Renaissance/Beeldende kunsten
De meest prominente kunstvormen tijdens de renaissance waren schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur en kunstambachten.
Schilderkunst
bewerkenItalië
bewerkenLeonardo da Vinci (1452-1519), het 'universele genie', was een van de Italiaanse kunstenaars die de kunst domineerde tijdens de hoogrenaissance. Leonardo bracht een leven lang studie door met het zorgvuldig zoeken, noteren en reproduceren van zijn observaties van de natuurlijke wereld. Zijn gebruik van olieverf stelde hem in staat het licht en de effecten ervan op landschappen, portretten en objecten natuurlijker en met grotere dramatische effecten uit te beelden.
Michelangelo (1475-1564) koos met zijn kunst een andere richting, die hem onderscheidde van Da Vinci. In zijn schilderijen en sculpturen toont hij vooral interesse in het observeren en uitbeelden van het menselijk lichaam. Zijn missie onder paus Julius II om het plafond van de Sixtijnse Kapel te schilderen resulteerde in een meesterwerk van figuratieve compositie, dat een grote impact zou hebben op later generaties Europese kunstenaars.
De derde grootste kunstenaar van de hoogrenaissance was Raphael (1483-1520). Ondanks zijn korte leven schilderde hij een aantal levendige en boeiende portretten, waaronder veel afbeeldingen van de Madonna en het Kind Jezus, en portretten van paus Julius II en zijn opvolger Leo X.
Giovanni Bellini (1430-1516) was de vertegenwoordiger van de hoge renaissance uit Noord-Italië. Zijn werk bevat verschillende grote altaarstukken. De Sacra conversazione, die een groep van de Maagd Maria en heiligen toont, is een van zijn bekendste meesterwerken. Zijn tijdgenoot Giorgione liet een klein aantal raadselachtige werken na, waaronder La Tempesta (De storm), waarvan het thema onderwerp van veel speculatie werd.
Frankrijk
bewerkenDe Franse kunstenaars waren vaak aan het hof verbonden (ook Leonardo da Vinci verbleef en werkte er een tijd). Beroemde Franse kunstenaars zijn de drie gebroeders Van Limburg (ca. 1400), makers van Les Très Riches Heures du Duc de Berry. Jean Fouquet (ca. 1420-1480) was een Franse kunstschilder die zich specialiseerde in miniaturen. Ook de in Nederland geboren Franse kunstschilder Corneille de Lyon (fl. 1550), die aan het hof van Henry II en Charles IX werkte, maakte miniatuurportretten. Jean Cousin de oudere (fl. 1550) verwierf faam als schilder, tekenaar, decorateur en graveur.
Duitsland
bewerkenAlbrecht Dürer (1471-1528), Hans Holbein de Oude (ca. 1460-1524), Hans Holbein de Jonge (fl. 1530) en Lucas Cranach de Jongere behoren tot de bekendste Duitse renaissancekunstenaars.
Spanje
bewerkenEl Greco (1541-1614) was een Griekse schilder, beeldhouwer en architect uit de Spaanse renaissance die geldt als een voorloper van het expressionisme. El Greco verwierp classicistische criteria zoals maat en verhouding. Het primaat van verbeelding en intuïtie was een fundamenteel principe van El Greco's stijl en zijn keuze van onderwerpen.
Nederlanden
bewerkenJan van Eyck, Hubert van Eyck, Robert Campin, Hans Memling, Rogier van der Weyden en Hugo van der Goes waren destijds de grote kunstenaars in de Nederlanden. Veel schilders gebruikten olieverf omdat het een flexibel en relatief duurzaam medium was waarmee bijzonder gedetailleerde afbeeldingen mogelijk waren.
De renaissanceschilders uit de Nederlanden benaderden de beeldvorming niet vanuit een raamwerk van lineaire perspectieven, juiste verhoudingen en religieuze symboliek. Een treffend voorbeeld hiervan zijn de fantasierijke vormen en figuren van Jheronimus Bosch, een van de vroegste vertegenwoordigers van de Vlaamse Primitieven.