Duits/Grammatica/Werkwoorden/Lijdende vorm
<<Werkwoorden - Haben, sein en werden - Klankwissel tegenwoordige tijd - Regelmatig (zwak) tegenwoordige tijd - Voltooid deelwoord - Modale ww - Scheidbare ww - Lijdende vorm - Konjunktiv>>
De lijdende vorm wordt in het Duits Passiv genoemd en is het tegenovergestelde van de actieve vorm (Aktiv).
Lijdende vorm
bewerkenIn tegenstelling tot het Nederlands, gebruikt het Duits in de voltooide tijd het hulpwerkwoord worden.
Tijd Nederlands | Tijd Duits | Voorbeeld Nederlands | Voorbeeld Duits |
---|---|---|---|
Onvoltooid tegenwoordige tijd | Präsens | Het huis wordt gebouwd. | Das Haus wird gebaut. |
Onvoltooid verleden tijd | Präteritum | Het huis werd gebouwd. | Das Haus wurde gebaut. |
Voltooid tegenwoordige tijd | Perfekt | Het huis is gebouwd. | Das Haus ist gebaut worden. |
Voltooid verleden tijd | Plusquamperfekt | Het huis was gebouwd. | Das Haus war gebaut worden. |
De zinnen hebben de volgende betekenis:
- Präsens: Het huis wordt op dit moment door iemand gebouwd.
- Präteritum: In het verleden waren ze bezig om het huis te bouwen.
- Perfekt: Het huis is door iemand gebouwd en is nu af.
- Plusquamperfekt: Op een bepaald tijdstip in het verleden was het huis af.
Lijdende vorm met modale werkwoorden
bewerkenTijd Nederlands | Tijd Duits | Voorbeeld Nederlands | Voorbeeld Duits |
---|---|---|---|
Onvoltooid tegenwoordige tijd | Präsens | Het huis moet gebouwd worden. | Das Haus muss gebaut werden. |
Onvoltooid verleden tijd | Präteritum | Het huis moest gebouwd worden. | Das Haus musste gebaut werden. |
Voltooid tegenwoordige tijd | Perfekt | Het huis heeft gebouwd moeten worden. | Das Haus hat gebaut werden müssen. |
Voltooid verleden tijd | Plusquamperfekt | Het huis had gebouwd moeten worden. | Das Haus hatte gebaut werden müssen. |