Oudgrieks/Blok 1/A-Accenten

-- Inleiding --

-- Basiscursus --

  1. Inleiding
  2. Een korte geschiedenis
    1. De Donkere Eeuwen
    2. Een bloei van beschaving
    3. Oorlogen en conflicten
    4. De Klassieke Periode
    5. Alexander de Grote en de Hellenistische Periode
  3. Blok 1
  4. Blok 2
  5. Blok 3
  6. Blok 4
  7. Blok 5
  8. Blok 6
  9. Samenvatting
  10. Afsluiting

-- Taaloverzicht --

  1. Klankleer
    1. Alfabet
  2. Vormleer
    1. Lidwoorden
    2. Zelfstandige naamwoorden
    3. Adjectieven
    4. Bijvoeglijke naamwoorden
    5. Werkwoorden
    6. Voornaamwoorden
    7. Bijwoorden
    8. Telwoorden
  3. Syntaxis
    1. De zin

-- Woordenlijst --


Het Oudgrieks kent een aantal diakritische tekens of accenten*. Er is hierin een onderscheid te maken tussen accenten voor uitspraak en voor klank- en toonhoogte.

De eerste groep accenten zijn de spiritus: de spiritus asper (lett. ruwe adem, in het Grieks δασύ πνεῦμα, ziet eruit als ῾) en de spiritus lenis (lett. zachte adem, ψιλόν πνεῦμα, ᾿). Deze tekentjes, die er uitzien als halve cirkeltjes, staan op de eerste klinker of rho van een woord. De spiritus beïnvloedt de uitspraak: een spiritus asper op de eerste klinker is het equivalent van een "h". Zo klinkt als "ha"” en als "ho". De spiritus lenis beïnvloedt de uitspraak niet, maar moet wel op de eerste klinker van een woord staan als dit woord niet begint met een h. Bij hoofdletters worden spiritus niet óp, maar voor de letter geschreven. Bij een tweeklank die als één klank uitgesproken wordt, staat de spiritus op de tweede klinker.

De tweede groep accenten omvat de acutus (ὀξεία), de gravis (βαρεία) en de circumflexus (περισπωμένη). In tegenstelling tot het accent in het Spaans, dat de klemtoon aangeeft, of in het Frans, waarin het de uitspraak van de letter verandert, is het accent in het Oudgrieks een indicatie voor de toonhoogte van de uitspraak. Een acutus verhoogt de toon, een gravis geeft een onveranderde toonhoogte aan of een verlaagde (welk van beide het is, is niet geheel zeker) en de circumflexus geeft een verhoging met direct daaropvolgend een verlaging van de toonhoogte weer. Net als bij de spiritus worden de acutus en gravis aan het begin van een woord vaak vóór de klinker geschreven. Om Oudgrieks te leren is het niet per se nodig om de regels van de accenten te kennen, het zal om die reden niet behandeld worden in de lessen.

Een derde diakritisch teken dat niet binnen deze drie categorieën past, maar ook niet als echt diakritisch teken gezien wordt, is het trema (διαλυτικά). Dit teken doet hetzelfde als in het Nederlands; het scheidt twee klinkers van elkaar die anders als één klank worden uitgesproken. Zo wordt normaal ει uitgesproken als [eː], een lange e, en εϊ als [e.i:] dat ongeveer moet klinken als eï of eji.

* Voor een juiste weergave van deze accenten moet een lettertype op je computer aanwezig zijn dat polytonische orthografie kan weergeven; accenten, spiritus en iota subscriptum. Onder andere het Unicode lettertype Code2000 ondersteunt dit.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.