Leer jezelf ecologisch tuinieren/Salie
Salie (Salvia) is een geslacht van circa 400 soorten uit de Lipbloemenfamilie (Labiatae oftewel Lamiaceae). Het geslacht bestaat zowel uit struiken als uit kruidachtige planten. De kruidachtige planten kunnen zowel eenjarig als overblijvend zijn. De botanische naam Salvia is afgeleid van het Latijnse 'salveo' = genezen.
Het geslacht is nauw verwant aan de geslachten Perovskia en Phlomis.
- Soorten
-
Echte salie (Salvia officinalis)
-
Kranssalie (Salvia verticillata)
-
Veldsalie (Salvia pratensis)
-
Kleinbloemige salie (Salvia verbenaca)
-
Scharlei (Salvia sclarea)
- Waardplant
Dit geslacht is waardplant voor onder andere:
-
Apis mellifera (Bijen)
Salie-soorten worden door de rupsen van verschillende Lepidoptera-soorten als waardplant gebruikt. De larven van de bladmineerder Bucculatrix taeniola voeden zich uitsluitend met deze planten. De motten uit het geslacht Coleophora, Coleophora aegyptiacae en Coleophora salviella voeden zich uitsluitend met Salvia aegyptiaca.
De botanische naam Salvia geeft al aan dat planten in dit geslacht hoog werden gewaardeerd om hun geneeskrachtige werking. Een spreekwoord uit de klassieke oudheid stelt: 'Waarom zou een mens sterven als hij salvia in zijn tuin heeft?'
De klassieke Grieken gebruikten de plant voor de behandeling van tuberculose, zweren en slangenbeten. De Romeinen beschouwden de plant als een gewijd kruid, en kenden een uitgebreide ceremonie voor het plukken. Zo diende het met een speciaal mes gesneden te worden - dit mocht geen metalen mes zijn, omdat dit hiermee zou reageren. Ook diende men schone kleren te dragen en schone voeten te hebben voor men begon. Zij gebruikten het behalve als tandpasta ook omdat zij meenden dat het goed was voor de hersenen, het gevoel en het geheugen. In het Chinees keizerrijk werd dit kruid zo gewaardeerd dat Nederlandse handelaren één kist van dit kruid wisten te verhandelen tegen drie kisten Chinese theeplanten.