Onderwijs in relatie tot P2P/De Vroente
De Vroente, Vlaams Kennis- en Vormingscentrum voor Natuur en Milieu, maakt deel uit van de dienst Milieuvorming en -educatie van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid. http://www.devroente.be
Waar staan wij voor? Hoe, waar en waarom speelt duurzaamheid en educatie een rol?
bewerkenDe Vroente heeft als opdracht kwaliteitsvolle en vernieuwende initiatieven te ontwikkelen op vlak van natuur- en milieueducatie (NME). Op deze manier wordt er gestreefd naar een draagvlakverbreding voor natuur en milieu. De Vroente ligt in een landelijke omgeving in het uiterste noorden van de provincie Antwerpen. Het is gelegen aan de rand van het Grensoverschrijdend natuurgebied De Zoom-Kalmthoutse Heide. Er valt hier veel te genieten, te ontdekken en te onderzoeken. Het centrum wil mensen op een boeiende en creatieve manier aanzetten tot duurzaam omgaan met de eigen leefomgeving door hen dichter bij de natuur te brengen, door de dialoog aan te gaan over complexe maatschappelijke natuur- en milieuthema’s. De Vroente ontwikkelt een educatief aanbod over natuur, milieu en duurzame ontwikkeling voor diverse doelgroepen. Er worden vormingen en lezingen georganiseerd.
Met wie en voor wie werken wij?
bewerkenZowel andere NME-centra, sociaal-culturele organisaties, natuur- en jeugdverenigingen, leerkrachten uit basis-, secundair, hoger en volwassenenonderwijs, studenten, natuurouders, milieudiensten, vormingsinstellingen, bedrijven, zorginstellingen, kinderopvangcentra… kunnen in De Vroente terecht voor vorming en ondersteuning. Zelf doen, beleven, ervaren, ontdekken en onderzoeken staan steeds centraal. Ook voor het ruime publiek is er een gevarieerd aanbod: uitgestippelde fiets- en wandeltochten, een blote voeten-pad in de educatieve tuin, thematentoonstellingen met actieve kijk-, luister- en doe- activiteiten, themawandelingen met of zonder gids.
Waar en hoe is er potentieel voor P2P? Zijn er ook grenzen?
bewerkenIn De Vroente werd een educatief pakket rond water ontwikkeld voor het secundair onderwijs. “Water in de wereld” is een activiteit waar de verschillende P’s van duurzame ontwikkeling in verwerkt zijn: People (Mensen), Prosperity (Economie), Planet (Ecologie), Participation (Samenwerken) Tijdens deze activiteit maken de leerlingen kennis met de mondiale waterproblematieken . Concreet is dit vertaald in heel wat water-gerelateerde thema’s: Irrigatie, overstromingen, dammen, erosie, kraantjeswater, overbevissing, privatisering, waterrecreatie, drinkbaar water, gletsjers, waterzuivering, opwarming van de aarde, transport over water, verborgen water in voeding,…
De klas wordt in 5 groepjes verdeeld en elke groep krijgt een continent toegewezen waarbij ze de waterproblematieken in dit continent onderzoeken. De problematieken die aan bod komen zijn niet specifiek voor elk continent, maar kunnen zich ook op een ander continent afspelen: bvb. overstromingen,… Voor elk continent zijn vijf opdrachten voorzien:
- Inleidende opdracht: Water in verschillende talen
- Pro/contra: mening over bepaald thema verwoorden
- Foto of (film)ronde: waarden en emoties over beelden
- Zelf een experiment opzetten en uitvoeren
- Verborgen water in voeding berekenen
Bij elke opdracht staat de eigen inbreng, mening en creativiteit centraal. Binnen elk continent gaan de leerlingen met elkaar in discussie en leren zo van elkaar over de verschillende problematieken. Ook hebben leerlingen vaak een andere visie op duurzaamheid dan leerkrachten. De inbreng van leerkracht of begeleider is zeker ook belangrijk voor discussie. Bovendien krijgen de leerlingen ook de kans om eigen ervaringen te delen met de groep en zo soms meer inbrengen dan de leerkracht zelf zou kunnen doen. Door het thema vanuit verschillende invalshoeken te bekijken, worden er ook verbanden gelegd. Op het einde van elke opdracht wordt elk groepje leerlingen aangezet om te rapporteren aan de andere continenten. Het potentieel van P2P zit in het samen kennis en ervaringen delen om naar bepaalde problematieken te kijken om zo een kritische visie en mening te laten vormen. Door zelf een experiment op te stellen wordt het onderzoekend leren gestimuleerd. Bovendien gaat het over een thema dat niet altijd even ver van hun bed is en waardoor leerlingen de dingen die voor ons evident zijn ook eens op een andere manier gaan ervaren. Onze bekommernis bij deze manier van werken is of de leerlingen daadwerkelijk tot leren komen en of ze we allemaal evenveel inbreng (kunnen) hebben. De uiteindelijke vraag blijft wat het effect is van dit leren: Gaan de leerlingen nu anders om met water?
Het programma heeft zeker ook zijn beperkingen en grenzen: Leerlingen zijn zich vaak nog niet voldoende bewust van deze problematiek, daarom is het niet zo evident om leerlingen te laten samenwerken rond dit thema .Ook niet alle leerlingen zijn gemotiveerd om over duurzaamheid mee te denken. Doordat de schriftelijke rapportering niet op digitale basis gebeurt, zullen de resultaten niet veel verder reiken dan het klasniveau, misschien een enkele keer op schoolniveau. We hopen wel dat leerlingen zelf zullen nadenken hoe zij met water omgaan.