Nieuwgrieks/Aanvoegende wijs
De aanvoegende wijs wordt in het Grieks frequent gebruikt, op deze pagina geven we een overzicht van de verschillende situaties waarin we deze wijs gebruiken.
De vorming is echter eenvoudig: vervang het partikel θα van de toekomende tijd door het partikel van de aanvoegende wijs να. We vinden bijgevolg volgende tijden in de aanvoegende wijs:
- de onvoltooide aanvoegende wijs (υποταχτική 1): deze vormen we uitgaande van de toekomende tijd van de eerste stam (μέλλοντας 1) en is dus niets anders dan de tegenwoordige tijd voorafgegaan door να.
- de momentane aanvoegende wijs (υποταχτική 2): deze vormen we uitgaande van de toekomende tijd van de tweede stam (μέλλοντας 2).
- de voltooide aanvoegende wijs: dit is het perfectum voorafgegaan door να.
Elk van deze tijden heeft bovendien een variant waarbij als partikel ας gebruiken in plaats van να.
Dus in totaal zijn er drie basistijden met elk twee varianten.
Gebruik
bewerkenna bepaalde werkwoorden
bewerkenInfinitieven die in het Nederlands een doel uitdrukken ("om te" + infinitief) geven we in het Grieks door een aanvoegende wijs weer (het woordje για "om" is facultatief):
- πάω στο φούρνο (για) να αγοράσω ψωμί "ik ga naar de bakker om brood te kopen"
We gebruiken de momentane aanvoegende wijs ook na bepaalde werkwoorden die een vrees, twijfel of ongerustheid uitdrukken over iets toekomstig. Ze worden gevolgd door het voegwoord μήπως "dat ... misschien", ίσως "dat ... wellicht" of να μη(ν) "dat ... niet":
- φόβαμαι μήπως με χτυπήσουν "ik vrees dat men mij misschien zal slaan"
- ξέρεις ίσως πάω στην Ολλανδία "je weet dat ik wellicht naar Nederland ga"
- πιστεύω να μη θελήσει αυτό "ik geloof niet dat hij dat zal willen"
na modale werkwoorden
bewerkenDe Griekse aanvoegende wijs vervangt de Nederlandse infinitief na modale hulpwerkwoorden:
- μπορώ να σφυρίξω "ik kan fluiten"
In het Grieks vinden we dus dat "fluiten" geen infinitief maar een vervoegde werkwoordsvorm is.
Hierdoor kunnen we ook een gewoon lijdend voorwerp of een andere bepaling bij deze werkwoordsvorm plaatsen:
- θέλω να σε μιλήσω "ik wil je spreken"
- ελπίζω να χορέψω αύριο "ik hoop morgen te dansen"
Bij deze laatste twee werkwoorden: θέλω "willen" en ελπίζω "hopen" kunnen we ook een verschillend onderwerp vinden bij het modaal werkwoord en het werkwoord in de aanvoegende wijs. Het komt op deze manier in het Nederlands overeen met een bijzin die met "dat" begint:
- θέλω να κάνεις αυτό "ik wil dat je dat doet"
- ελπίζεις να γελάσω "jij hoopt dat ik lach"
De tijd van de zin herkennen we echter steeds aan de tijd van het modale werkwoord. Een werkwoord heeft in de aanvoegende wijs namelijk geen eigen tijd (enkel een aspect, zie verder):
- θα μπορώ να σφυρίξω "ik zal kunnen fluiten"
- ηθέλα να κάνεις αυτό "ik wou dat je dat deed"
na πρέπει
bewerkenHet werkwoord πρέπει "moeten" is echter een bijzonder geval omdat dit in het Grieks onpersoonlijk is, daardoor kunnen we het onderwerp van de zin enkel herkennen aan het werkwoord in de aanvoegende wijs:
- πρέπει να τραγουδήσω "ik moet zingen" (het moet dat ik zing)
- έπρεπε να διαβάσουν "zij moesten lezen" (het moest dat zij lezen)
Zinnen die in het Nederlands "zou moeten" bevatten, corresponderen met de toekomende tijd van πρέπει:
- θα πρέπει να φύγω "ik zou moeten vertrekken"
- δε θα πρέπει να περιμένει "hij zou niet moeten wachten"
In de verleden tijd vinden we θα έπρεπε:
- θα έπρεπε να είναι εκεί "hij zou daar geweest moeten zijn"
in de hoofdzin
bewerkenEr zijn vier types hoofdzinnen waarin we een aanvoegende wijs met να tegenkomen:
1° een zacht bevel of advies (meestal in de tweede persoon):
- να ανοίξεις το παράθυρο "open (even) het raam"
- να το πείτε "zeg het (maar)"
- (Hierover meer op de pagina over de gebiedende wijs).
2° een aanbeveling (meestal in de derde persoon):
- να φάνε ψάρι "laat hen (maar) vis eten"
3° een wens (meestal in de eerste persoon):
- να είμαι πλούσιος "moge ik rijk zijn" (ik hoop dat ik rijk zal zijn)
4° een vraag waarbij veel twijfel bestaat:
- τι να κάνω; "wat zou ik doen?"
Een aanvoegende wijs met ας is veel beperkter in gebruik:
1° het geven van een toestemming:
- ας μένει στο παλιό σπίτι "laat hem in het oude huis wonen"
2° een advies:
- ας ανοίξει το παράθυρο "hij zou beter het raam openen"
na bepaalde voegwoorden
bewerkenAls in de hoofdzin een toekomende tijd, een bevel of een verbod staat, dan worden een aantal onderschikkende voegwoorden gevolgd door de momentane aanvoegende wijs (υποταχτική 2). Buiten bij και en ώσπου hebben deze aanvoegende wijzen geen να of ας.
1° bijzinnen van tijd waarbij de handeling van de hoofzin later plaatsvindt dan die van de bijzin: όταν "wanneer", αφού "nadat", μόλις "zodra"
- κάθε πρωί θα τη γράφω όταν ξυπνήσει "ik zal haar elke ochtend schrijven wanneer ze wakker wordt"
- θα τηλεφωνάω αφού τον βρω "ik zal bellen nadat ik hem gevonden heb"
- πάρε ένα μήλο μόλις το σχολείο τελειώσει "neem een appel zodra de school uit is"
2° bijzinnen van tijd waarbij de handeling van de hoofdzin eerder plaatsvindt dan die van de bijzin: πριν "voordat", ώσπου "totdat"
- θα διαβάζω κάθε βράδυ πριν κοιμηθώ "ik lees iedere avond voordat ik ga slapen"
- πρέπει να μείνεις εδώ ώσπου να γυρίσω "je moet hier blijven totdat ik terugkeer"
3° voorwaardelijke bijzinnen: αν "als":
- αν δεν προσέξεις, θα πέσεις "als je niet oppast, dan val je (zal je vallen)"
- αν δεις τον Πέτρο, πες του αυτό "als je Peter ziet, zeg hem dan dit"
4° toegevende bijzinnen: και να "zelfs als":
- και να μη μου το πεις, θα το βρω "zelfs al zeg je het niet, ik zal het vinden"
- και να μου αρέσει, να μην κάνεις "zelfs als het me bevalt, doe het niet"
5° betrekkelijke bijzinnen met een onbepaald karakter: όποιος "wie", ό,τι "wat", όσος "zoveel", όπου "waar" (ze kunnen gevolgd worden door και να "ook" maar dit is niet verplicht)
- óποιος φωνάξει, δεν θα έρχομαι "wie er ook roept, ik zal niet komen"
- ό,τι σου πω, μην ακούς "wat ik ook tegen je zeg, luister niet!"
- όπου βρει το κλειδί μου, τηλεφώνα με "waar je mijn sleutel ook vindt, bel me"
Aspect
bewerkenWe gebruiken de onvoltooide aanvoegende wijs (υποταχτική 1) bij herhaalde handelingen:
- θέλω να τραγουδώ κάθε μέρα "ik wil elke dag zingen"
of handelingen waarvan het einde niet vaststaat:
- πρέπει να τρως "je moet eten"
Er zijn verder 4 gevallen waarin deze onvoltooide aanvoegende wijs verplicht is:
1° na werkwoorden van waarneming βλέπω "zien", ακούω "horen", νιώθω "begrijpen" en hun synoniemen:
- βλέπω να γελάς "ik zie dat je lacht"
2° na werkwoorden die beginnen, doorgaan, ophouden betekenen:
- άρχισε να μιλάει "hij begon te spreken"
3° na de werkwoorden συνηθίζω "gewoon zijn", ξέρω "kunnen", μαθαίνω "leren" en hun synoniemen:
- ήξεραν να μη διαβάζουν αυτό "zij konden dat niet lezen"
4° in de constructie met het onpersoonlijk gebruikte αρέσει (hierover meer op de pagina over de syntaxis van de zin).
In alle andere gevallen gebruiken we de momentane of de voltooide aanvoegende wijs.
Ontkenning
bewerkenDe aanvoegende wijs wordt altijd ontkend met behulp van μην. We plaatsen dit woordje in dat geval onmiddellijk achter να of ας.
- θέλω να μην κάνεις αυτό "ik wil dat je dat niet doet"
Bemerk dus het verschil met:
- δε θέλω να κάνεις αυτό "ik wil niet dat je dat doet"
Net zoals het gewone ontkennende woordje δεν verliest μην de eind-ν voor zekere medeklinkers (zie de pagina over fonologie):
- να μη φάνε ψάρι "laat hen (maar) geen vis eten"
De verleden tijd van de aanvoegende wijs
bewerkenSoms vinden we να of ας gevolgd door een verleden tijd, dit heeft volgende betekenissen:
1° een twijfel (met να):
- να τέλειωσε "het kon gedaan zijn"
- In het Nederlands vinden we hier meestal een verleden tijd van "kunnen".
2° een wens of spijt (met ας):
- ας κέρδισε αύριο "hij wou morgen winnen"
- In het Nederlands vinden we hier meestal een verleden tijd van "willen".
Dit soort zinnen kunnen natuurlijk ook weer in de drie aspecten voorkomen:
- onvoltooid: να of ας gevolgd door een imperfectum
- momentaan: να of ας gevolgd door een aorist
- voltooid: να of ας gevolgd door een verleden perfectum (είχα en een infinitief)
>> Nieuwgrieks >> Werkwoorden >> Aanvoegende wijs