Leer jezelf ecologisch tuinieren/Ruit

Ecologisch tuinieren

Inleiding
De tuinkalender
Register
Wat zijn planten
Algemene begrippen
Sorteringslijsten
Grondbewerking
Plantkunde
Vermeerderen
Plantenfamilies
Geslachten
Soorten
Plantenziekten
Problemen
Het dierenleven
De moestuin
De kruidentuin
De boomgaard
De siertuin
De speeltuin

Ruit (Thalictrum) is een geslacht met 120 tot 200 soorten overblijvende planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae), wereldwijd verspreid over alle gematigde gebieden.

In Europa komen ongeveer 15 soorten voor, twee ervan, de poelruit (T. flavum) en de kleine ruit (T. minus) zijn ook in België en Nederland te vinden.

De botanische naam Thalictrum is afgeleid van het oudgriekse thaliktron, een naam gegeven door de oud-Griekse arts en botanicus Pedanius Dioscorides (ca. 40-90 n.Chr.) aan een plant met gedeelde bladeren.

Thalictrums zijn overblijvende, kruidachtige planten die overwinteren met verhoute wortelstokken of -knollen. Ze dragen dubbel- tot viervoudig geveerde, gesteelde grondbladeren en verspreide, zittende stengelbladeren met drie of meer lijn-, lijnlancet-, hart-, nier- of omgekeerd eivormige bladslipjes met gave of gekartelde bladrand. Zelden is het blad ongedeeld. Soms komen steunblaadjes voor.

De bloemen zijn eindstandig of zelden okselstandig, alleenstaand of in een tot cm lange pluim, tros, tuil, scherm of schicht, al dan niet voorzien van twee tot negen in een spiraal geplaatste schutblaadjes. De bloemen zijn meestal tweeslachtig, soms éénslachtig; in het laatste geval kunnen de twee geslachten samen op één plant voorkomen (eenhuizig) of op aparte planten (tweehuizig). De bloemen zijn radiaal symmetrisch, met een zeer eenvoudig bloemdek, zonder kelkblaadjes en slechts vier tot tien kroonblaadjes. Die zijn 1 tot 18 mm lang, lancet- spatel- of niervormig, wit, groenachtig geel of paars gekleurd, en vallen snel af. Er zijn geen honingklieren. De bloem bezit tot 30 opvallende gekleurde vruchtbare meeldraden, draad- of knotsvormig, langer dan de kroonblaadjes. Er zijn tot 50 vrije vruchtbeginsels met elk een zaadknop en (meestal) een stijl.

Na de bloei vormt zich een hoofdje van gesteelde of ongesteelde, ei-, halve maan-, schijfvormige of omgekeerd eironde nootjes, al dan niet geribd, eindigend in een tot 4 mm lang recht of gekruld snaveltje.

Soorten
Nog niet beschreven
Bronnen, noten en/of referenties

Wikipedia
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Thalictrum op Wikimedia Commons
Wikipedia
Wikipedia heeft een encyclopedisch artikel over Ruit
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.