Amerikaanse literatuur/Literatuur vanaf 1990
Rond de millenniumwisseling waren er in de Verenigde Staten veel nieuwe schrijvers die hun ervaringen als immigrant in boekvorm vastlegden. De Indisch-Amerikaanse schrijfster Jhumpa Lahiri won de Pulitzerprijs voor de literatuur met haar in 1999 gepubliceerde verhalenbundel Interpreter of Maladies. Een van de verhalen uit deze bundel breidde ze uit tot een echte roman, The Namesake, die ze in 2003 publiceerde. In 2007 werd deze roman verfilmd. De Chinees-Amerikaanse auteur Ha Jin won in 1999 de National Book Award en in 2000 de PEN/Faulkner Award voor zijn tweede roman, Waiting. In 2005 won hij deze laatste prijs opnieuw voor War Trash.
Andere bekende Amerikaanse schrijvers van rond de eeuwwisseling zijn David Foster Wallace die Infinite Jest schreef, een toekomstroman die in 2009 door Time een van de belangrijkste van de 20e eeuw werd genoemd; Michael Chabon die in 2000 The Amazing Adventures of Kavalier & Clay schreef, dat in 2001 de Pulitzerprijs voor literatuur won; Jonathan Franzen die in 2001 naam maakte met The Corrections en in 2010 veel lof oogstte met Freedom; en Marilynne Robinson die in 2004 Gilead schreef, een familieverhaal over religie dat zich tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog afspeelt.
Behalve de reeds genoemde hedendaagse publicaties sinds 1990 vermeldt de Norton Anthology of American Literature online nog een aantal schrijvers van hoofdzakelijk gedichten en korte verhalen: Robert Pinsky's gedichtenbundel The Want Bone (1990), Sandra Cisneros' collectie korte verhalen Woman Hollering Creek en Almost Browne van de inheemse Amerikaan Gerald Vizenor (beide uit 1991), Ripples on the Surface van de ecologisch geëngageerde dichter Gary Snyder en A.R. Ammons met Garbage (1993), Cathy Song met haar gedichtenbundel Lost Sister (1994), Jorie Graham met zijn gedichten The Dream of the Unified Field (1995), W.S. Merwin met zijn poëziebundel Lament for the Makers en Sherman Alexies gedicht The Exaggeration of Despair (1996), Julia Alvarez' roman ¡Yo! en Fanny Howes gedichtencyclus One Crossed Out (1997), Billy Collins met zijn gedicht I Chop Some Parsley While Listening to Art Blakey’s Version of ‘Three Blind Mice (1998), Jhumpa Lahiri met haar korte verhaal Sexy en Charles Simic met zijn gedicht Arriving Celebrities (1999), Charles Wright met North American Bear en Lucille Cliftons gedicht Moonchild (2000), Alberto Ríos met het gedicht Refugio’s Hair (2002), Sherman Alexie met het korte verhaal Do Not Go Gentle (2003), Louise Glück met het gedicht October (2004), en Richard Powers met het korte verhaal The Seventh Event (2005).
Onder de jongere talenten die begin 21e eeuw tot bloei kwamen zit bijvoorbeeld Colum McCann (geboren in 1965) die in 2009 de National Book Award voor fictie won met Let the Great World Spin. Zijn werk is gepubliceerd in 35 talen. Jesmyn Ward (geboren in 1977) won in 2011 de National Book Award voor fictie en in 2012 de Alex Award met haar tweede roman, Salvage the Bones. Terrance Hayes (geboren in 1971) publiceerde tot hiertoe vier dichtbundels en won met Lighthead in 2010 de National Book Award voor poëzie.
Van alle drama's in reactie op de terroristische aanslagen van 9/11 en de nasleep ervan, had tot dusver The Guys (2001) van Anne Nelson (geboren in 1969) het meeste succes. Nelson schreef het in slechts negen dagen en het werd ook meteen opgevoerd als een lezing op het toneel.