Nieuwgrieks/Momentaan aspect
Het momentane aspect drukt uit dat de handeling een losstaand feit is of dat het het besluit van een verhaal of redenering is. De handeling is hierbij ook steeds belangrijker dan de gevolgen van die handeling:
- ο Σταύρος έφαγα ένα μήλο "Stavros at een appel"
In deze zin bedoelen we duidelijk dat we meedelen dat hij een appel gegeten heeft en geen peer. Evenmin zeggen we iets over de gevolgen, of hij bvb. buikpijn kreeg na het eten van deze appel.
Je past dit aspect dus toe als het onvoltooide aspect of het voltooide aspect niet van toepassing zijn, het is daarom het meest "gewone" aspect.
Het momentane aspect wordt in het Grieks door volgende tijden uitgedrukt:
- de tegenwoordige tijd (ο ενεστώτας): deze tijd wordt op een afzonderlijke pagina besproken: Tegenwoordige tijd
- de aorist of verleden tijd van de tweede stam (ο αόριστος)
- de toekemende tijd van de tweede stam (o μέλλοντας 2)
Verder bestaan er ook een aanvoegende wijs en een gebiedende wijs met een momentaan aspect, maar die worden op die pagina's zelf behandeld.
Op deze pagina beperken we ons dus tot de αόριστος en de μέλλοντας 2.
Beide tijden worden gekenmerkt door het gebruik van de tweede stam en derde stam omdat het net deze stammen zijn die het momentane aspect weergeven.
In het actief maken ze gebruik van de tweede stam en in het medio-passief van de derde stam.
De aorist (ο αόριστος)
bewerkenDe actieve aorist
bewerkenWe vormen het actief van deze tijd de uitgangen van de verleden tijd aan de tweede stam toe te voegen en daarna het accent op de derdelaatste lettergreep te plaatsen. De vorming van de tweede stam is wel aan veel regeltjes gebonden, maar zodra je de tweede stam kent, is deze tijd dus gemakkelijk te vormen.
Dit geeft bvb.:
Actieve aorist | Vertaling | |
---|---|---|
1ste pers. Enk. | πλήρωσα | ik betaalde |
2de pers. Enk. | πλήρωσες | jij betaalde |
3de pers. Enk. | πλήρωσε | hij/zij/het betaalde |
1ste pers. Mv. | πληρώσαμε | wij betaalden |
2de pers. Mv. | πληρώσατε | jullie betaalden |
3de pers. Mv. | πλήρωσαν / πληρώσανε | zij betaalden |
Opmerkingen:
- In de derde persoon meervoud van het actief heb je de keuze tussen beide uitgangen. De uitgang -αν wordt echter het meest gebruikt.
- De aorist kan net als het imperfectum door zowel een O.V.T. als een V.T.T. vertaald worden al naargelang de situatie in de zin.
- Bij werkwoorden waar de derde laatste lettergreep een i-klank is, moeten we onderscheid maken tussen i-klanken die echte klinkers zijn en degene waarbij deze de medeklinker "j" voorstelt. De volledige lijst is te vinden op de pagina over werkwoorden met i-klank.
Indien een tweede stam maar één lettergreep heeft, dan ontstaat er in het actief een probleem om het accent op de derdelaatste lettergreep te plaatsen. Hiertoe voegen we een zogenaamd augment (η αύξηση) toe, dit is een voorvoegsel έ-:
Actieve aorist | Vertaling | |
---|---|---|
1ste pers. Enk. | έχασα | ik verloor |
2de pers. Enk. | έχασες | jij verloor |
3de pers. Enk. | έχασε | hij/zij/het verloor |
1ste pers. Mv. | χάσαμε | wij verloren |
2de pers. Mv. | χάσατε | jullie verloren |
3de pers. Mv. | έχασαν / χάσανε | zij verloren |
Opmerking:
- Uit deze tabel zie je duidelijk dat als de uitgang tweelettergrepig is, er geen augment nodig is.
- Ook in deze tijd krijgen een aantal werkwoorden met een voorvoegsel een inwendig augment.
- De werkwoorden van de tweede vervoeging eindingen in de tweede stam op -ησ-; normaal is er door deze extra lettergreep geen augment nodig. Enkel de twee werkwoorden ζω "leven" (zie vervoeging 2B) en δρω "afwerken" (zie vervoeging 2A) vormen hierop een uitzondering:
- έζησα, έζησες, έζησε, ζήσαμε, ζήσατε, έζησαν.
- έδρασα, έδρασες, έδρασε, δράσαμε, δράσατε, έδρασαν.
De medio-passieve aorist
bewerkenWe vormen het medio-passief door eerst de uitgang -ηκ- en daarna de uitgang de verleden tijd aan de derde stam toe te voegen, tenslotte plaatsen we het accent op de derdelaatste lettergreep.
Dit geeft bvb.:
Medio-passieve aorist | Vertaling | |
---|---|---|
1ste pers. Enk. | πληρώθηκα | ik werd betaald |
2de pers. Enk. | πληρώθηκες | jij werd betaald |
3de pers. Enk. | πληρώθηκε | hij/zij/het werd betaald |
1ste pers. Mv. | πληρωθήκαμε | wij werden betaald |
2de pers. Mv. | πληρωθήκατε | jullie werden betaald |
3de pers. Mv. | πληρώθηκαν / πληρωθήκανε | zij werden betaald |
De toekomende tijd van de tweede stam (ο μέλλοντας 2)
bewerkende actieve μέλλοντας 2
bewerkenOm deze tijd te vormen vertrekken we van de tweede stam, we voegen de uitgangen van de tegenwoordige tijd toe en plaatsen het accent op de laatste lettergreep van de stam. Net zoals de toekomende tijd van de eerste stam gebruiken we het partikel θα om de toekomst aan te geven.
Dit geeft bvb.:
Eerste vervoeging | Vertaling | Tweede vervoeging | Vertaling | |
---|---|---|---|---|
1ste pers. Enk. | θα πληρώσω | ik zal betalen | θα μιλήσω | ik zal spreken |
2de pers. Enk. | θα πληρώσεις | jij zult betalen | θα μιλήσεις | jij zult spreken |
3de pers. Enk. | θα πληρώσει | hij/zij/het zal betalen | θα μιλήσει | hij/zij/het zal spreken |
1ste pers. Mv. | θα πληρώσουμε | wij zullen betalen | θα μιλήσουμε | wij zullen spreken |
2de pers. Mv. | θα πληρώσετε | jullie zullen betalen | θα μιλήσετε | jullie zullen spreken |
3de pers. Mv. | θα πληρώσουν | zij zullen betalen | θα μιλήσουν | zij zullen spreken |
Opmerking:
- Bij een aantal onregelmatige werkwoorden bestaat de tweede stam uit enkel medeklinkers, hierdoor heeft deze tijd in het enkelvoud en de derde persoon meervoud slechts één lettergreep en plaatst men facultatief het accent op θά (zie ook de pagina over fonologie):
- βλέπω → θά/θα δω "zien"
- βρίσκω → θά/θα βρω "vinden"
- λέω → θά/θα πω "zeggen"
- πίνω → θά/θα πιω "drinken"
- βγαίνω → θά/θα βγω "buitengaan"
- μπαίνω → θά/θα μπω "binnengaan"
- ερχομαι → θά'ρθω "komen"
de medio-passieve μέλλοντας 2
bewerkenOm deze tijd te vormen vertrekken we van de derde stam, we voegen volgende uitgangen toe:
- -ώ, -είς, -εί, -ούμε, -είτε, -ούν.
Natuurlijk is ook weer het toekomende partikel θα noodzakelijk.
Dit geeft bvb.:
Eerste vervoeging | Vertaling | Tweede vervoeging | Vertaling | |
---|---|---|---|---|
1ste pers. Enk. | θα πληρωθώ | ik zal betaald worden | θα μιληθώ | ik zal aangesproken worden |
2de pers. Enk. | θα πληρωθείς | jij zult betaald worden | θα μιληθείς | jij zult aangesproken worden |
3de pers. Enk. | θα πληρωθεί | hij/zij/het zal betaald worden | θα μιληθεί | hij/zij/het zal aangesproken worden |
1ste pers. Mv. | θα πληρωθούμε | wij zullen betaald worden | θα μιληθούμε | wij zullen aangesproken worden |
2de pers. Mv. | θα πληρωθείτε | jullie zullen betaald worden | θα μιληθείτε | jullie zullen aangesproken worden |
3de pers. Mv. | θα πληρωθούν | zij zullen betaald worden | θα μιληθούν | zij zullen aangesproken worden |
>> Nieuwgrieks >> Werkwoorden >> Momentaan aspect