Leer jezelf ecologisch tuinieren/Plantkunde/Zaad

Ecologisch tuinieren

Inleiding
De tuinkalender
Register
Wat zijn planten
Algemene begrippen
Sorteringslijsten
Grondbewerking
Plantkunde
Vermeerderen
Plantenfamilies
Geslachten
Soorten
Plantenziekten
Problemen
Het dierenleven
De moestuin
De kruidentuin
De boomgaard
De siertuin
De speeltuin
Meer plantkunde:
Anatomie
Cel
Parenchym
Collenchym
Sklerenchym
Meristeem
Zaad
Kiem
Wortel
Stengel
Tak
Knop
Blad
Bladmoes
Bladvorm
Groenblijvend
Bloeiwijze
Bloem
Vruchtbeginsel
Vrucht
Pronkboonzaad met pluimpje (opengesneden)

Algemeen bewerken

 
Pronkboon
 
Lengtedoorsnede van een maïskorrel

Een zaad is een uitgegroeid zaadbeginsel uit het vruchtbeginsel. Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien, omdat deze bestaat uit een kiempje en uit voedsel voor het kiempje. Het kiempje bestaat uit:

  • een pluimpje dat gevormd wordt door een stengeltje en opgevouwen bladeren.
  • de zaadlobben
  • een wortel.

Vaak wordt in het normale spraakgebruik gesproken van zaden, terwijl het eigenlijk vruchtjes zijn. Zo wordt bij de composietenfamilie vaak gesproken van zaden (andijviezaad, zonnebloempitten enz.), terwijl het vruchtjes zijn waarin één zaad zit.

Bij de eenzaadlobbiggen (monocotylen) zit het reservevoedsel in het endosperm (kiemwit) en wordt het pluimpje omgeven door een pluimschede (coleoptyl).

Bij de tweezaadlobbigen (dicotylen) is meestal het reservevoedsel uit het endosperm overgegaan in de beide zaadlobben (cotylen), maar bij sommige plantensoorten kan het ook nog in het endosperm zitten. Het endosperm is vaak rijk aan zetmeel (maïs), olie (koolzaadolie) en eiwitten (erwt, boon). Het zaad wordt omgeven door een meer of minder dikke zaadhuid en is afkomstig van de beide integumenten uit het vruchtbeginsel. De zaadhuid bij appel is leerachtig, maar bij braam of rode bes versteend. Verder heeft het zaad een navel (hilum), waarmee het aan de zaadlijst heeft vastgezeten en een kiemopening (poortje of micropyle)(op de foto van de pronkboon boven de navel), waardoor het worteltje van het kiempje bij de kieming naar buiten komt. Aan de andere kant van de navel (op de foto van de pronkboon onder de navel) zit de plaats waar de vaatbundel (chalaza) eindigt.

Aan sommige zaden zit een zaadmantel of zaadrok, een vlezig (fruitachtig) omhulsel of aanhangsel. Het gaat hier om een uitgroeisel van het zaad of de zaadsteel. De wetenschappelijke term is "arillus".

Natuurlijke verspreidingswijze van zaden bewerken

Zaden kunnen op een natuurlijke wijze worden verspreid door dieren, wind, water of door de mens. Ook kunnen de zaden mechanisch verspreid worden.

Wind bewerken

 
Zaad van een paardenbloem

Verspreiding door de wind wordt anemochorie genoemd, echter deze term is niet algemeen bekend. Door speciale aanhangsels aan de vrucht, het zaad of zaadvormen kan de wind het zaad verspreiden. Zo zit bijvoorbeeld aan de vrucht van de paardenbloem een soort parapluutje, het vruchtpluis of pappus. De pappus is in feite de bloemkelk en kan de vorm van pluis, een kransje van schubben of een soort kroontje aannemen Het vruchtpluis zit vast op een steeltje (het rostrum), daaronder zit de piramide en het vruchtlichaam. Dit laatste heeft ribben en bevat veelal stekels aan de bovenkant.
Ook zijn er veel soorten gevleugelde vruchten zoals bij de Hollandse linde.
Zeer fijn zaad zoals bij Tabak, Orchidee of Bremraap wordt ook door de wind verspreid.

Dieren bewerken

Verspreiding door dieren wordt zoöchorie, door de mens anthropochorie en door mieren myrmecochorie genoemd, echter ook deze termen hebben geen algemene bekendheid. Vogels dragen in belangrijke mate bij aan de verspreiding van zaden door het eten van bessen en andere soorten vruchten en door het verslepen van noten. Er zijn zelfs zaden van sommige plantensoorten die eerst door het maagdarmkanaal van een vogel gegaan moeten zijn alvorens te kunnen kiemen.

Ook zoogdieren en reptielen verspreiden zaden door het eten van bessen, het verslepen van noten of het in hun vacht meenemen van klitten of zaden. De zaden van kleefkruid hechten zich makkelijk aan veel materialen.

Doordat aan sommige zaden een mierenbroodje zit worden deze door mieren versleept.

Door de plant zelf bewerken

 
Opengesprongen vrucht van reuzenbalsemien

Verspreiding door de plant zelf wordt ook wel autochorie genoemd.

  • Mechanisch. Bij de reuzenbalsemien, Geranium en het springzaad (Impatiens) springen de zaaddozen bij aanraking zodanig open dat de zaden weggeschoten worden. Bij Vioolen, Euphorbia's springt de doosvrucht open bij droogte en worden de zaden weggeslingerd.
  • Fysiologisch
    • Druk. Bij de springkomkommer worden (bij aanraking) de zaden weggespoten.

Water bewerken

Verspreiding door water ofwel hydrochorie.

  • Nautohydrochoren. Sommige zaden kunnen makkelijk blijven drijven door luchtholten in de wand of een waterdichte wand en kunnen langs oevers tot ontkieming komen. Bij overstromingen komen de zaden verder landinwaarts terecht.
  • Ombrohydrochoren. De verspreiding gebeurt door spatwater van opvallende regendruppels.

Wateropname bewerken

Zaad kan actief en passief water opnemen. Bij sommige zaden kan door de gehele zaadhuid water opgenomen worden. Bij andere zaden zijn er speciale plekken in de zaadhuid. Soms moet de zaadhuid eerst beschadigd worden alvorens het zaad water kan opnemen. In deze fase is de wateropname passief. Met de opname van water begint de kieming en gaat het zaad als het nog kiemkrachtig is actief water opnemen.

Culinair bewerken

Sommige zaden zijn eetbaar en worden gebruikt voor het verfraaien van onder andere salades, broodjes zoals pistolets en kaiserbroodjes. Ook wordt er soms olie onttrokken van deze zaden. Enkele bekende eetbare zaden zijn:

  • Sesamzaad
  • Maanzaad

Externe links bewerken

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.