Wereldliteratuur omvat literaire werken die op grote schaal zijn verspreid over nationale en regionale grenzen heen en die tegelijkertijd als belangrijk worden beschouwd voor de wereldbevolking. Deze benadering is vergelijkbaar met de overwegingen die hebben geleid tot een begrip als 'werelderfgoed'. De term "Weltliteratur" werd voor het eerst gebruikt door de Duitse dichter, uitgever en vertaler Christoph Martin Wieland, die het begreep als literatuur voor de "man van de wereld". Goethe maakte vanaf 1827 gebruik van de term Weltliteratur in zijn tijdschrift Über Kunst und Altertum en gaf er een betekenis aan die vandaag de dag nog steeds een essentieel onderdeel van het begrip is. In de voetsporen van Goethe - nadenkend over hoe hij het economische begrip van wereldliteratuur als een proces van handel en uitwisseling zag - gebruikten Karl Marx en Friedrich Engels de term in het Communistisch Manifest (1848) om de 'kosmopolitische aard' van de burgerlijke literatuurproductie te beschrijven.

Wereldliteratuur

Wereldliteratuur werd voor het grootste deel van zijn geschiedenis in verband gebracht met een gevestigde canon van voornamelijk West-Europese klassiekers en meesterwerken. Het is echter niet eenvoudig om overeenstemming te bereiken over algemeen erkende criteria om te beslissen welke werken literaire wereldrang krijgen, temeer omdat dit per tijdvak en per regio onderhevig is aan verschillen. Bovendien hebben verschillende naties en volkeren om culturele redenen eigen perspectieven op de betekenis van literatuur. Dit canonieke gebruik van de term "wereldliteratuur" is dus problematisch. Het eurocentrisme in het Westen en de nadruk op de nationale literaturen werd reeds door de 19e-eeuwse Duitse schrijver Goethe als te beperkend ervaren. Zijn kosmopolitische visie en idealisme zouden vanaf de 21e eeuw de basis vormen van een nieuwe studie binnen de comparatieve literatuurwetenschap die in de eerste plaats op zoek zou gaan naar culturele verbondenheid over de grenzen heen.

In zijn verhandeling over 'De huidige taken van de comparatieve literatuur' uit 1877 theoretiseerde de Hongaarse onderzoeker Hugó Meltzl over wereldliteratuur als fenomeen. Hij nam Goethes Duitse uitgangspunt over en pleitte voor polyglotisme. Hij stelde, kritisch over de toenmalige opvatting van de wereldliteratuur, dat "tegenwoordig elke natie zijn eigen 'wereldliteratuur' verlangt zonder echt te weten wat ermee wordt bedoeld. Tegenwoordig beschouwt elke natie zichzelf superieur aan alle andere naties. […]" Dit 'ongezond natieprincipe' vormde volgens hem het fundamentele uitgangspunt van het spirituele leven van heel het moderne Europa. Hij was zelf voorstander van de term, maar voerde aan dat het eerder een onbereikbaar doel was dan een feit: "Echte wereldliteratuur" kan daarom alleen een onbereikbaar ideaal zijn waarnaar alle onafhankelijke literatuur, dat wil zeggen alle naties, niettemin zouden moeten naar streven.

Doel van dit wikibook bewerken

In dit wikibook wordt zowel aandacht besteed aan de theoretische basis van de studie van de wereldliteratuur, als aan de werken zelf die tot 4000 jaar wereldliteratuur behoren: van het anonieme Sumerische Gilgamesh-epos tot Ik heet Karmozijn van de Turkse schrijver Orhan Pamuk.

Definitie bewerken

Een werkbare definitie is de vaak geciteerde opvatting van de Amerikaanse literatuurwetenschapper David Damrosch. In What is World Literature? schrijft hij: “I take world literature to encompass all literary works that circulate beyond their culture of origin either in translation or in their original language." Met andere woorden: er is sprake van wereldliteratuur wanneer een literair werk de eigen regionale, culturele en taallkundige grenzen overschrijdt, al dan niet in vertaling.

Criteria bewerken

David Damrosch stelt in 'What is World Literature?' vier criteria voor waaraan een werk moet beantwoorden om als wereldliteratuur te gelden:

  1. Het heeft de grenzen van naties of landen en talen overschreden. Dat wil zeggen dat het vertaald is.
  2. Het dient te worden opgenomen in enkele gezaghebbende bloemlezingen van de wereldliteratuur.
  3. Het moet ook gewone lezers kunnen bereiken om de erfenis te kunnen worden van verschillende generaties schrijvers.
  4. De auteur dient kritische reacties te ontvangen (literaire kritiek/receptie) door geleerden of critici van andere landen of culturele contexten; zelfs wanneer het werk controverses veroorzaakt, betekent dit toch dat het een bepaalde kritische waarde heeft.

Keuze van teksten bewerken

Wat wel of niet behoort tot wereldliteratuur blijft echter aan discussie onderhevig. Elke literaire selectie of canon is immers tijd - en cultuurgebonden en heeft geen eeuwigheidswaarde.

De vertaler als hoofdrolspeler bewerken

Uitermate belangrijk in deze uitwisseling is de rol die vertalers spelen. Niet elk werk dat wordt vertaald heeft echter evenveel literaire waarde, zodat er hoe dan ook sprake is van het bestaan van een canon.

Het eutrocentrisme, alsmede de dominatie van het Engels heeft al neveneffect dat potentieel waardevol en interessant werk uit kleine taalgebieden niet wordt vertaald. Een tweede gevolg is dat schrijvers uit die landen trachten te beantwoorden aan de verwachtingen die lezers uit de westerse cultuur hebben over verhalen uit vreemde landen (clichés bvb.)

Het feit dat bij vertaling ("de ziel van") het oorspronkelijke werk wordt veranderd, ziet Damrosch niet als een nadeel, en hij spreekt zelf over het vertaalde werk als 'gains from translation', een opvatting die niet algemeen aanvaard wordt.

Nederlandstalige literatuur als wereldliteratuur bewerken

Nederland en Vlaanderen spelen vanwege het kleine aantal taalgebruikers in vergelijking met Engels, Frans, Spaans en Duits slechts een marginale rol op het vlak van wereldliteratuur. Tot de in het buitenland bekendste auteurs uit ons taalgebied - zeg maar de klassieken - behoren onder meer Jacob van Maerlant (1230-1300), Jan Van Ruusbroec (1293-1381), de auteur van 'Elckerlijc' (15e eeuw), Joost van den Vondel (1586-1679), Multatuli (1820-1887), Hendrik Conscience (1812-1883), Louis Couperus (1863-1923), Johan Huizinga (1872-1945).

Een groot aantal vertalingen van een boek is een sterke indicatie dat het tot de wereldliteratuur behoort. Deze lijst uit mei 2017 met de meest vertaalde Nederlandstalige romans geeft de volgende rangschikking:[1]

  1. Het Achterhuis, Anne Frank - 56 talen.
  2. De aanslag, Harry Mulisch - 38 talen
  3. Het volgende verhaal, Cees Nooteboom - 27 talen
  4. Max Havelaar, Multatuli - 25 talen
  5. Minoes, Annie M.G. Schmidt - 25 talen
  6. De Passievrucht, Karel Glastra van Loon - 18 talen
  7. Het verdriet van België, Hugo Claus - 15 talen
  8. De virtuoos, Margriet de Moor - 14 talen
  9. Abessijnse kronieken, Moses Isegawa - 13 talen
  10. Blauwe maandagen, Arnon Grunberg - 12 talen

Het diner van Herman Koch zou inmiddels al in minstens 33 talen verschenen zijn.[2]


---------- GA VERDER met Wereldliteratuur/Goethe en weltliteratur ----------
  1. Edito.nl magazine.
  2. Volkskrant.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.