Engels/Grammatica/Zinsbouw en woordvolgorde
Inversie
bewerkenHoofdregels
bewerkenBij eenvoudige zinnen van slechts enkele woorden is de zinsbouw in het algemeen hetzelfde als in het Nederlands:
A cat is an animal.
Een kat is een dier.
You are Sophie.
Jij bent Sophie.
Lijdend voorwerp
bewerkenWaarin er in de zin een voltooide tijd (perfect tense) staat, komt het lijdend voorwerp, anders dan in het Nederlands, pas na het voltooid deelwoord:
- You have told me a lie (Je hebt me een leugen verteld). (Werkwoordelijke gezegdes in het Engels en Nederlands onderstreept).
Inversie
bewerkenNet als veel andere talen - waaronder ook het Nederlands - kent het Engels inversie (d.w.z. omkering van het onderwerp en de persoonsvorm) in normale vragende zinnen:
- Am I right?
Hetzelfde geldt voor zinnen die worden ingeleid door een vragend voornaamwoord:
- How are you?
- Where have you been?
Anders dan in het Nederlands (en Duits) vindt in het Engels normaal gesproken géén inversie plaats als het onderwerp en de persoonsvorm worden voorafgegaan door nog een ander zinsdeel:
- In that year we had... (vgl. de Nederlandse vertaling: "In dat jaar hadden wij...")
Uitzonderingen
bewerkenEr zijn echter uitzonderingen. In formeel en literair Engels vindt in de volgende gevallen toch inversie na een zinsdeel plaats:
- Na een bijwoordelijke bepaling met no of not:
- Under no circumstances did he deserve to die.
- Not until the Conquest did the ideas of the Normans begin to expand themselves.
- Na een beperkend bijwoord:
- Hardly had I arrived, when...
- Seldom have I seen...
- Oh! Never was death so quick! (The Ballad of William Bloat, Raymond Calvert)
- Na een plaatsbepaling en wanneer de persoonsvorm een intransitief werkwoord is:
- Under a tree was lying a man.
- On the grass sat a frog.