Leer jezelf ecologisch tuinieren/Ranonkelfamilie
De ranonkelfamilie (Ranunculaceae) is een plantenfamilie uit de orde Ranunculales. Het aantal soorten bedraagt wereldwijd 1300 tot 2000, waarvan de meeste in de gematigde zone op het noordelijk halfrond voorkomen. In Europa komen er circa 310 soorten voor. België kent daarvan zo'n 42 soorten. De meeste soorten zijn kruidachtig. Ook zit er een enkele liaan onder.
De bladeren zijn enkelvoudig en daarbij vaak ingesneden of handvormig samengesteld waarbij ze vaak uit drie segmenten bestaan. De buitenste segmenten zijn het breedst en het diepst ingesneden.
De familie is veelvormig. Zo is er veel variatie in de bloembouw. Daarbij kan de functie van de onderdelen van de bloem soms wisselen. De bloemen kunnen straalsgewijs symmetrisch zijn, maar er zijn ook geslachten met tweezijdig symmetrische bloemen.
De bloeiwijze en de rest van de plant lopen vaak in elkaar over. De tweezijdig symmetrisch bloemen hebben vaak een spoor. De straalsgewijs symmetrische bloemen kunnen een kelk en een kroon hebben. Er zijn ook soorten planten die dit onderscheid niet hebben en alleen bloemdekbladen hebben die wel op kroonbladen lijken. De kroonbladen hebben vaak een groefje om de nectar te markeren. Er zijn vaak veel meeldraden die soms tot een krans zijn uitgegroeid. Het aantal stampers is variabel. Het vruchtbeginsel is bovenstandig.
- Geslachten
In Nederland en/of België komen de volgende geslachten voor (wild en gekweekt):
-
Anemoon (Anemone)
-
Akelei (Aquilegia)
-
Boterbloem (Ranunculus)
-
Clematis (Clematis)
-
Dotterbloem (Caltha)
-
Monnikskap (Aconitum)
-
Nieskruid (Helleborus)
-
Nigelle (Nigella)
-
Ridderspoor (Consolida)
-
Ridderspoor (Delphinium)
-
Ruit (Thalictrum)
De soorten staan beschreven in de hoofdstukken over de geslachten.