Renaissance/Humanisme en secularisering
Het humanisme is een groep van ethische theorieën die de mens centraal stellen. Humanisten gaan ervan uit dat mensen vooruitgang kunnen boeken door de toepassing van het menselijk intellect, zonder de noodzaak van enig religieus gezag. De term verwijst ook naar een literaire en wetenschappelijke beweging tijdens de renaissance, gekenmerkt door de vernieuwde studie van de Griekse en Romeinse wijsbegeerte, letteren en kunst.
Deze hernieuwde oriëntatie op de mens had ook gevolgen voor de keuze van onderwerpen die beeldende kunstenaars maakten. Terwijl in de middeleeuwen de artistieke creatie in wezen gericht was op de christelijke religie, ontstond er door de grotere macht van de Italiaanse steden een publiek van rijke mecenassen en kopers die hun huizen wilden decoreren met portretten en andere seculiere taferelen. Zo was er nu belangstelling voor humanistische thema's enerzijds (tolerantie, vrijheid van gedachte, vrede, onderwijs voor de ontwikkeling van het individu, etc.) en de antieke mythologie anderzijds. Ook de vernieuwing van de filosofie, die zich vooral op Aristoteles en Plato richtte, leverde kunstenaars nieuwe ideeën. In het neoplatonisme is de mens het middelpunt van het universum. Schilders en beeldhouwers aarzelden dan ook niet om de schoonheid van het naakte menselijke lichaam af te beelden. De studie van oude teksten en de vernieuwing van de filologie met Lorenzo Valla inspireerde architecten in de renaissance om zich te ontdoen van de gotische stijl. Zij maakten voor hun ontwerpen gebruik van de leer van Pythagoras en Vitruvius. Geleidelijk leek de menselijke geest zich van religieuze beperkingen vrij te maken en zich te wenden naar aards geluk, vrede en vooruitgang. Schrijvers en filosofen interesseerden zich nu voor alle domeinen van kennis. Ze kopieerden en vertaalden oude manuscripten en gingen op zoek naar nieuwe teksten. Deze vernieuwende ideeën verspreidden zich over het Europese continent door de toepassing van de drukkunst en via rondreizende humanisten. De eerste bibliotheken werden opgericht, zoals de Vaticaanse Apostolische Bibliotheek (circa 1450).