Rijk tijdens de late Romeinse republiek en het vroege principaat
Runenkalender van de Sami, dit zijn vier van de zes platen. De kalender is uitgesneden in rendierhoorn
  • Ram: (Lat: Aries) is het astrologisch teken van mensen geboren tussen ca. 21 maart en ca. 20 april. Ram is het eerste teken van de dierenriem en markeert ook het begin van de lente.
  • Rangda: de demonenkoningin van Bali. In bepaalde gebieden op Bali wordt Rangda als beschermende kracht gezien. Ze is de aanvoerster van een leger heksen en vecht tegen Barong. Rangda betekent weduwe. Rangda eet kinderen en wordt in verband gebracht met Kálii en Durga. De kleuren wit, zwart en rood horen bij Rangda en bij Kali. Er wordt verondersteld dat Rangda afgeleid is van een Javaanse koningin (Mahendradatta) uit de elfde eeuw, die door de koning (Dharmodayana) werd verbannen vanwege hekserij. Volgens de verhalen probeerde Rangda het rijk te vernietigen, de halve Balinese bevolking stierf aan de pest.
  • Reginald Scot: schreef het theoretische werk The Discovery of Witchcraft (1584). Scot zag geen reden om in hekserij te geloven, hekelde de charlatans die met magie goedgelovige mensen bedrogen, en vond de heksenvervolging door de Katholieke Kerk irrationeel en onchristelijk. Shakespeare maakte gebruik van zijn werk voor de beschrijving van de drie heksen in zijn Macbeth.
  • Rode Joker, een kaart uit het kaartspel. Zie ook zwarte Joker en joker.
  • Rozenkruisers: is een geheim genootschap dat in de late middeleeuwen in Duitsland zou zijn opgericht door Christian Rosenkreuz. De leden zouden naar verluidt esoterische wijsheid bezitten die werd overgeleverd vanuit de oudheid. De leer van de Rozenkruisers is een combinatie van occultisme en andere religieuze overtuigingen en praktijken, met inbegrip van hermetisme, joodse mystiek en gnostiek. De Fama en Confessio uit 1614 en 1615 worden gezien als manifesten van de Rozenkruisers. Er worden verbanden gelegd tussen de ontstaansgeschiedenis van de vrijmetselaars.
  • Runen: het oudst bekende schrift gebruikt door de Germaanse volkeren van Noord-Europa, Groot-Brittannië, Scandinavië en IJsland vanaf ongeveer de 3de eeuw tot de 16e of 17e eeuw. Het bestaat uit letters samengesteld uit (meestal) rechte en hoekige lijnen die gemakkelijk in steen of hout kunnen worden gekrast. Bij gebruik op metaal werden ook wel ronde vormen gebruikt. Het aanbrengen van runen werd destijds "ritsen" genoemd. Er zijn verschillende systemen, zoals futhark (met 24 runen), een Angelsaksische (met 29 runen) en een Scandinavische (met 16 runen). Het systeem wordt gebruikt bij divinatie (bijvoorbeeld in de Noordelijke traditie). Tacitus beschreef het 'gooien van runen' bij de Germaanse volkeren. Een vitki wordt ook wel runenmeester genoemd.
  • Runenkalender: een speciale kalender gebaseerd op de cyclus van Meton. Het is een 19-jarige periode of cyclus, waarin 235 lunaties plaatsvinden. Na deze cyclus staan zowel de zon als de maan weer in dezelfde positie. Na 19 jaar vallen de maanfasen dus weer op dezelfde dagen van de maand. Binnen het christendom wordt de cyclus van Meton nog steeds gebruikt, namelijk voor het berekenen van de paas- en pinksterdatum.

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.