Wikibooks:Wachtruimte/Limburgs
Het Limburgs is een verzamelnaam van een reeks West-Germaanse taalvariëteiten, gesproken in Limburg aan beide zijden van de Belgisch-Nederlandse staatsgrens, in Oost-Brabant, de Voerstreek en in Selfkant in Duitsland.
Een officiële gestandaardiseerde variant van het Limburgs is er niet, hoewel er een voorstel bestaat voor een "Algemeen Geschreven Limburgs" (AGL). In dit Wikiboek staat voorlopig informatie over het Steins, een kempisch dialect met veel overeenkomsten met de dialecten in Belgisch-Limburg. De bedoeling is om dit op termijn om te vormen tot een inleidende cursus AGL.
Lessen
bewerkenSpelling
bewerken- "oa" is meestal fout, ao is correct
- "oa" komt alleen voor in 't Valkenburgs, en in de spelling van 't Kerkraads, een dialect dat veel dichter bij Keuls en Akens staat dan bij de andere Limburgse dialecten
- "ut" en "un" worden geschreven als 't en 'n
Voorbeeld: groeten
bewerken- Zef: Enne Til?
- Til: Jao, ouch enne, Zef.
Klanken worden langer gemaakt, vandaar dat Limburgers vaak de stempel krijgen van trage sprekers.
Vocabulaire
bewerken- haj hallo
- enne? hoe gaat het? (geen antwoord verwacht)
- wie geit 't? hoe gaat het? (wel antwoord verwacht)
- hajje doei
- gooie mörrege goedemorgen
- gooien daag goedendag
- gooien aovend(j) goedenavond
Grammatica: Voornaamwoorden (pronomina)
bewerken- ich ik
- doe (onbeklemtoond; de) jij
- diech
- dich
- dech je
- hae hij
- heer hij
- zie zij, ze
- 't het
- veer wij
- geer jullie
- geer U
Voor jonge vrouwen en meisjes wordt soms het voornaamwoord 't gebruikt.
- 't Is gistere laot heives gekómme.
- Ze is gisteren laat thuis gekomen.
Het voornaamwoord geer wordt ook als beleefdheidsvorm gebruikt, min of meer vergelijkbaar met het nederlandse "U".
De onbenadrukte vormen zijn
- ich --> 'ch
- doe --> de
- dich --> dich
- hae --> 'r (nooit aan het begin van een zin of bijzin!)
- zie --> ze
- veer --> v'r
- geer --> g'r
- zie --> ze
Na een stemloze medeklinker wordt de beginmedeklinker van doe, dich, veer, en geer stemloos (t, f, ch).
Grammatica: Werkwoorden (verba) in de tegenwoordige tijd
bewerkenEen eenvoudig werkwoord is kalle (praten, spreken).
- Ich kal
- Doe kals
- Hae kalt
- Weer kalle
- Geer kalt
- Die kalle
- Ich kal al ram good plat.
- Ik spreek al erg goed Limburgs.
Als de eindmedeklinker van de stam een affrikatief of plosief is, komt er soms geen -t achter de derde persoon enkelvoud:
- Hae klap -- hij klapt
Sterke werkwoorden in het Limburgs, net als in het Duits, veranderen van vorm in de tweede en derde persoon enkelvoud.
- Ich loup
- Doe löps
- Hae löp
- Weer loupe
- Geer löp
- Zie loupe
Het werkwoord zijn:
- Ich bön
- Doe bös
- Hae is
- Weer zeen
- Geer zeet
- Die zeen
Voorbeeld
bewerken- Ich bön Til. Ich bön van Stein. Ich wirk in Baek. Ich fits eedere mörrege doahaer. Miene minsj is neet van Stein. Hae is van Aelse. Hae wirk noch ummer in Aelse.
- Ik ben Til. Ik kom uit Stein. Ik werk in Beek. Ik fiets iedere morgen daarnaartoe. Mijn man komt niet uit Stein. Hij komt uit Elsloo. Hij werkt nog steeds in Elsloo.
Vocabulaire
bewerken- Ich bén van... Ik kom uit...
- fitse fietsen
- (j)eeder, (j)eedere ieder, iedere
- mörrege morgen
- doahaer er ... naartoe, daarnaartoe
- minsj echtgenoot
- ummer altijd, steeds
- noch ummer nog steeds
Let op! Plaatsnamen zijn vaak heel anders in de officiele, Nederlandse vorm, en in de Limburgse vorm.
Grammatica: Vragen
bewerkenAls het voornaamwoord direct na de persoonsvorm komt, is het meestal in de onbenadrukte vorm. Let op! De beginmedeklinker wordt ook stemloos, als de eindmedeklinker van het vorige woord dat is.
- Luips tich? loop jij?
- Luips toe? loop jij?
- Luips te? loop je?
- Laupt ch'r? lopen jullie?
Om het nog even wat lastiger te maken, wordt soms in de eerste persoon meervoud de vorm van de eerste persoon enkelvoud gebruikt:
- Laupe v'r lopen we?
Voorbeeld
bewerken- A. Zeet geer van hie, of zeet geer Hólles?
- B. Ich bin Hólles, mae moag ich prebere plat mit uch te kalle?
- A. Woveur is tat tanne?
- B. Noe kiek, es geer noa bie os verhoesdet, zaut g'r dan gein Holles wille kalle?
- A. Komt u hiervandaan, of komt u uit een ander deel van Nederland?
- B. Ik kom uit een ander deel van Nederland, maar mag ik toch proberen Limburgs met u te spreken?
- A. Waarvoor is dat dan?
- B. Nou kijk, als u naar ons zou verhuizen, zou u dan geen Nederlands willen spreken?
Vocabulaire
bewerken- Holléndj enig deel van Nederland waar geen Limburgs gesproken wordt; soms ook specifiek de provincie Holland.
- Holles Algemeen Nederlands
- danne benadrukte vorm van dan: dan
- woveur? waarom? waarvoor?
- kieke kijken
- es als
- verhoeze verhuizen
Grammatica: Voegwoorden
bewerkenEen ontzettend vreemde eigenschap van het Limburgs is dat voegwoorden vervoegd worden. Zij volgen daarbij de tegenwoordige tijd van de werkwoorden.
Kijk bijvoorbeeld naar de zin:
- Ik vroeg of je moe was.
Je zou verwachten dat de vertaling wordt:
- *Ich vroagde of te meuch woars. [FOUT]
Maar het is:
- Ich vroagde ofs te meuch woars.
Zo ook
- Ich vroagde oft 'r meuch woar.
en zelfs
- Ich vroagde oft g'r meuch woart.
Zoals je ziet, geldt zelfs de regel dat ook na een voegwoord het voornaamwoord in de onbenadrukte vorm moet.
Verdere informatie
bewerken- 't Artikel over Limburgs bij de Nederlandstalige Wikipedia