Leer jezelf ecologisch tuinieren/Hedera
Hedera is een geslacht van kruipende of klimmende, groenblijvende planten uit de klimopfamilie (Araliaceae).
Het geslacht kent in de Lage Landen slechts één soort die in het wild voorkomt, de klimop (Hedera helix)
De planten komen van nature voor op de Atlantische eilanden, westelijk, centraal en zuidelijk Europa, Noordwest-Afrika, en via Zuid- en Midden-Azië oostelijk tot Japan. Op geschikte oppervlakten zoals van bomen en rotsen zijn ze in staat 25–30 m hoog te klimmen. Ze hebben twee bladersoorten: gelobde op jonge kruipende en klimmende loten en ongedeelde volwassen bladen op vruchtbare bloemstengels. De jonge en volwassen scheuten verschillen. Jongen scheuten zijn slank, flexibel en hebben kleine wortels om de scheuten vast te zetten op het oppervlak (boom of rots). De volwassen takken zijn dik, zelfdragend en zonder wortels.
De bloemen verschijnen in de late herfst, elk apart klein, in 3-5 cm grote schermen, en erg rijk aan nectar, een belangrijke late voedselbron voor bijen en andere insecten. De vruchten zij kleine, zwarte bessen die aan het eind van de winter rijpen. Ze zijn een belangrijke voedselbron voor vogels, hoewel ze voor mensen giftig zijn. De zaden worden verspreid door vogels die de bessen eten.
- Soorten
-
Klimop (Hedera helix)
-
Atlantische klimop (Hedera hibernica)
- Nog niet beschreven
- Hedera algeriensis – Algerijnse klimop, Noordwest Afrika.
- Hedera azorica – Azoren klimop. Azoren.
- Hedera canariensis – Canarische eilanden klimop. Canarische Eilanden.
- Hedera colchica – Kaukasisiche klimop, Noord Turkije tot Iran.
- Hedera maderensis – Madeira klimop. Madeira.
- Hedera nepalensis – Himalaya klimop. Himalaya, China, Taiwan.
- Hedera pastuchowii – Pastuchovs klimop. Centraal-Azië (zuidelijke staten van de vroegere USSR).
- Hedera rhombea – Japanse klimop. Japan.
De soorten zijn grotendeels lokaal bepaald en nauw verwant. Alle soorten zijn wel als ondersoort van Hedera helix, de eerste beschreven soort, beschouwd.
- Waardplant
De bladeren worden gegeten door de larven van een aantal Lepidoptera-soorten. Dit geslacht is waardplant voor onder andere:
-
Phlogophora meticulosa (Agaatvlinder)
-
Noctua janthe (Open-breedband-huismoeder)
-
Odontopera bidentata (Getande spanner)
-
Euplexia lucipara (Levervlek)
-
Idaea seriata (Paardenbloem-spanner ')
-
Ourapteryx sambucaria (Vliervlinder)
-
Peribatodes rhomboidaria (Taxusspikkel-spanner)
' voedt zich uitsluitend met klimop.
- Gebruik en cultuur
De klimop is in haar inheemse gebied populair als tuinplant, zowel voor de insecten die ze aantrekt als voor haar decoratieve gebladerte. Veel rassen met bijzondere kleuren of vorm van het gebladerte zijn in de handel verkrijgbaar. Vooral voor het bedekken van lelijke muren zijn het gemakkelijke planten.
Er is veel discussie geweest over de vraag of klimopsoorten de bomen waar ze omheen groeien schade toebrengen. De consensus in Europa is dat de bomen er niet sterk onder lijden, wel is er enige concurrentie om voedsel en water. Ook lopen de bomen een wat grotere kans op stormschade.
In Noord-Amerika zijn soorten ingevoerd waardoor ze soms inheemse planten verdringen. Omdat de schimmels, insecten en andere plagen die Hedera helix in Europa in toom houden daar grotendeels ontbreken, brengt het de bomen aldaar wel schade toe.
Hetzelfde geldt voor muren. Een goed gecemente muur zal door klimop niet aangetast worden, terwijl de klimopbladeren het cement tegen regen beschermen. Een muur met voegen en barsten geeft de wortels echter houvast, waardoor het cement juist sneller zal afbreken.
-
Hedera helix-bladeren
-
Hedera helix-bessen
-
Hedera colchica-bloemen
-
Hedera colchica-gebladerte
-
Tempelherrenhaus te Weimar