Engelse literatuur/John Donne
John Donne was een toonaangevend metafysisch dichter en predikant. Hij leefde van ongeveer 1572 tot 31 maart 1631. Zijn poëtisch werk omvatte liefdesgedichten, satires en religieuze verzen. Zowel zijn poëzie als zijn preken getuigen van een krachtig en vindingrijk intellect.
Metaphysical poets
Metaphysical poets (metafysische dichters) is de benaming voor een heterogene groep van Britse lyrische dichters uit de eerste helft van de 17e eeuw, die dezelfde interesse deelden in de grote metafysische vragen en deze op dezelfde manier behandelden. Hun nauwgezet opgebouwde en energieke gedichten doen een krachtig appel aan het intellect van de lezer in plaats van aan diens emoties. Zij verwerpen intuïtie of mystiek ten gunste van een rationeel discours. De stijl van de metafysische dichters, inventief en doorwrocht, wordt gekenmerkt door de aanwending van 'metaphysical conceits', sterk uitgewerkte en originele metaforen die in het gedicht dingen met elkaar in verband brengen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. De kracht van de paradox is een kunstgreep waar deze dichters vaak beroep op doen om de lezer op het verkeerde been te zetten. Een voorbeeld van zulke 'conceit' vindt men in John Donnes gedicht To his mistress going to bed, waarin hij het lichaam van zijn geliefde met een te ontginnen land (Amerika) vergelijkt, of Andrew Marvells metafoor van de ziel die hij als een dauwdruppel beschrijft. De dichters van deze beweging werden voor het eerst in 1744 "metaphysical poets" genoemd door Samuel Johnson, in zijn The Lives of the Poets. In deze groep bracht hij onder de naam "School van Donne" dichters samen als George Herbert, Andrew Marvell, Thomas Traherne, Richard Crashaw en Henry Vaughan. John Donne erkende hij hiermee als de centrale persoonlijkheid die door de diversiteit en reikwijdte van zijn poëzie de periode domineerde. Het was echter de dichter en literair criticus John Dryden die bijna 50 jaar eerder het metafysische karakter van John Donnes poëzie had opgemerkt. Zowel Dryden als Johnson keken nogal afkeurend neer op deze stijl van poëzie, die ze abstractie en een te buitensporig gebruik van beelden verweten. De metaphysical poets werden in de 18e en 19e eeuw in de schaduw gezet door de romantische en victoriaanse dichters, maar 20e-eeuwse lezers en onderzoekers tonen opnieuw belangstelling voor hen. Met name T.S. Eliot die in zijn essay The Metaphysical Poets uit 1921 de zeer anti-romantische en intellectuele kwaliteiten van hun gedichten prees, was degene die hun poëzie weer in de gunst van de lezers bracht. |
Leven
bewerkenDonne werd einde 1571 of in de eerste helft van 1572 geboren in Londen. Zijn familie was rooms-katholiek en werd om die reden gediscrimineerd en juridisch benadeeld. Zijn vader was een vooraanstaand lid van een van de Londense gilden - the Ironmongers Company - maar stierf al in 1576. Zijn moeder Elizabeth was de dochter van een toneelschrijver, John Heywood, de zus van een jezuïet, en een groot-nicht van de katholieke martelaar Thomas More. Al snel na de dood van haar man trouwde Elizabeth met een rijke dokter, John Syminges. Binnen een paar jaar overleden drie van de jongere broers en zussen van Donne. Toen hij elf jaar was, ging Donne naar de universiteit van Oxford: katholieke kinderen gingen vaak op zeer jonge leeftijd naar de universiteit omdat dit sommige juridische belemmeringen omzeilde waar katholieken mee te maken kregen. Hij verliet de universiteit zonder een diploma, omdat hij geweigerd zou hebben om de Oath of Supremacy te zweren die een erkenning inhield dat Elizabeth I het hoofd was van de kerk. Mogelijk ging hij naar de universiteit van Cambridge, vervolgens trok hij naar het buitenland. In 1592 was hij in Lincoln's Inn, een van de Inns of Court in Londen, om daar rechten te studeren. Het jaar daarop werd zijn broer Henry gearresteerd wegens het onderdak verlenen aan een katholieke priester - Henry overleed in de gevangenis. Na deze ingrijpende ervaring begon Donne zich van de katholieke kerk te distantiëren.
In 1596 en 1597 nam hij deel aan expedities tegen de Spanjaarden, toentertijd de belangrijkste katholieke macht. Bij zijn terugkeer werd hij benoemd tot secretaris van een senior minister, Sir Thomas Egerton, 'Hoeder van het Grote Zegel'. Hij bevond zich nu in het centrum van de macht. In deze periode kreeg hij ook een reputatie als rokkenjager. Hij ontmoette Egertons nichtje, Anne More, en werd verliefd op haar. Tegen de wil van haar familie, trouwden ze in het geheim in 1601. Dit wekte de toorn op van Egerton, en Donnes succesvolle carrière kwam tot een einde. Omwille van dat huwelijk werd Donne korte tijd zelfs gevangengezet. Izaak Walton, die een leven van Donne schreef, zegt dat Donne grapte: "John Donne, Anne Donne, undone."
Verarmd woonde hij nu in een huis dat een van de neven van zijn vrouw in Surrey hun had bezorgd en trachtte zo goed als mogelijk te overleven met een inkomen uit de rechtspraktijk. Zijn financiële positie werd er zeker niet beter op door het aantal kinderen dat het koppel kreeg. Verschillende van hen werden dood geboren, een aantal stierf in de vroege kindertijd. In 1602 werd Donne lid van het Parlement. Voor zijn inkomen was hij nog steeds afhankelijk van giften van zijn rijke vrienden en hij schreef ook gedichten op bestelling. Gedurende enkele jaren trachtte hij een regeringsjob te versieren, maar dat lukte niet. Koning Jacobus I was onder de indruk van een aantal van zijn anti-katholieke geschriften en spoorde hem aan om zich tot de Anglicaanse Kerk te bekeren (wat zijn carrièrevooruitzichten aanzienlijk zou verbeteren), maar Donne bleef aarzelen. Het gezin verhuisde naar Londen, en ondanks al zijn inspanningen slaagde Donne er niet in om een hoge seculiere post te krijgen.
Uiteindelijk trad Donne dan toch toe tot de Engelse kerk en werd in 1615 benoemd tot koninklijk kapelaan. Hij kreeg al snel een sterke reputatie voor zijn preken. In 1616 werd hij benoemd tot lector in Divinity in Lincoln's Inn. Financieel had hij eindelijk zekerheid verworven. In 1617 overleed echter zijn geliefde vrouw Anne, na de geboorte van een doodgeboren kind. Izaak Walton zegt dat Donne daarvan emotioneel nooit meer helemaal herstelde.
In 1619 reisde Donne op het Europese vasteland als kapelaan van burggraaf Doncaster, die Jacobus I had uitgestuurd om te proberen vrede te stichten tussen de protestanten van Bohemen en de katholieke Duitse keizer. Na zijn terugkeer in Engeland in 1620 werd Donne deken van St. Paul's, een positie die hij bekleedde tot aan zijn dood. In 1623 had hij een bijna fatale ziekte. In 1624 werd hij vicaris van St Duinstan-in-the West in Londen, en het volgende jaar werd hij benoemd tot kapelaan van Karel I. Hij had nu een groot inkomen. John Donne stierf in 1631, mogelijk aan maagkanker, en werd begraven in de St Paul's Cathedral in Londen.
..............(wordt nog verder uitgewerkt)..................
Bibliografie
bewerkenPoëzie
bewerken- Poems (1633)
- Poems on Several Occasions (2001)
- Love Poems (1905)
- John Donne: Divine Poems, Sermons, Devotions and Prayers (1990)
- The Complete English Poems (1991)
- John Donne's Poetry (1991)
- John Donne: The Major Works (2000)
- The Complete Poetry and Selected Prose of John Donne (2001)
Proza
bewerken- Six Sermons (1634)
- Fifty Sermons (1649)
- Paradoxes, Problemes, Essayes, Characters (1652)
- Essayes in Divinity (1651)
- Sermons Never Before Published (1661)
- John Donne's 1622 Gunpowder Plot Sermon (1996)
- Devotions Upon Emergent Occasions and Death's Duel (1999; eerste publicatie 1624)
Externe links
bewerken- Overzicht van Nederlandse vertalingen van Donnes poëzie, xs4all.nl
- John Donne, Leven en werk, Nederlandstalige website over John Donne
- A Valediction of Weeping en A Valediction: Forbidding Mourning van John Donne, cultureel weblog
- John Donne, van liefdesdichter en paria tot vroom predikant , cultureel weblog
- In de schaduw van uw vleugelen: preken van John Donne, vertaald door dr. Jan T. Bakker (GoogleBooks)
Bronnen
- The Cambridge Companion to John Donne, Cambridge University Press 2006, ISBN: 978-0-521-54003-2
- John Donne's Poetry, A Norton Critical Edition, Uitg. W.W. Norton 2007, ISBN: 978-0-393-92648-4
- The Cambridge Companion to English Poetry - Donne to Marvell, edited by Thomas N. Corns, Cambridge University Press 1993, ISBN: 0-521-42309-0