Nederlandse literatuur in de middeleeuwen/Jan van Ruusbroec
Een van de grootste Vlaamse mystieke schrijvers, Jan van Ruusbroec, werd in 1294 geboren te Ruusbroec aan de Zenne ten zuiden van Brussel. Op 11-jarige leeftijd ging hij in Brussel studeren bij een verre verwant, Jan Hinckaert, kanunnik van Sint-Goedele. Deze onderwees hem in theologie en filosofie. Van Ruusbroeck werd in 1317 tot priester gewijd en was tot 1343 kapelaan aan de kerk van St. Goedele. Toen ging hij met Hinckaert en Coudenberch naar een 'kluis' (kluizenaarsverblijf), het latere klooster Groenendael in het Zoniënbos waar hij zich overgaf aan het werkend en het schouwend leven.
Tijdens zijn verblijf in Brussel had hij reeds Die Chierheit der gheesteleker Brulocht voltooid. Daarop volgde in 1359 Spieghel der ewigher Salicheit, naar verluidt geschreven op verzoek van een non van St. Clara. Onder zijn werken wordt Van den gheestelijken Tabernacule het belangrijkste geacht; het is een voorstelling van van het mystieke ‘schouwende leven’, met name van de vereniging met God. Het Boec van seven Trappen wijst de opgang naar de zaligheid der beschouwing. Jan van Ruusbroec stierf op 2 december 1381 in Groenendaal.
Werken van Jan van Ruusbroec
bewerkenRuusbroec schreef zijn werken in een onvermengd Brussels Diets, met weinig Latijnse of Waalse woorden. Nog tijdens zijn leven werden ze al in het Latijn vertaald zodat ze ook buiten de landsgrenzen konden worden gelezen. Rond 1350 las men in Zuid-Duitsland al zijn hoofdwerk Die geestelike brulocht in het Duits.
- Die geestelike brulocht (ca. 1335)
- Vanden seven sloten (1346)
- Een spieghel der ewigher salicheit (1359)
- Dat rike der ghelieven (14de eeuw): een werk waarvan Ruusbroec de publicatie verboden had, maar dat zijn secretaris achter zijn rug om uitleende om te laten overschrijven.
- Vanden gheesteliken tabernakel (14de eeuw)
- Vanden XII dogheden (14de eeuw)
- Vanden blinckenden steen
- Dat boecksken der verclaringhe (ca. 1360): het 'boekje met de toelichting' dat Ruusbroec schreef op de de vraag op welke wijze de mysticus verbonden was met God.
- Van seven trappen (ca. 1360)
- Vanden blinckenden steen of het mystieke zoonschap (voor 1343)
- Vanden kerstenen ghelove (voor 1343)
- Vanden vier becoringhen (voor 1343)
- Vanden twaelf beghinen (voor 1380)