Mindfulness/Lucide droom
Dit boek is in ontwikkeling. Volg de wijzigingen door bij elk hoofdstuk op de ster te klikken of gebruik de toetscombinatie [alt+shift+w].
In een lucide droom weet de dromer - heeft een toestand van mindfulness - dat hij aan het dromen is. Een toestand die - zoals blijkt uit onderzoek - ieder mens wel eens heeft bereikt of kan bereiken. Iemand die deze toestand kan oproepen en aansturen noemt men een oneironaut (het Griekse woord voor "droomreizigers"). Het onderzoeken van dromen als toegangspoort tot het onbewuste, is een belangrijke pijler in het werk van de Zwitserse psychiater en psychotherapeut Carl Jung in navolging van Sigmund Freud. Het belang van dromen en het kunnen sturen ervan is in veel culturen erkend. Voor mindfulness dromen is het sturen misschien minder van belang, wel een eventuele dialoog met de hoofdrolspelers uit de droom.
Oneironaut
bewerkenEen oneironaut is iemand die in staat is om naar bed te gaan en te ontwaken in zijn of haar droom en het zo kan hanteren als zijnde in een wakkere toestand. De oneironaut beschikt over een vrije wil tijdens het dromen, kan die verkennen en aanpassen en zich alles nadien scherp herinneren. Iedereen blijkt met bepaalde technieken een oneironaut te kunnen worden. Deze technieken behelzen het verbinden met de droomwereld, het creëren van een lucide droom te hebben en wat daarin te doen. Een van de eerste vaardigheden die men daartoe ontwikkelt is het beantwoorden van de vraag; "ben ik aan het dromen?".
Culturen
bewerkenIn vele verscheidene culturen heeft (lucide) dromen een prominente plaats. Men zag het niet hebben van een connectie met de droomwereld als een spiritueel of emotioneel gemis. Voorbeelden van culturen die lucide dromen belangrijk vinden zijn de
- primitieve volkeren
- Egyptenaren
- Hindoes
- Grieken
- Joden
- Tibetanen
- Chinezen
- Sumeriërs
- Romeinen
Methode
bewerkenOm te komen tot een lucide droom kan men de volgende overwegingen of stappen (in volgorde) nemen ter ondersteuning;
- Remslaap
- Bestudeer het fenomeen remslaap en begrijp dat het dezelfde patronen kent als bij ontwaakt zijn.
- Bij het dromen zijn er geen externe stimuli en dus creëren we droomervaringen vanuit gedachten en emoties, waardoor we onze innerlijke wereld gewaarworden.
- Het is belangrijk te weten wanneer de remslaap zijn opwachting doet tijdens het slapen.
- Intentie
- Omdat ons brein geen verschil kent tussen een gedachte en een actie, kunnen we dit gebruiken om mentaal alvast te oefenen om later lucide te worden.
- Visualiseer dat je in een droom bent en de sensatie ervaart dat je ervan bewust bent.
- Probeer een gevoel van dankbaarheid voor een lucide droom op te wekken al voordat je er eentje gehad hebt.
- Formuleer een simpele intentie als; "ik ontwaak tijdens mijn droom".
- Ontwikkel een sterk verlangen om bewust te dromen en zorg dat je deze vlak voor het slapen extra aanwakkert.
- Onthouden
- Besef dat je na het ontwaken maar een klein deel van de droom zult herinneren, dat de droom een waardevolle ervaring is en wakker een gevoel van zonde voor het gemiste deel aan.
- Zorg voor een goed bed ritueel zoals vaste slaaptijden en voldoende slaapduur.
- Oefen om langzaam en bewegingsloos wakker te worden.
- Ga niet verder in het leren van lucide dromen tot je minimaal 1 droom per nacht kunt herinneren.
- Droomjournaal
- Besef dat het opschrijven van je droom de beste manier is om hem goed te herinneren en om verborgen inzichten te herkennen.
- Probeer droomtekens (terugkerende elementen) in je dromen te herkennen, zodat je een droomtoestand makkelijker leert vast te stellen.
- Schrijf meteen in korte highlights je droom na het ontwaken op. Later kun je ze uitwerken.
- Reality check
- Vraag jezelf gedurende de dag meerdere malen (minimaal 5 keer) en regelmatig af of je eigenlijk niet droomt. De kans is groot dat je dit patroon ook toepast tijdens het dromen, zodat je dat een droomtoestand kunt vaststellen.
- Nadat je de vraag hebt gesteld kun je een fysieke test doen om de vraag te beantwoorden zoals;
- Kan ik absurd hoge sprongen maken of zelfs zweven?
- Als ik mijn neus dichtknijp, kan ik dan nog ademen?
- Kan ik mijn vinger door de handpalm van een hand duwen?
- Zie ik vaste elementen (zoals een tekst of omgeving) spontaan veranderen?
- Als ik in een spiegel kijk zie ik er dan zoals gebruikelijk uit?
- Zien mijn handen er normaal (aantal vingers) uit?
Bronnen
bewerkenVerdieping
bewerkenDe volgende open en gratis bronnen kunnen helpen bij verdere verdieping in deze materie:
Verwijzingen
bewerkenOrganisaties
Begrippen
Referenties