Een bijvoeglijk naamwoord is een naamwoord dat extra informatie geeft ®over een zelfstandig naamwoord waar het vlak bij (meestal naast) staat. Bijvoorbeeld:
- Het mooie huis
- De moedige slaaf
- Vele zonnen
- Verschrikkelijke beesten
In het Grieks past het bijvoeglijk naamwoord zich, net zoals vele andere talen met een grammaticaal geslacht, aan aan het zelfstandig naamwoord waarover dit bijvoeglijk naamwoord informatie geeft. Dat wil zeggen: het bijvoeglijk naamwoord krijgt een bepaalde uitgang die zich richt naar het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig), het getal (enkelvoud of meervoud) en de naamval (nominativus, genitivus, dativus, accusativus of vocativus) van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort (we noemen dit ook wel congruentie). Bijvoorbeeld:
- Ἡ οἰκια ἡ καλη (Het mooie huis)
- Ὁ δουλος ὁ ἀνδρειος (De moedige slaaf)
- Πολλοι ἡλιοι (Vele zonnen)
- Δεινα θηρια (Verschrikkelijke beesten)
-Let op, bijvoeglijke naamwoorden kunnen vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan in het Grieks. Staan de bijvoeglijke naamwoorden erachter, dan wordt het lidwoord herhaald (zie de voorbeeldzinnen 1 en 2).
In de woordenlijst staan bijvoeglijke naamwoorden altijd in de nominativus enkelvoud mannelijk (meestal eindigend op -ος), en zonder lidwoord. Als het zelfstandig naamwoord in de zin, waarover het bijvoeglijk naamwoord wat zegt, niet in de nominativus, maar in een ander naamval staat, verandert ook het bijvoeglijk naamwoord naar dezelfde naamval als het zelfstandig naamwoord waarover het bijvoeglijk naamwoord iets zegt, bijvoorbeeld:
- Ὁ δεσποτης πολλους ἱππους ἐχει. (De heerser heeft vele paarden.)
Klinkerstammen
bewerkenNiet-contracte klinkerstammen
bewerkenTot deze groep behoren de bijvoeglijke naamwoorden met een stam die eindigt op een -ο (omikron) in het mannelijk en onzijdig en op een -η (ēta) in het vrouwelijk. Als basismodel gebruiken we "ἀγαθός" (goed).
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | |
Nominatief | ἀγαθός | ἀγαθή | ἀγαθόν | ἀγαθώ | ἀγαθά | ἀγαθώ | ἀγαθοί | ἀγαθαί | ἀγαθά |
Vocatief | ἀγαθέ | ἀγαθή | ἀγαθόν | ἀγαθοί | ἀγαθαί | ἀγαθά | |||
Accusatief | ἀγαθόν | ἀγαθήν | ἀγαθόν | ἀγαθούς | ἀγαθάς | ἀγαθά | |||
Genitief | ἀγαθοῦ | ἀγαθῆς | ἀγαθοῦ | ἀγαθοῖν | ἀγαθαῖν | ἀγαθοῖν | ἀγαθῶν | ἀγαθῶν | ἀγαθῶν |
Datief | ἀγαθῷ | ἀγαθῇ | ἀγαθῷ | ἀγαθοῖς | ἀγαθαῖς | ἀγαθοῖς |
Als tweede voorbeeld de volledige verbuiging van δεινος (verschrikkelijk):
- Enkelvoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig nominativus δεινος δεινη δεινον genitivus δεινου δεινης δεινου dativus δεινῳ δεινῃ δεινῳ accusativus δεινον δεινην δεινον
- Meervoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig nominativus δεινοι δειναι δεινα genitivus δεινων δεινων δεινων dativus δεινοις δειναις δεινοις accusativus δεινους δεινας δεινα
De ιερ-adjectieven
bewerkenZoals bij de zelfstandige naamwoorden wordt de eind-ēta een -ᾱ (lange alpha) wanneer er een ι, ε of ρ vóór staat (de zogenaamde ιερ-woorden). In het meervoud is deze verbuiging identiek aan die van ἀγαθός. Als basismodel gebruiken we "νέος" (nieuw)[1]
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | |
Nominatief | νέος | νέα | νέον | νέω | νέα | νέω | νέοι | νέαι | νέα |
Vocatief | νέον | νέαν | νέα | νέους | νέας | νέα | |||
Accusatief | νέου | νέας | νέου | νέοιν | νέαιν | νέοιν | |||
Genitief | νέων | νέων | νέων | νέῳ | νέᾳ | νέῳ | νέοις | νέαις | νέοις |
Datief | {{{31}}} | {{{32}}} | {{{33}}} | {{{34}}} | {{{35}}} | {{{36}}} |
De adjectieven met twee uitgangen
bewerkenSommige bijvoeglijke naamwoorden hebben in het mannelijk en het vrouwelijk dezelfde uitgangen, namelijk die van het mannelijk. Dit komt vooral (maar niet uitsluitend) voor bij samengestelde bijvoeglijke naamwoorden. Als basismodel gebruiken we "ἄδικος" (onrechtvaardig).
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | |
Nominatief | ἄδικος | ἄδικον | ἀδίκω | ἀδίκω | ἄδικοι | ἄδικα |
Accusatief | ἄδικον | ἄδικον | ἀδίκους | ἄδικα | ||
Genitief | ἀδίκου | ἀδίκου | ἀδίκοιν | ἀδίκοιν | ἀδίκων | ἀδίκων |
Datief | ἀδίκῳ | ἀδίκῳ | ἀδίκοις | ἀδίκοις |
Contracte klinkerstammen
bewerkenTot deze groep behoren de bijvoeglijke naamwoorden met een stam die eindigt op -εο (epsilon-omikron) in het mannelijk en onzijdig en op -εα (epsilon-alpha) in het vrouwelijk. Deze klinkercombinaties worden meestal samengetrokken volgens de contractieregels, behalve wanneer de niet-contracte verbuiging volgens ἀγαθός een α (alpha) in de schijnuitgang heeft. Dan is het resultaat van de contractie ᾶ. Als basismodel gebruiken we "χρυσοῦς" (gouden). De meeste stofnamen vallen onder deze groep.
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | |
Nominatief | χρυσοῦς | χρυσῆ | χρυσοῦν | χρυσώ | χρυσά | χρυσώ | χρυσοῖ | χρυσαῖ | χρυσᾶ |
Vocatief | χρυσοῦν | χρυσῆν | χρυσοῦν | χρυσοῦς | χρυσᾶς | χρυσᾶ | |||
Accusatief | χρυσοῦ | χρυσῆς | χρυσοῦ | χρυσοῖν | χρυσαῖν | χρυσοῖν | |||
Genitief | χρυσῶν | χρυσῶν | χρυσῶν | χρυσῷ | χρυσῇ | χρυσῷ | χρυσοῖς | χρυσαῖς | χρυσοῖς |
Datief | {{{31}}} | {{{32}}} | {{{33}}} | {{{34}}} | {{{35}}} | {{{36}}} |
Ook bij deze groep geldt de regel van de ιερ-woorden: een bijvoeglijk naamwoord zoals "ἀργυροῦς (zilver) heeft als nominatief vrouwelijk enkelvoud ἀργυρᾶ.
Medeklinkerstammen
bewerkenNiet-contracte medeklinkerstammen
bewerkenAls basismodel gebruiken we "ἄφρων" (dwaas).
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | |
Nominatief | ἄφρων | ἄφρον | ἄφρονε | ἄφρονε | ἄφρονες | ἄφρονα |
Accusatief | ἄφρονα | ἄφρον | ἀφρονας | ἄφρονα | ||
Genitief | ἄφρονος | ἄφρονος | ἀφρόνοιν | ἀφρονοιν | ἀφρόνων | ἀφρόνων |
Datief | ἄφρονι | ἄφρονι | ἄφροσι(ν) | ἄφροσι(ν) |
Contracte medeklinkerstammen
bewerkenAls basismodel gebruiken we "ἀληθής" (waar, echt).
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | Mannelijk & vrouwelijk |
Onzijdig | |
Nominatief | ἀληθής | ἀληθές | ἀληθεῖ | ἀληθεῖ | ἀληθεῖς | ἀληθῆ |
Accusatief | ἀληθῆ | ἀληθές | ἀληθεῖς | ἀληθῆ | ||
Genitief | ἀληθοῦς | ἀληθοῦς | ἀληθοῖν | ἀληθοῖν | ἀληθῶν | ἀληθῶν |
Datief | ἀληθεῖ | ἀληθεῖ | ἀληθέσι(ν) | ἀληθέσι(ν) |
Wisselstammen
bewerkenEen klein aantal bijvoeglijke naamwoorden heeft een gemengde verbuiging. In het mannelijk volgen ze gewoon de medeklinkerstammen, maar in het vrouwelijk krijgen ze er een kenmerkend invoegsel bij (steeds een jod of sigma) en volgen ze de klinkerstammen.
Niet-contracte wisselstammen
bewerkenAls basismodel gebruiken we "μέλας" (zwart).
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | |
Nominatief | μέλας | μέλαινα | μέλα | μέλανε | μελαίνα | μέλανε | μέλανες | μέλαιναι | μέλανα |
Vocatief | μέλανα | μέλαιναν | μέλαν | μέλανας | μελαίνας | μέλανα | |||
Accusatief | μέλανος | μελαίνης | μέλανος | μελάνοιν | μελαίναιν | μελάνοιν | |||
Genitief | μελάνων | μελαινῶν | μελάνων | μέλανι | μελαίνῃ | μέλανι | μέλασι(ν) | μελαίναις | μέλασι(ν) |
Datief | {{{31}}} | {{{32}}} | {{{33}}} | {{{34}}} | {{{35}}} | {{{36}}} |
Contracte wisselstammen
bewerkenAls basismodel gebruiken we "ἡδύς" (aangenaam).
Enkelvoud | Tweevoud | Meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | |
Nominatief | ἡδύς | ἡδεῖα | ἡδύ | ἡδεῖ | ἡδεία | ἡδεῖ | ἡδεῖς | ἡδεῖαι | ἡδέα |
Vocatief | ἡδύν | ἡδεῖαν | ἡδύ | ἡδεῖς | ἡδείας | ἡδέα | |||
Accusatief | ἡδέος | ἡδείας | ἡδέος | ἡδέοιν | ἡδείαιν | ἡδέοιν | |||
Genitief | ἡδέων | ἡδειῶν | ἡδέων | ἡδεῖ | ἡδείᾳ | ἡδεῖ | ἡδέσι(ν) | ἡδείαις | ἡδέσι(ν) |
Datief | {{{31}}} | {{{32}}} | {{{33}}} | {{{34}}} | {{{35}}} | {{{36}}} |
Onregelmatig
bewerkenEr zijn ook onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden in het Grieks, waaronder πολυς (veel) en μεγας (groot). De verbuiging hiervan is deels afwijkend:
Bijvoeglijk naamwoord μεγας enkelvoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig nominativus μεγας μεγαλη μεγα genitivus μεγαλου μεγαλης μεγαλου dativus μεγαλῳ μεγαλῃ μεγαλῳ accusativus μεγαν μεγαλην μεγα
Bijvoeglijk naamwoord μεγας meervoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig nominativus μεγαλοι μεγαλαι μεγαλα genitivus μεγαλων μεγαλων μεγαλων dativus μεγαλοις μεγαλαις μεγαλοις accusativus μεγαλους μεγαλας μεγαλα
Bijvoeglijk naamwoord πολυς enkelvoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig nominativus πολυς πολλη πολυ genitivus πολλου πολλης πολλου dativus πολλῳ πολλῃ πολλῳ accusativus πολλυν πολλην πολυ
Bijvoeglijk naamwoord πολυς meervoud
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig nominativus πολλοι πολλαι πολλα genitivus πολλων πολλων πολλων dativus πολλοις πολλαις πολλοις accusativus πολλους πολλας πολλα
- De stam bij πολυς is eigenlijk πολλ-, behalve bij de mannelijke en onzijdige nominativi en accusativi.
- De stam bij μεγας is eigenlijk μεγαλ-, ook hier weer met uitzondering van de mannelijke en onzijdige nominativi en accusativi.