Jungiaans woordenboek/C
- Collectief bewuste - De uiterlijke wereld met haar cultuur, waarden en normen die invloed uitoefent op de psyche en er een vormend deel van uitmaakt, als pendant van het innerlijk collectief onbewuste.
- Collectief onbewuste - Een onbewuste mentale 'basisstructuur' van de mens als soort, een opslagplaats van primitieve beelden die verwijzen naar het vroegste stadium van de psyche. Deze latente 'beelden' erfde de mens van zowel menselijke als dierlijke voorouders: ze zijn biologisch overgedragen door wat Jung geheugensporen in de cortex noemde. Zo zijn wij gepredisponeerd om angst voor slangen en duisternis te hebben, omdat onze primitieve voorouders deze angsten generaties lang hebben gekend. Het is met deze theorie dat Jung zich van Freud onderscheidt, die immers ook al begrippen als bewust, onbewust en verdringing hanteert. De inhouden van het collectief onbewuste noemt Jung archetypen.
- Compensatie - Een proces, gericht op het nastreven en het bewaren van het evenwicht in de psyche (zelfregulering van de psyche.). De activiteit van het bewustzijn sluit alle inhoud uit die dreigt het evenwicht te verstoren, en die inhouden komen terecht in het onbewuste. Die eenzijdige gerichtheid en selectie van het bewustzijn heeft als gevolg dat verdrongen onbewuste inhouden kunnen doorbreken in de vorm van dromen en spontane beelden. De neurose is een psychische aandoening die het gevolg is van extreme eenzijdige keuzes die het bewustzijn soms maakt om dat kostbare evenwicht te bewaren. Het doel van analytische therapie is de realisatie en assimilatie van onbewuste inhoud.
- Complex - Bepaalde inhouden van het persoonlijk onbewuste kunnen zich verbinden tot "complexen". Jung kwam deze emotioneel geladen complexen op het spoor met woord-associatie-experimenten. Een voorbeeld dat Jung geeft is het moedercomplex, waarbij iemand overdreven gevoelig is voor alles wat met zijn moeder te maken heeft. Complexen kunnen een mens in hun macht houden. Ze gedragen zich als instincten doordat ze spontane reacties op bepaalde situaties of personen veroorzaken, maar ze zijn niet puur aangeboren op dezelfde manier als instincten. Meestal zijn het producten van ervaring - trauma (zoals bij Freud), maar ook - bij Jung - van familie-interacties en -patronen en culturele conditionering. Deze worden gecombineerd met enkele aangeboren elementen, die Jung archetypische beelden noemde.