Leer jezelf ecologisch tuinieren/Eik

Ecologisch tuinieren

Inleiding
De tuinkalender
Register
Wat zijn planten
Algemene begrippen
Sorteringslijsten
Grondbewerking
Plantkunde
Vermeerderen
Plantenfamilies
Geslachten
Soorten
Plantenziekten
Problemen
Het dierenleven
De moestuin
De kruidentuin
De boomgaard
De siertuin
De speeltuin

Eik (Quercus) is een geslacht van loofbomen uit de napjesdragersfamilie. Tot dit geslacht behoren zowel bladverliezende als altijd groenblijvende bomen. Wanneer we in het Nederlands over de eik spreken, hebben we het vooral over de zomereik. Eikenhout wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. In het algemeen is eiken sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken.

Soorten

De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de vlaamse gaai en van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. Eekhoorns begraven voorraden eikels voor de winter. Als een eekhoorn omkomt of de voorraad niet of onvolledig aanspreekt of vergeet, is dat een ideale plaats voor de eikels om te kiemen.

Historie

De eik werd regelmatig door de voorchristelijke voorvaderen in West-Europa gebruikt als boomheiligdom. Hiervan getuigt nog de Heilige Eik van Den Hout (bij Oosterhout). Het woord eik is verwant aan het Indische igja dat verering betekent. Het woord druïde is verwant met het Keltische woord voor eik, zo was de verzamelplaats van de Galaten bekend als Drunemeton ("eikheiligdom").

Toxiciteit

Zowel de bladeren als de eikels van de eik bevatten [[w:tannine|]s. Deze tannines kunnen op zich het maagdarmstelsel irriteren. In het lichaam worden zij omgezet tot pyrogallol, een sterk bloedgif, dat hemolyse verwekt. Varkens zijn het minst gevoelig voor dit vergif en verdragen eikels goed. Paarden, schapen en runderen zijn zeer gevoelig. Herten, wilde zwijnen en eekhoorns zijn er dol op. Eikels zijn giftig voor mensen, hoewel er indianenstammen waren die zich voornamelijk met eikels voedden door ze zo te bereiden dat de tannines er grotendeels uit verwijderd werden.

Parasieten

De eikengalwesp (Cynips quercusfolii) legt op de onderkant van eikenbladeren 3 centimeter grote gele tot rode galappels. Er zijn vijftig verschillende galwespen die op de eik leven.

De bastaardsatijnvlinder legt in augustus haar eitjes op het blad bovenin de boom. De larven eten enkele weken van het groen van de eik en maken dan een gemeenschappelijk nest van spindraden in de takken. Hierin overwinteren de larven. Als de eik weer blad krijgt, vreten zij zich vol totdat ze volgroeid zijn. Dit kan een behoorlijke aanslag betekenen voor de eik. De eik overleeft dit door in juli alle slapende knoppen te laten uitkomen.

Bronnen
  • Jan van de Kam, Natuur op z'n mooist, p 50
Wikipedia
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Quercus op Wikimedia Commons
Wikipedia
Wikipedia heeft een encyclopedisch artikel over Eik
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.