Engels/Grammatica/Werkwoord/Vervoeging en werkwoordstijden
Wat zijn tenses?
bewerkenTense is het Engelse woord voor de tempus ofwel werkwoordstijd. We gebruiken tenses om aan te geven wanneer iets plaats vindt (present), vond (past) of zal vinden (future). Door de vrij grote hoeveelheid verschillende tenses in het Engels (10 in de actieve vorm en 10 in de passieve vorm) zijn deze redelijk ingewikkeld.
Hoe worden de tenses gevormd?
bewerkenOm de tenses te vormen, gebruikt het Engels vijf basisvormen:
- infinitive
- ing-vorm of gerund
- s-vorm
- past
- past participle
Overzicht
bewerkenTenses | |||
---|---|---|---|
Time | Tense | Form | Example |
Future | Future Simple | will + infinitive | I will walk. |
Future Continuous | will be + ing-form | I will be walking. | |
Other future forms (see overview) |
be + ing-form (=present continuous) be going to + infinitive |
I am walking. I am going to walk. | |
Present (now) |
Present Simple |
affirmative: conjugation | I walk. |
negative: don't/doesn't + infinitive | I don't walk. | ||
question: do/does + infinitive | Do you walk? | ||
Present Continuous |
to be + ing-form | I am walking. | |
Present Perfect (up to now) |
Present Perfect Simple |
have/has + past participle | I have walked. |
Present Perfect Continuous |
have/has been + ing-form | I have been walking. | |
Past (now) |
Past Simple |
affirmative: past form | I walked. |
negative: didn't + infinitive | I didn't walk. | ||
question: did + infinitive | Did I walk? | ||
Past Continuous |
was/were + ing-form | I was walking. | |
Past Perfect (earlier past) |
Past Perfect Simple |
had + past participle | I had walked. |
Past Perfect Continuous |
had been + ing-form | I had been walking. |
Wanneer welke tense gebruiken?
bewerkenDe naam van een tense is opgebouwd uit:
- de tijdsperiode (time) waarin alles zich afspeelt:
- Future tense (toekomst)
- Present tense (heden)
- Present perfect (tot nu toe) - deze tense zorgt bij Nederlandstaligen voor de meeste verwarring.
- Past tense (verleden)
- Past perfect tense (vroeger verleden)
- De functie: het Engels maakt een onderscheid tussen simple en continuous:
- De simple tense drukt feiten of gewoontes uit (statisch, constant)
- De continuous tense drukt een aan de gang zijnde actie uit of legt de nadruk op het tijdelijke aspect.
Simple present
bewerkenEen voorbeeld met het werkwoord (to) let in de onvoltooid tegenwoordige tijd (Engels: simple present tense):
- I let: Ik laat
- You let: Jij laat
- He/she/it lets: Hij/zij/het laat
- We let: Wij laten
- You let: Jullie laten
- They let: Zij laten
Een ander voorbeeld met to live (infinitief: leven)
- I live (Ik leef)
- You live (Jij leeft)
- He/She/It lives (Hij/Zij/Het leeft)
- We live (Wij leven)
- You live (Jullie leven)
- They live (Zij leven)
Bij he, she en it (ofwel de derde persoon enkelvoud) komt er altijd -s achter de werkwoordsstam. [1] Na een sisklank is de uitgang -es:
- He always misses = hij mist altijd
- She never cycles = zij fietst nooit
Je gebruikt de Present Simple om aan te geven dat iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt. Of het op dit moment gebeurt is daarbij doorgaans niet van belang:
- I always cycle = Ik fiets altijd
- We never look = We kijken nooit
De bijwoorden always en never geven regelmaat in de zin aan.
Een uitzondering hierop is als er rechtstreeks verslag van een gebeurtenis wordt gedaan, bijv. in een nieuwsbericht: The Minister steps forward and bows to the Ambassador ("de minister stapt naar voren en buigt voor de ambassadeur").[2]. Volgens de regels zou je hier eigenlijk de Continuous verwachten.
Simple past
bewerkenDe onvoltooid verleden tijd (Engels: simple past tense) wordt in de meeste gevallen gevormd door -ed achter de werkwoordsstam te plaatsen als deze op een medeklinker eindigt en -d als de stam zelf reeds eindigt op -e:
- We never looked = We keken nooit
- I always cycled = Ik fietste altijd
Een klein deel van de werkwoorden (wel de meest voorkomende) heeft een onregelmatige past tense, waarbij vaak klinkerwisseling (ablaut) in de stam optreedt. Soms eindigt de vorm op -t (slept, dreamt) of zijn er andere onregelmatigheden, zoals bij to be. Zie hiervoor de module Onregelmatig.[3]
Present/past perfect
bewerkenDe present/past perfect tense wordt standaard gevormd met het hulpwerkwoord to have. [4] Het voltooid deelwoord heeft bij regelmatige werkwoorden dezelfde vorm als de onvoltooid verleden tijd (have lived, etc.). Bij onregelmatige werkwoorden is het voltooid deelwoord soms gelijk aan de past tense en soms heeft het een geheel eigen vorm op -(e)n. Zie hier voor een nader overzicht.
Dit is een tempus die min of meer overeenkomt met de voltooid tegenwoordige/verleden tijd in het Nederlands. Toch zijn er qua gebruik wel enkele belangrijke verschillen tussen het Engels en het Nederlands. In het algemeen wordt de present perfect gebruikt om een direct verband tussen het verleden en het heden (d.w.z. het moment van spreken) te leggen. Hierbij treden allerlei betekenisnuances op:
- Benadrukken dat terwijl de beschreven gebeurtenis tot het verleden behoort, de gevolgen ervan van groot belang zijn voor het heden:
- I cannot go on holiday because I have broken my leg. - Ik kan niet op vakantie gaan omdat ik mijn been heb gebroken.
- Het aspect van het voltooid-zijn te benadrukken:
- At last I had finished. - Ik had het eindelijk afgemaakt.
- Soms kan in een zin zowel de past tense als de present perfect tense worden gebruikt, terwijl er verschil is in betekenis:
- I have done enough to pass the exam. - Ik heb genoeg gedaan om voor het examen te slagen (terwijl ik het examen zelf nog moet doen), versus:
- I did enough to pass the exam. - Ik had genoeg gedaan om voor het examen te slagen (en heb het examen inmiddels gedaan).
- In nieuwsverslagen, om te benadrukken dat iets net is gebeurd op het moment van berichtgeving:
- At that time, both towers had just collapsed. - De beide torens waren op dat moment net ingestort.
- Om te benadrukken dat de genoemde handeling of toestand in het verleden begon en op het moment van spreken nog steeds voortduurt:
- I have lived in London for five years now. - Ik woon nu vijf jaar in Londen.
- Volgens de formele grammatica is het gebruik van de present perfect nooit toegestaan wanneer er een bepaling van verleden tijd in de zin staat:
- I lived in London for five years. - Ik heb (vroeger) vijf jaar in Londen gewoond.
Continuous
bewerkenJe gebruikt de Present/Past Continuous vooral om iets te noemen dat op het moment van spreken aan de gang is. Deze constructie is de Engelse equivalent van "aan het... zijn" in het Nederlands.
De vaste volgorde is: eerst het persoonlijk voornaamwoord, dan de bijbehorende vorm van to be en ten slotte het zelfstandig werkwoord + -ing.
Voorbeelden met het werkwoord to play:
- I am playing = Ik speel/ ben aan het spelen
- (S)he is playing = Zij/hij speelt/ is aan het spelen
- You are playing = Jij speelt/ bent aan het spelen
- You/We/They are playing = Jullie/wij/zij spelen/ zijn aan het spelen
- I was playing = Ik speelde/ was aan het spelen
- (S)he was playing = Zij/hij speelde/ was aan het spelen
- You were playing = Jij speelde/ was aan het spelen
- You/We/They were playing = Jullie/wij/zij speelden/ waren aan het spelen
In de voltooide vorm wordt gewoon de betreffende vorm van to be gebruikt: I have/had been playing, You have/had been playing, enz. Verder gelden voor het gebruik van de voltooide tijd de normale regels (zie boven).
De continuous heeft daarnaast de specifieke functie om een zekere ergernis uit te drukken: You are always doing that.
- ↑ Een, wat minder netjes, ezelsbruggetje om dit te onthouden is de shitregel: She He IT.
- ↑ Ernest Bywater, Finding Home, 2014
- ↑ Bij beschrijvingen van de Engelse grammatica worden de termen sterk en zwak werkwoord doorgaans gemeden.
- ↑ Alleen in archaïsch Engels komen nog uitdrukkingen als Winter is come voor.