Nederlandse literatuur in de middeleeuwen/Frankische of Karolingische romans
De Karelromans met Karel de Grote als centrale figuur zijn de oudste soort ridderromans. Originele versies uit de tijd waarin deze teksten werden geschreven bestaan nauwelijks. Wat we nu kennen zijn ofwel fragmenten ofwel complete, maar omgewerkte versies die pas gedrukt werden in de 15e en 16e eeuw. Wat deze Karelromans gemeenschappelijk hebben is dat ze zich elk baseren op een Franse bron. Deze Franse teksten noemen we chansons de gestes. Vertaald betekent dat zoiets als 'heldenliederen.' En dat is ook steeds het thema van zo'n verhaal. Een paar voorbeelden:
- Het Middelnederlandse Roelantslied uit begin 13e eeuw gaat terug op het Franse Chanson de Roland dat dateert van ca. 1100. Hierin wordt verteld hoe de achterhoede van Karels leger door moslims wordt aangevallen. Als christelijke helden worden hier Roelant en Olivier opgevoerd, en natuurlijk worden ook de Spaans-Arabische moslims (de Saracenen) als krijgshaftig voorgesteld. In werkelijkheid vond deze historische gebeurtenis plaats in de Pyreneeën bij Ronceveaux, en de aanvallers en overwinnaars waren geen moslims maar Basken.
- Reinout van Montalbaen baseert zich op het Franse Renaut de Montauban en verhaalt over de ruzie en de strijd tussen Karel de Grote en de familie van hertog Haymijn, wiens kinderen bekend zijn als de vier Heemskinderen (van 'Haymijns kinderen'). Dankzij hun wonderpaard Beyaert maken zij het Karel flink lastig, maar uiteindelijk moeten ze zich onderwerpen aan het feodale gezag. Voor het ros Beyaert, het lievelingsdier van Reinout, de jongste van de vier heemskinderen, loopt het niet zo goed af, want Karel eist als teken van onderwerping dat het paard verdronken wordt in de Maas. Van deze epische tekst bezitten we echter nog slechts fragmenten; het verhaal is ons wel overgeleverd uit een in de late middeleeuwen gedrukte prozatekst met de titel "De historie van de vier Heemskinderen."
- Karel ende Elegast uit de 13e eeuw is mogelijk de bekendste roman van deze groep. Over de auteur weten we niets. Het thema is hier het belang van feodale trouw en vertrouwen in God. We zouden daaruit kunnen afleiden dat het verhaal waarschijnlijk bedoeld was om in aristocratische kringen te worden voorgedragen. Het onderscheidt zich van andere Karelepiek doordat er veel minder in gevochten wordt en ook omdat het zo kort is: slechts 1414 versregels. Vandaar dat sommige letterkundigen het eerder als een soort novelle (een korte vertelling) beschouwen dan als een epos.
Franse jongleurs
Met middeleeuwse jongleurs bedoelen we iets heel anders dan een soort acrobaten die balletjes in de lucht proberen te houden. De jongleurs van de literatuur waren oorspronkelijk Franse zangers en voordrachtkunstenaars die met hun heldenliederen rondreisden, van markt tot markt of van kasteel naar kasteel. Het genre waarmee de Franse jongleurs het meest geassocieerd worden is het chanson de geste, het 'lied van daden'. Het is een vorm van orale literatuur in de volkstaal die de hele middeleeuwen door populair bleef, zelfs toen vanaf de 12e eeuw stilaan literatuur op schrift werd gesteld. De verhalen over Karel de Grote zoals het Chanson de Roland en de Renaut de Montauban werden ook door auteurs uit de lage landen opgevangen. Om ze beter te onthouden waren ze door de jongleurs op rijm gemaakt. Vaak duurde zo'n chanson zo lang dat de jongleur het in verschillende delen ten gehore bracht. Van deze verhalen bestaan verschillende versies, doordat degenen die het hadden beluisterd op hun geheugen moesten vertrouwen om het te reconstrueren. Dit geldt ook voor de Middelnederlandse (Dietse) rondreizende jongleurs die met hun vertaalde versie rondreisden. Zo werd een mondelinge traditie van verhalen vertellen verdergezet in een schriftelijke, met bewerkingen die vaak erg van het originele Franse chanson de geste afweken. |