Aristoteles' Poetica (Ποιητικός, ca.335 v.C.) geeft zijn opvatting weer over wat hij “poëzie” noemt (voor hem horen daar zowel lyriek, epos als drama bij). Hij tracht “poëzie” uit te leggen aan de hand van de verschillende genres en structurele elementen. Zijn analyse van de tragedie maakt de kern uit van zijn betoog. Alhoewel deze Poetica wereldwijde erkenning geniet, legt Marvin Carlson uit, “is nagenoeg elk detail van zijn baanbrekend werk onderwerp van discussie geworden.”

Wereldliteratuur
Eerste pagina van de Poetica

Terminologie bewerken

  • ’’Mimesis’’ of 'imitatie’, ‘representatie’
  • ’’Katharsis’’ of ‘zuivering’, ‘verheldering’
  • ’’Peripeteia’’ of ‘omkering’
  • ’’Anagnorisis’’ of ‘herkenning’
  • ’’Hamartia’’ of ‘misrekening’ (in de Romantiek als ‘tragische fout’ begrepen)
  • Mythos of 'plot'
  • Ethos of '’karakter'
  • Dianoia of 'idee', 'thema'
  • Lexis of 'uitspraak', 'spraak'
  • Melos of 'melodie'
  • Opsis of '’spektakel'

Inhoud van het werk bewerken

Aristoteles verdeelde poëzie in drie genres: Tragedie, Komedie en Epiek. In zijn ‘Poetica’ houdt hij zich vooral bezig met Tragedie, terwijl het werk waarin hij handelt over de Komedie verloren is gegaan. Sommigen speculeren erop dat de Tractatus coislinianus een blauwdruk bevat van zijn lezingen over dit onderwerp, ofwel nota’s van een filosoof in de aristotelische traditie. Wat ons overgeleverd is als de Poetica is waarschijnlijk niet de volledige tekst. De bestaande tekst was heel waarschijnlijk opgeschreven door een van zijn studenten. Er lijken in elk geval aanwijzingen te zijn dat er een vollediger werk bestond. Veel van Aristoteles’ teksten zijn ons trouwens overgeleverd dankzij kopieën van zijn leerlingen. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is de Nicomacheïsche ethiek, genoemd naar Nicomachus wiens naam nu met de tekst verbonden is. Het echter ook mogelijk dat de naam verwijst naar Aristoteles’ vader Nicomachus, over wie hij zelf zegt veel verschuldigd te zijn voor zijn vroegste begrip van ethiek.

Het onderzoek van de Tragedie maakt de kern uit van Aristoteles' Poetica.

« Tragedie is de nabootsing van een handeling, op een ernstige, volledige en waardige wijze, in een taal rijk aan artistiek ornament, waarvan de verschillende soorten teruggevonden worden in de afzonderlijke delen van het toneelstuk; in de vorm van actie, niet verhalend; door middel van medelijden en angst een soort catharsis teweegbrengend van deze emoties. »
(Aristoteles Poetica)

Dit werk maakt samen met de Retorica deel uit van Aristoteles’ studie van de esthetiek.

De Poetica was bij tijdgenoten niet echt invloedrijk en werd meer gezien als een eenheid met de meer beroemde [Retorica. Dit komt doordat in Aristoteles’ tijd retorica en poëzie niet als afzonderlijk werden beschouwd zoals later wel gebruikeijk werd. Ze werden meer gezien als verschillende versies van een en hetzelfde ding. In latere tijden zou ‘’Poetica’ wel immens invloedrijk worden. Vooral de opvatting van tragedie tijdens de Verlichting is schatplichtig aan de Poetica.

In de Middeleeuwen circuleerde er een Arabische versie van de Poetica, op basis van een Grieks manuscript dat van vóór het jaar 700 dateerde. Dit manuscript was uit het Grieks naar het Syrisch vertaald en verschilt van de tegenwoordig geaccepteerde elfde eeuwse bron, aangeduid als “Parijs 1741”. De Syrische bron die voor de Arabische vertaling was gebruikt, verschilde in woordenschat aanzienlijk van de originele Poetica en was aanleiding tot een verkeerde interpretatie van de ideeën van Aristoteles die heel de Middeleeuwen door duurde.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.