• Bafomet: een godheid met de kop van een bok. Bafomet wordt ook vaak verward met het christelijke idee van de duivel. Zie ook Gehoornde God.
  • Bahá'í: een Abrahamitische religie.
  • Baldr:
  • Bar mitswa:
  • Bedevaart
  • Bekering: het overgaan of doen overgaan tot een (ander) godsdienstig geloof. Bij het christendom wordt dit kerstening genoemd.
  • Bel: een oude god die de zon vertegenwoordigt (zonnegod).
  • Besnijdenis:
  • Bhakti: toewijding of devotie, een specifiek begrip in het hindoeïsme en vaishnavisme.
  • Bijbel: een boek van de christenen, bestaande uit het Oude Testament en Nieuwe Testament. In de loop der eeuwen is de inhoud van de bijbel aangepast. Zie ook Dode Zee-rollen.
  • Bijgeloof: geloofsvoorstellingen die onder het volk leven, in afwijking van de voorstellingen volgens de officiële godsdiensten. Bijgeloof wordt ook wel volksgeloof genoemd.
  • Boeddha:
  • Boeddhisme: een dharmistische, non-theïstische wereldreligie. Het is een levensbeschouwelijke en religieuze stroming die werd gestart door Gautama Boeddha.
  • Boomheiligdom: heilige plaatsen, of cultusplaatsen, van verschillende bevolkingsgroepen verspreid over de hele wereld. Een boomheiligdom kan voor één boom staan, maar er wordt ook wel een heilig bos bedoeld. Bij deze heilige bomen komt en kwam men om de goden te vereren, te bidden of te offeren. Deze plekken werden meestal bezocht als heiligdom, maar vaak ook vonden er belangrijke bijeenkomsten (zoals rechtspraak) plaats. In Europa waren het de Kelten en Germanen, waaronder de Saksen, die heilige bomen hadden. Voorbeelden van boomheiligdommen zijn lapjesbomen (ook wel koortsbomen), cloothy trees, spijkerbomen en wensbomen. Tijdens en na de kerstening zijn veel boomheiligdommen vernietigd. De bomen zijn vaak gerooid en op de plek is vaak een ander heiligdom, zoals kruis, kapel of kerk te vinden. Er zijn wereldwijd talloze sagen en legenden verbonden aan de plek, of de plaats waar ooit een boomheiligdom was.
  • Brahma: het ene wezen uit het hindoeïsme.
  • Brahmaan: een lid van de hoogste kaste van het kastensysteem, de functie en taak in het brahmanisme was ongeveer die van priester. Zij kenden de rituelen die koningen dachten nodig te hebben om via hun god Brahma geluk, welvaart en succes te bereiken, en hadden daarom een belangrijke en machtige positie in het oude India. De Brahmanen studeerden de geschriften van de Vedas, waarin die rituelen beschreven worden.
  • Brahmanisme: onderwees dat de Brahmaan uit de mond van de oppergod en schepper Brahma afkomstig was. De Boeddha herdefinieerde het begrip 'Brahmaan', zodat het een meer spirituele betekenis kreeg, overeenkomstig met die van een Arahant of Boeddha die verlichting bereikt heeft. Boeddha was het niet ermee eens dat de Brahmanen uit de mond van Brahma afkomstig waren: immers, men kon zelf zien dat ze uit de moederschoot afkomstig zijn, net als andere mensen.
  • Bron: plaats waar water uit de grond komt. Een bron wordt ook wel wel genoemd en gezien als heiligdom, zoals bij de cloothy well.

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.