Nieuwgrieks/Substantieven

In het Grieks kennen we drie geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.

Dit zijn echter louter grammaticale geslachten: de meeste woorden die naar mannelijke personen verwijzen zijn mannelijk net zoals de meeste woorden die naar vrouwelijke personen verwijzen vrouwelijk zijn. Maar voor zaken kan men geen algemene principes geven, sommige zullen dus mannelijk zijn, andere vrouwelijk en nog andere onzijdig.


Het grammaticale geslacht bepaalt echter wel hoe een bepaald substantief zich gedraagt in een zin: zo zal een vrouwelijk woord ongeacht of het nu naar een vrouw of een ding verwijst, steeds van een vrouwelijk lidwoord en van de vrouwelijke vorm van de adjectieven vergezeld zijn:

o μεγάλος κήπος   "de grote tuin" (mannelijk)
η βαθιά θάλασσα   "de diepe zee" (vrouwelijk)
ένα μικρό παιδί   "een klein kind" (onzijdig)


Meestal is het echter vrij eenvoudig om het geslacht van een bepaald substantief te onthouden omdat de uitgangen met de geslachten samenhangen. Zo zijn bijna alle substantieven op -ος mannelijk en zijn alle substantieven op -ι onzijdig.

De uitgangen van de substantieven zijn afhankelijk van de naamval waarin ze staan en de diverse verbuigingen verschillen per geslacht.

De verschillende verbuigingen worden daarom per geslacht op een afzonderlijke pagina behandeld:


Gebruik van hoofdletters

bewerken

Volgende substantieven worden met hoofdletter geschreven:

  • Eigennamen
ο Σταύρος   "Stavros",   η Μαρία   "Maria",   η Αθήνα   "Athene (stad)",   το Κάιρο   "Kaïro",   η Ελλάδα   "Griekenland"
  • Nationaliteiten
ένας Έλληνας   "een Griek",   μια Βελγίδα   "een Belgische"
  • Dagen, maanden, feestdagen
Τρίτη   "dinsdag",   Σάββατο   "zaterdag",   Μάρτιος   "maart",   Νοέμβριος   "november",   Πάσχα   "Pasen"
  • Woorden die naar goden of heiligen verwijzen
η Παναγία   "O.L.Vrouw"
  • Titels van boeken, gebouwen, ...
o Ίλιας   "de Ilias",   ο Παρθενώνας   "het Parthenon"
  • Eretitels

Afgeleide woorden worden echter met een kleine letter geschreven:

ολλανδικός   "Nederlands (adj.)"
τα ελληνικά   "het Grieks (taal)"
πασχαλιά   "paasdagen"
χριστιανός   "een Christen"


Verkleinwoorden

bewerken

In het Grieks worden verkleinwoorden vrij vaak gebruikt (eigenlijk net zoals in het Nederlands). Het wordt gevormd door de uitgang -άκι (het andere accent vervalt natuurlijk).

Een verkleinwoord is altijd onzijdig.

ο μαθητής  →  το μαθητάκι   "leerlingetje"
η κάρτα  →  το καρτάκι   "kaartje"
το παιδί  →  το παιδάκι   "kindje"

>> Nieuwgrieks >> Substantieven

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.