Leer jezelf ecologisch tuinieren/Lipbloemenfamilie
De lipbloemenfamilie (Labiatae oftewel Lamiaceae: beide namen zijn toegestaan) omvat veel soorten. De familie dankt haar naam aan de typische vorm van de kroonbladeren, die samengegroeid zijn tot een boven- en onderlip.
Er is geen unanieme overeenstemming over de omschrijving van de familie; tegenwoordig wordt meer geslachten in deze familie ondergebracht dan vroeger. De familie omvat veelgebruikte keukenkruiden zoals tijm, munt, basilicum, wilde marjolein, salie en rozemarijn. Sommige soorten zijn struiken, maar zelden bomen of klimplanten. Een aantal soorten in de familie bevatten aromatische oliën in de bladeren.
De bladeren staan paarsgewijs tegenover elkaar, ieder paar kruislings ten opzichte van het vorige paar. De bloemen zijn bilateraal symmetrisch met vijf samengegroeide kroonblaadjes en vijf samengegroeide kelkblaadjes. De bloemen staan in schijnkransen.
Veel soorten hebben vierkantige stengels.
- Geslachten
In Nederland komen de volgende geslachten voor:
-
Andoorn (Stachys)
-
Basilicum (Ocimum)
-
Bonenkruid (Satureja)
-
Brunel (Prunella)
-
Dovenetel (Lamium)
-
Dropplant (Agastache)
-
Gamander (Teucrium)
-
Glidkruid (Scutellaria)
-
Hennepnetel (Galeopsis)
-
Kattenkruid (Nepeta)
-
Lavendel (Lavandula)
-
Marjolein (Origanum)
-
Munt (Mentha)
-
Salie (Salvia)
-
Tijm (Thymus)
-
Zenegroen (Ajuga)
- Nog niet beschreven
- Clinopodium (Steentijm)
- Haplostachys
- Hemiandra
- Marrubium
De soorten staan beschreven in de hoofdstukken over de geslachten.
- Externe links