Nieuwgrieks

Nieuwgrieks

Κάτι λέγατε όταν ήρθα

bewerken

1 - Γεια σας, φίλοι.

2 - Γεια σου, Δημήτρη.

3 - Με συγχωρείτε που σας διέκοψα, κάτι λέγατε όταν ήρθα.

4 - Κάθισε να ακούσεις κι εσύ.

5 - Συζητούσαμε το θεατρικό έργο που είδαμε χτες.

6 - Εγώ, καθόμουν στην τελευταία σειρά και δεν άκουγα τίποτε.

7 - Α! Κρίμα! Γιατί δεν ερχόσουν πιο μπροστά;

8 - Δεν είδατε τι κόσμο είχε;

9 - Πού νά βρω θέση;


Vertaling

bewerken

Jullie waren iets aan het zeggen toen ik aankwam

1 - Hallo, vrienden.

2 - Hallo, Dimitri.

3 - Excuseer me dat ik jullie onderbreek, jullie waren iets aan het zeggen toen ik aankwam.

4 - Zet je neer om mee te luisteren (om te horen jij ook).

5 - We waren het theaterstuk dat we gisteren zagen, aan het bespreken.

6 - Ik, ik zat op de laatste rij en heb niets gehoord.

7 - Ai! Spijtig! Waarom ben je dan niet meer naar voor gekomen?

8 - Zagen jullie niet hoeveel volk er was?

9 - Waar zou ik een plaats gevonden hebben?


Ο ήλιος έκαιγε τρομερά

bewerken

1 - Γιατί έισαι τόση κόκκινη;

2 - Πήγαμε στη θάλασσα χτες και ο ήλιος έκαιγε τρομερά.

3 - Μα, εσύ παιδί μου, πρέπει να υποφέρεις πολύ.

4 - Μη με πιάνεις, γιατί όλη η πλάτη μου πονάει.

5 - Σου το έλεγα ότι η πολλή ηλιοθεραπεία βλάπτει, αλλά δε με πίστευες.


Vertaling

bewerken

De zon brandde hevig

1 - Waarom ben je zo rood?

2 - We gingen naar zee gisteren en de zon brandde hevig.

3 - Oei, mijn kind, je moet erg veel pijn hebben (lijden).

4 - Omhels me niet, want heel mijn schouder doet pijn.

5 - Ik heb je (het) gezegd dat veel zonnebaden schadelijk is, maar je geloofde me niet.


Thema's

bewerken

Thema 1: Het imperfectum

bewerken

Deze tijd behoort tot het onvoltooide aspect. De vorming is dus eigenlijk veel eenvoudiger dan de aorist maar deze tijd wordt in de praktijk veel minder gebruikt daarom behandelen we hem pas nu.


Thema 2: καίω, κλαίω, φταίω

bewerken

Deze drie werkwoorden behoren alle tot de eerste vervoeging groep B. Ze hebben dus een verzwegen -γ- die in enkele tijden tevoorschijn komt en in de tegenwoordige tijd vertonen ze samengetrokken uitgangen.

De werkwoorden hebben alle een aantal onregelmatigheden in de tweede en derde stam, we gebruiken hier de toekomende tijd (μέλλοντας 2) als voorbeeld:

  • καίω (branden, verbranden): θα κάψω, θα καώ
  • κλαίω (wenen, huilen): θα κλάψω, θα κλαυτώ
  • φταίω (schuld hebben): θα φταίξω (dit werkwoord heeft geen derde stam)


Κείμενο

bewerken

Όταν ήμουν φοιτητής έμενα μακριά από τους γονείς μου. Στις διακοπές όμως, πήγαινα πάντα και τους έβλεπα γιατί ήξερα ότι με περίμεναν. Αισθάνονταν μεγάλη χαρά που με είχαν κοντά τους κι εγώ χαιρόμουν μαζί τους.

Toen ik student was, woonde ik ver van mijn ouders. Tijdens de vakanties echter, ging ik steeds om hen te zien omdat ik wist dat ze op me wachtten. Ze voelden grote vreugde dat ik bij hen was en ikzelf verheugde me samen met hen.


Les 17   ←   →   Les 19


>> Nieuwgrieks >> Les 18

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.