Toki Pona/Les 18
De Officiële Woordenlijst
Hieronder staat de lijst van 123 officiële woorden van Toki Pona. Korte uitleg of ezelsbruggetjes staat tussen haakjes. Achter een aantal woorden staan nog slechts vraagtekens. Over de exacte betekenis van die woorden wordt nog gediscussieerd.
a | t aah, oh, oei, ach (geeft emotie aan) |
akesi | z reptiel, amfibie, dinosaurus, draak |
ala | b niet, nee, on- z niets, ontkenning, nul t nee! |
alasa | ww verzamelen van voedsel e.d. om te overleven, oogsten ww jagen en doden van dieren om als voedsel e.d. te dienen. bijv: jan alasa: jager-verzamelaar |
ale of ali | beiden zijn juist z alles, leven universum b al, ieder, compleet, heel |
anpa | z onderkant, bodem, vloer b laag, onder |
ante | z verschil b verschillend la of anders, aan de andere kant ww veranderen |
anu | vw of |
awen | ww wachten, blijven, houden b blijvend, permanent |
e | d (introduceert een lijdend voorwerp) |
en | vw en |
esun | z beurs, een gebeurtenis waar mensen bijelkaar komen voor producten of ideeën: tentoonstelling, markt, reünie, receptie, etc. z een plaats waar wordt gehandeld: winkel, markt, mall |
ijo | z ding, iets, object b van iets w objectiveren |
ike | b slecht, negatief, verkeerd, ongezond t oh jé! z slechtheid, kwaad, negativiteit ww slecht worden, slecht zijn, negatief effect hebben |
ilo | z gereedschap, machine, ding met een specifiek doel |
insa | z binnenkant, centrum, maag b binnen, intern (vgl. Engels inside) |
jaki | b vies, smerig z vuil, vervuiling, vuilnis ww vervuilen t jakkes! |
jan | z mens, persoon, wezen, iemand b menselijk, persoonlijk, iemand's ww personificeren, personaliseren, vermenselijken |
jelo | b geel, licht-groen (vgl Engels yellow) |
jo | ww hebben, bezitten, bevatten kama ontvangen, krijgen, nemen, bevatten |
kala | z vis, zee-wezen |
kalama | z geluid, herrie, stem ww herrie maken, luiden, bellen, instrument spelen |
kama | ww komen, worden, arriveren, gebeuren, starten z gebeurtenis, aankomst, kans, begin b toekomstige, komende |
kasi | z plant, blad, boom, kruid, hout |
ken | ww kunnen, mogen, mogelijk maken, toestaan z mogelijkheid, toestemming la is het mogelijk dat |
kepeken | ww gebruiken v met |
kili | z fruit, zachte groente, champignon |
kin | b ook, zelfs, inderdaad (benadrukt het woord ervoor) |
kipisi | ww snijden |
kiwen | b hard, solide, steenachtig, gemaakt van steen of staal z hard ding, rots, steen, metaal, mineraal, klei |
ko | z semi-harde substantie, zoals pasta, dikke zalf, poeder of lijm |
kon | z lucht, wind, geur, geest b luchtig, gasachtig |
kule | z kleur, verf b kleurig ww kleuren, verven |
kute | ww luisteren, horen |
kulupu | z groep, gemeente, gemeenschap, gezelschap (vgl met club) b gemeenschappelijk, gedeeld, publiek |
la | d (tussen bijwoord of bijzin en de zin) |
lape | z slaap, rust ww slapen, rusten (vgl. met slapen) b slapend, rustend |
laso | b blauw, blauw-goen |
lawa | z hoofd bhoofd, leidend ww leiden, controleren, sturen |
len | z kleren, kleding, stof |
lete | z koude b koud, niet gaar ww afkoelen, verkleumen |
li | d (Tussen ieder onderwerp en werkwoord, behalve bij mi en sina. Ook gebruikt om nieuw ww te introduceren voor het onderwerp.) |
lili | b klein, jong, een beetje, kort, weinig ww inkorten, reduceren, krimpen |
linja | z lang, dun, slap ding, bijv. een touw, haar, draad, koord, ketting |
lipu | z plat en buigzaam ding, zoals papier, kaart, kaartje |
loje | b rood (vgl. met rode) |
lon | v in, op ww er zijn, present zijn, echt zijn, bestaan, wakker zijn |
luka | z hand, arm |
lukin | ww zien, kijken, lezen, uitkijken, kijken naar b visueel(vgl. het Engelse looking) |
lupa | z gat, raam, opening |
ma | z land, aarde, gebied |
mama | z ouder, vader, moeder b ouderlijk, vaderlijk, moederlijk |
mani | z geld, materiële rijkdom, kapitaal, geldeenheid, dollar (vgl. Engelse money) |
meli | z vrouw, meisje, echtgenote, vriendin b vrouwelijk |
mi | z ik, wij b mij, ons |
mije | z man, jongen, echtgenoot, vriend b mannelijk |
moku | z eten, voedsel, maaltijd ww eten, drinken, slikken, innemen, consumeren |
moli | z dood ww sterven, doden b dood, dodelijk, fataal |
monsi | z achterkant, achterwerk b achter |
mu | t woef! miauw! boe! enz. (dierengeluid) |
mun | z maan |
musi | z plezier, spel, recreatie, kunst, vermaak ww spelen, plezier hebben, amuseren |
mute | b veel, heel erg, verschillende, meer (vgl multi) z aantal ww vermeerderen |
namako | z kruiden, specerijen (onder meer: zout) b additioneel; nieuw ww kruiden |
nanpa | z nummer a -ste -de (rangtelwoorden) |
nasa | b gek, dom, stom, raar, vreemd ww gek maken |
nasin | z weg, manier, gebruik, straat, pad, doctrine, systeem, methode |
nena | z bult, neus, heuvel, berg, knop |
ni | b deze, die, dat |
nimi | z woord, naam |
noka | z been, voet |
o | d O (gebiedende wijs of aanroepend) t hé! (iemands aandacht trekken) |
oko | z oog |
olin | z liefde b lief ww (een persoon) liefhebben |
ona | z zij, hij, het, zij (meervoud) b haar, zijn, hun |
open | ww openen, aanzetten |
pakala | z blunder, ongeluk, vergissing, vernietiging, schade, breuk ww verpesten, ruïneren, breken, kapot maken, uit elkaar vallen, pijn doen, verwonden, knoeien t shit! godverdomme! |
pali | z activiteit, werk, project, daad b actief, werkend, werk-gerelateerd ww doen, maken, bouwen, werken, creëren, functioneren |
palisa | z lang, meestal hard voorwerp, bijv. een stok, tak |
pan | z graan, graanproducten, brood |
pana | ww geven, plaatsen, zenden, laten, veroorzaken z uitwisseling, overdracht |
pi | d van, behoort aan |
pilin | z gevoelens, emotie, hart ww voelen, denken, aanraken |
pimeja | b zwart, donker z duisternis, schaduw ww verduisteren |
pini | z einde, punt b afgeronde, beëindigde, verleden, (lang) geleden ww eindigen, sluiten, eindigen, afzetten |
pipi | z insect, spin |
poka | z zijkant, heup v naast, (samen) met b naburig |
poki | z container, doos, kom, kop, mok, glas |
pona | z goede, eenvoud, positivisme bgoed, simpel, positief, aardig, korrekt, juist t geweldig! goed! OK! cool! joepie! ww verbeteren, maken, repareren, goed maken (vgl. bonus) |
pu | ??? ?? |
sama | b zelfde, gelijk, gelijkwaardig, soortgelijk v als, dan |
seli | z vuur, warmte, hitte b heet, warm, gekookt ww opwarmen, koken, verhitten |
selo | z buitenkant, buiten, oppervlakte, huid, schelp, bast, vorm, schil |
seme | a wat, welke, wie (vragend voornaamwoord) |
sewi | b hoger, superieur, bovenmenselijk, goddelijk |
sijelo | z lichaam, fysiek |
sike | z cirkel, wiel, bal, ronde, bol globe b rond, cyclisch |
sin | b nieuw, fris, ander, meer ww vernieuwen, renoveren, opwekken |
sina | z jij, je, jou; jullie b je, jouw; jullie |
sinpin | z voorkant, borst, romp, gezicht, muur |
sitelen | z foto, afbeelding, plaatje ww tekenen, schrijven |
sona | z wetenschap, wijsheid, intelligentie, begrip ww weten, begrijpen, weten hoe kama leren, studeren |
soweli | z dier, landzoogdier, schattig beest |
suli | b groot, lang, volwassen, belangrijk ww vergroten, verlengen z maat, grootte |
suno | z zon, licht |
supa | z horizontaal opppervlakte, bijv. meubel, tafel, stoel, kussen, vloer |
suwi | z snoep, zoet eten b zoet, lief ww zoet maken |
tan | v van, door, omdat, sinds z oorsprong, oorzaak |
taso | b enkel, slechts v maar |
tawa | v naar, tot, teneinde, toe, want ww gaan (naar), lopen, reizen, verplaatsen, vertrekken, bewegen z beweginh, transport b mobiel, bewegend |
telo | z water, vloeistof, sap, saus ww wassen met water, water geven |
tenpo | z tijd, periode, moment, duur, situatie (vgl. tempo) |
toki | z taal, spraak, toespraak, communicatie b verbaal, sprekend ww zeggen, spreken, kletsen, communiceren t hallo! hoi! |
tomo | z gecontrueerde ruimte, zoals, huis, kamer, gebouw b stedelijk, huishoudelijk |
tu | b twee z duo, paar ww verdubbelen, in twee delen |
unpa | z sex, sexualiteit b erotisch, sexueel ww sex hebben, slapen met |
uta | z mond b oraal |
utala | z conflict, competitie, verdeeldheid, gevecht, oorlog, slag, fysiek of lichamelijk geweld ww slaan, aanvallen, strijden tegen |
walo | b wit, lichte kleur z wit ding, witheid, lichtheid |
wan | b één, een z onderdeel, element, deel, gedeelte ww verenigen, een maken (Vgl. Engelse one) |
waso | z vogel, gevleugeld dier (Vgl. Franse oiseau) |
wawa | z energie, sterkte, kracht b sterk, intens, dynamisch, zeker, fel ww versterken |
weka | b weg, absent, kwijt z absentie ww weggooien, verwijderen, eruit werken |
wile | ww willen, nodig hebben, wensen, moeten, zouden z wens, noodzaak, wil, nood b noodzakelijk |
Verklaring
bewerken- z: zelfstandig naamwoord
- b: bijwoord of bijvoeglijk naamwoord
- d: deelt zin in twee
- ww: werkwoord
- t: tussenwerpsel
- v: voorzetsel
- kama: samengesteld werkwoord voorafgegaan aan kama
- la: woord voorafgegaan aan la
- vw: voegwoord
- a: ander, speciaal woord