Leer jezelf ecologisch tuinieren/Herfstschroeforchis

Ecologisch tuinieren

Inleiding
De tuinkalender
Register
Wat zijn planten
Algemene begrippen
Sorteringslijsten
Grondbewerking
Plantkunde
Vermeerderen
Plantenfamilies
Geslachten
Soorten
Plantenziekten
Problemen
Het dierenleven
De moestuin
De kruidentuin
De boomgaard
De siertuin
De speeltuin
1 2 3 4 5

Klik op een foto voor een vergroting. Ander gewas? Zoek in het Register.

De plant doet er vele jaren over om groot genoeg te zijn (acht jaar) om bovengrondse delen te maken, en om vervolgens te bloeien (nog eens drie jaar) en bloeit ook daarna niet elk jaar en verschijnt soms zelfs in het geheel niet boven de grond.


Alle families?
Familie: Orchideeën (Orchidaceae)
Geslacht: Schroeforchis
Soort: Spiranthes spiralis
Rode lijst. Deze in het wild voorkomende plant staat op de rode lijst in Nederland en/of België. Dat betekent dat ze kwetsbaar of (bijna) uitgestorven zijn. Zaai of plant ze en verspreid overtollig zaad.
Wortel: Ondergronds zijn er 2 tot 4 (of uitzonderlijk tot 6) eivormige of eivormig-langwerpige, naar de punt toelopende knollen van meestal 1-3 cm lang en ¾-1½ cm doorsnede, die aan de buitenkant bleekbruin, hard en glad zijn met korte transparante haren. Deze wortelknollen hebben, net als bij andere orchideeën, een aardachtige schimmelgeur, afkomstig van de wortelschimmel. Er zijn geen dikke draadvormige bijwortels, die bij veel andere orchideeën aan de voet van de stengel ontspringen.
Stengel/Tak: De stengel is meestal 7-20 (bij uitzondering in Zuid-Europa 40) cm lang, onvertakt, rechtopstaand, rolrond maar versmallend aan de top, en is grijsachtig groen van kleur. Vooral aan de bovenkant is de stengel bedekt met transparante klierharen.
Blad: Onder de bloeiaar staan 3-7 grijsachtig groene, lancetvormige, schedevormige bladeren met een toegespitste top, vliezige randen en 3-5 nerven. Soms zijn de verdorde resten van het bladrozet van het vorige jaar nog steeds zichtbaar aan de basis van de stengel. De nieuwe bladeren, die tegelijk of na de bloeistengel verschijnen, staan met 4-5 bij elkaar in een wortelrozet naast de stengel. Ze zijn 2-4 (bij uitzondering 5½) cm lang en ¾-1¾ cm breed, blauwgroen, sterk glanzend, eivormig en hebben een spitse top en doorschijnende gave randen. Ze hebben drie tot vijf aan de onderkant uitstekende nerven, en omvatten elkaar aan de voet.
Bloei:

Bloem:
Meer van dezelfde kleur?
Augustus-oktober.

Wit. De bloeiwijze is een slanke aar van 3-12 (bij uitzondering 20) cm lang, met meestal tien tot vijfentwintig (zelden zo weinig als zes of zoveel als dertig) bloemen. De bloemen zijn tweeslachtig, zestallig en tweezijdig symmetrisch, en staan in een enkele rij, meestal in een spiraal links- of rechtsom windend rond de as, of zelden allemaal naar één kant. Elke bloem staat in de oksel van een lichtgroen, lancetvormig schutblad. Dat schutblad overhuift de voet van de bloem, loopt taps toe, buigt om naar de top, heeft witte randen en verspreide klierharen aan de voet. Ze zijn meestal 9-13 mm lang en 3-5 mm breed. De bloemen zijn zeer klein (±½ cm), wit, en verspreiden overdag een geur die zou doen denken aan lelietje-van-dalen, vanille of amandelen. Buitenste bloemdekbladen zijn langwerpig-eirond, licht taps toelopend naar een stompe top, 6-7 mm lang, wit met een lichtgroene nerf, een gewimperde of zeer fijn getande rand, en aan de buitenkant met weinig klierhaartjes. De binnenste bloemdekbladeren zijn wit, langwerpig met een stompe top, hebben een nerf en hangen samen met het iets langere bovenste buitenste bloemdekblad en vormen daarmee een naar boven wegbuigende bovenlip. De onderlip is bleekgroen met een brede onregelmatige gekartelde rand van kristalachtige transparant-witte uitgroeisels, langwerpig (ongeveer 4-5 mm lang en 2½-3 mm breed), trogvormige, afgerond en zonder lobben en aan de top naar onder buigend. Zo heeft de bloem als geheel een trompetvorm. De onderlip omsluit aan de voet het zuilje, en daar bevinden zich ook twee witte, glanzende, afgeronde, nectar-afscheidende klieren, elk met een ring van papillen rond hun basis. Het zuiltje is groen. De bloem is ongespoord. De bloemen produceren in tegenstelling tot veel andere orchideeënsoorten wel nectar. De zaaddoos is 5½–7 mm lang, 2–4 (of maximaal 5) mm dik, ovaal van vorm, en gevuld met talloze minuscule en zeer lichte zaden van 0,5–0,6 bij 0,1 mm.
FAQ: Vragen en/of antwoorden over de Herfstschroeforchis?
Maan(d) Werk KK KT LT VW ZD PA RA
O
Wikipedia
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Spiranthes spiralis op Wikimedia Commons
Wikipedia
Wikipedia heeft een encyclopedisch artikel over Herfstschroeforchis


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.