Wikibooks:Wachtruimte/Roemeens
Roemeens
bewerkenEerst de algemene informatie.
Roemeens - Română - is een Romaanse taal die in Europa gesproken wordt door ongeveer 26 miljoen mensen. De taal is nauw verwant aan het Frans, Italiaans, Spaans, Portugees en andere Romaanse talen. Het Roemeens is een mengeling van Latijn en Dacisch en heeft in de loop der jaren een paar Slavische, Hongaarse en Turkse woorden overgenomen.
Roemenië - România - is een land dat klaar is om ontdekt te worden. Het heeft zijn communistische verleden achter zich gelaten en wordt met de minuut rijker. Het land bezit een prachtige natuur die zich uitstrekt over beeldschone bergen tot de grootste delta van Europa. Men kan niet langer beweren dat Roemenië op toeristisch vlak onderontwikkeld is; zowel 's zomers als 's winters trekken toeristen naar het Bucegi-gebergte en de Zwarte Zeekust - litoral. Vooral Mamaia aan de kust is een toeristische trekpleister geworden.
Les 1: Uitspraak
bewerkenWe gaan beginnen! Natuurlijk beginnen we eerst met de uitspraak van een aantal letters.
In het Roemeense alfabet zitten een paar bijzondere letters, namelijk de Ă, Â, Î, Ş, Ţ.
- de ă spreek je uit als de e in spelen
- de â[1] heb je ook in Slavische talen, zoals in het Pools. Deze letter is lastig uit te spreken. Het is een soort van UH, maar dan diep in je keel. Het is hetzelfde als de î, alleen bevindt de â zich altijd middenin een woord en de î vooraan een woord.
- de ş spreek je uit als sj van sjaal
- ţ, is de ts-klank. Denk maar aan muts.
Andere opvallende letters.
- c - als er een i of e achter komt wordt het een tsj. Anders is het een k (vergelijkbaar met het Italiaans). Als je "ke" moet zeggen komt er een 'h' tussen: 'che'.
- g - hetzelfde als met de c. Met een i of e erachter wordt het een dzj, anders een gh (van ghost).
- j - deze is een zj (van het Franse Jean).
- u - oe
- v - w
- Klinkers worden altijd lang uitgesproken. De a is bijvoorbeeld geen ah of aa zoals in het Nederlands, maar altijd net iets ertussenin: á.
Les 2: Pers. voornaamwoorden en belangrijke zinnen
bewerkenNederlands | Roemeens | Uitspraak |
---|---|---|
ik | eu | jé-oe |
jij | tu | toe |
hij | el | jél |
zij | ea | já |
wij | noi | noi |
jullie | voi | woi |
zij (m) | ei | jeej |
zij (v) | ele | jéllé |
Nederlands | Roemeens | Uitspraak |
---|---|---|
wat | ce | tsjé |
wie | cine | tsjiené |
waar | unde | oendé |
waarom | de ce | dé tsjé |
hoe | cum | koem |
Nederlands | Roemeens | Uitspraak |
---|---|---|
Ik ben Johan | Eu sunt Johan | jé-oe soent Johan |
Hoe gaat het | Ce faci | tsjé fatsj |
Ik woon in Highboro | Eu locuiesc în Highboro | jé-oe lok-oei-jésk uh-n Hihgboro |
Ik praat Roemeens | Eu vorbesc Română | jé-oe worbésk rom-uh-ne |
Wat betekent dit? | Ce înseamnă asta? | tsjé uh-nsámne ástá? |
Ik wil een huis kopen | Eu vreau să cumpăr o casă | jé-oe wrau se koemper ó cásse |
Wél moet/mag je het persoonlijk voornaamwoord weglaten. Dus "eu sunt Johan" wordt "sunt Johan". "eu sunt Johan" betekent meer: ík, ík ben Johan.
Les 3: Belangrijke werkwoorden en vervoegingen
bewerkenDit is een beetje ingewikkeld, bij regelmatige werkwoorden. Soms komt er bijvoorbeeld -ez achter, in andere gevallen -esc enz.
Werkwoord 1: wonen | Werkwoord 2: werken | Werkwoord 3: lezen | Werkwoord 4: vertrekken | Korte samenvatting |
---|---|---|---|---|
Eu locuiesc | Eu lucrez | Eu citesc | Eu plec | - |
Tu locuieşti | Tu lucrezi | Tu citeşti | Tu pleci | -i |
El/Ea locuieşte | El/Ea lucrează | El/Ea citeşte | El/Ea pleacă | -eşte/eacă |
Noi locuiăm | Noi lucrăm | Noi cităm | Noi plecăm | -ăm |
Voi locuiţi | Voi lucraţi | Voi citiţi | Voi plecaţi | -ţi |
Ei/Ele locuiesc | Ei/Ele lucrează | Ei citesc | Ei/Ele plec | hetzelfde als bij ik of hij/zij. |
In de volgende tabel staat onderaan ook het voltooid deelwoord. Dit is altijd "(vorm van HEBBEN)" + ..., net zoals in het Nederlands (ik heb gedaan - am făcut, jij hebt gedaan - ai făcut). Hieronder hebben we alleen de ik-vorm van 'hebben' gedaan.
Zijn | Hebben | Doen/Maken | Schrijven | Weten | Zien | Zal zijn | Gaan |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Eu sunt | Eu am | Eu fac | Eu scriu | Eu ştiu | Eu văd | eu voi fi | eu merg |
Tu eşti | Tu ai | Tu faci | Tu scrii | Tu ştii | Tu vezi | Tu vei fi | Tu mergi |
El/Ea este | El/Ea are | El/Ea face | El/Ea scrie | El/Ea ştie | El/Ea vede | El/Ea va fi | El/Ea merge |
Noi suntem | Noi avem | Noi facem | Noi scriăm | Noi ştiăm | Noi vedem | Noi vom fi | Noi mergem |
Voi sunteţi | Voi aveţi | Voi faceţi | Voi scriţi | Voi ştiţi | Voi vedeţi | Voi veţi fi | Voi mergeţi |
Ei/Ele sunt | Ei/Ele au | Ei/Ele fac | Ei/Ele scriu | Ei/Ele ştiu | Ei/Ele văd | Ei/Ele vor fi | Ei/Ele merg |
Am fost | Am avut | Am făcut | Am scris | Am ştiut | Am văzut | - | Am mers |