Taal/ATW/Natuurlijke en kunstmatige talen

Natuurlijke taal

Het Nederlands is een voorbeeld van een natuurlijke taal. Een natuurlijke taal is een taal die niet door één iemand of een groep van mensen is ontworpen, maar is ontstaan op een natuurlijke manier in een bepaalde taalgemeenschap. Andere voorbeelden van natuurlijke talen zijn Engels, Duits, Frans, Chinees en Russisch, maar ook Latijn en Oudgrieks zijn natuurlijke talen.

Bijgevolg zijn er ook niet-natuurlijke talen. Dit noemen we ook wel kunstmatige talen of kunsttalen. Een voorbeeld hiervan is het Esperanto, omdat het is uitgevonden en ontworpen door iemand (Zamenhof, 1887). Ook computertalen zijn kunstmatige talen maar niet bedacht voor communicatie met mensen. Je kunt bijvoorbeeld geen gevoelens uiten.

Natuurlijke talen hebben twee belangrijke kenmerken:

• Ze zijn niet uitgevonden of ontworpen door één persoon of een groep mensen. Natuurlijke talen ontstaan op een natuurlijke manier in een bepaalde taalgemeenschap;
• Er is sprake van algemene communicatie. Dat wil zeggen dat je in principe over alles kunt communiceren met een natuurlijke taal (met het Nederlands kun je je gevoelens uiten, met een computertaal kan dat niet).