Amerikaanse literatuur/Literatuur van minderheden

Amerikaanse literatuur

Vanaf het einde van de jaren 1980 en het begin van de jaren 1990 verwierf literatuur van minderheidsgroeperingen een vaste plaats in het Amerikaanse literaire landschap. Dit geldt voor zowel drama als proza. Zo schreef Augustus Wilson een cyclus van toneelstukken over de 20e-eeuwse ervaringen van zwarten en won met Fences in 1986 en met The Piano Lesson in 1989 de Pulitzer Prize. Andere succesrijke zwarte auteus zijn Alice Walker (The Color Purple), John Edgar Wideman (Sent for You Yesterday), en natuurlijk de meervoudig bekroonde Toni Morrison (Beloved), 1987.

Amy Tan

Aziatische Amerikanen veroverden ook hun plaats op de literaire scène. Als voortrekker kan Maxine Hong Kingston (The Woman Warrior, 1976) genoemd worden, gevolgd door onder meer Amy Tan met haar romans over het leven van Chinezen in het Amerika van na de Tweede Wereldoorlog: The Joy Luck Club, 1989, en The Kitchen God's Wife uit 1991. David Henry Hwang, een in Californië geboren zoon van Chinese immigranten, heeft zijn sporen verdiend in drama, met toneelstukken zoals FOB (1981) en M. Butterfly (1986).

Een relatief nieuwe groep die aan de literaire horizon is verschenen zijn de Spaans-Amerikaanse schrijvers, waaronder de uit Cuba afkomstige Oscar Hijuelos, auteur van The Mambo Kings Play Songs of Love (1989), de schrijver van korte verhalen Sandra Cisneros (Women Hollering Creek and Other Stories, 1991), en Rudolfo Anaya, auteur van Bless Me, Ultima (1972), waarvan 300.000 exemplaren werden verkocht, voornamelijk in het westen van de Verenigde Staten.

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.