Sociale geschiedenis van Europa 1500-1795/Inleiding

Inhoudsopgave
  1. Inleiding
  2. Leven in de absolute monarchie
  3. Rechtspraak
  4. (Contra)reformatie
  5. Alfabetisering
    1. Bijlagen bij Alfabetisering
  6. Wellevendheid
  7. Tafelmanieren, keuken en goede smaak
  8. Gezin
  9. Het kind
  10. Adolescentie
  11. Ontsnappen aan de familietucht
  12. Van geestelijke verwantschap naar gezelligheid
  13. Sociale controle
  14. Charivari's in de Nederlanden
  15. Jeugdbendes
  16. Boerderijen
  17. Familie en erfrecht op het platteland
  18. Parijs
  19. Goede naam en lettres de cachet
  20. Intimiteit: plaatsen en voorwerpen
  21. Liefde en vriendschap
  22. Decadentie
  23. Revolutie

1. Inleiding

In de periode van 1500-1795 vonden een paar grote veranderingen plaats:

  • De staat kreeg steeds meer macht.
  • De kerk viel uiteen door de reformatie.
  • Steeds meer mensen leerden lezen en schrijven.

Er zijn in deze periode een paar grote culturele stromingen te onderscheiden:

  1. De Renaissance (circa 1450-1600) met haar aandacht voor de mens en de Oudheid.
  2. De barok (circa 1600-1750) met haar aandacht voor God, was dynamisch, uitbundig, overdadig en emotioneel.
  3. Het classicisme (circa 1650-1720) was rationeel en helder, alles werd tot zijn eenvoudigste grondvormen herleid. Het was streng, statisch en rechtlijnig. En hoewel het classicisme niet meer verwees naar God, verwees het altijd naar hogere en algemene abstracties.
  4. De Verlichting (circa 1650-1800) wordt ook wel de eeuw van de Rede (het verstand) genoemd. Men nam niet meer alles voetstoots aan van de wijzen uit de Oudheid. Alles moest bewezen en logisch beredeneerd kunnen worden.

Er verschenen wellevendheidsboekjes met daarin nieuwe gedragsregels en tafelmanieren. De mens moest zich weten te gedragen en wie dat niet kon, was een boerenpummel. Emoties, de lichamelijkheid en de seksualiteit mochten niet meer in het openbaar worden getoond en werden met schaamte omgeven. Veel dingen mochten alleen nog maar in huis of in de slaapkamer. De scheiding tussen privé en publiek werd scherper.

Het gezin veranderde langzamerhand in een kernfamilie van vader, moeder en hun kinderen. Het kind kreeg gaandeweg meer aandacht om hemzelf in plaats van alleen maar om zijn rol in het voortbestaan van de familie.

Een goede naam was heel belangrijk in de steden waar de mensen bovenop elkaar woonden. Er was een grote sociale controle met de nodige uitwassen.

In 1789 begon de Franse Revolutie waarbij de monarchie werd vervangen door een republiek. De adel en de hoge geestelijkheid raakten veel van hun macht, privileges en bezittingen kwijt, voornamelijk aan de grote burgerij. Het gewone volk werd er nauwelijks beter van.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.