Engels/Praktische toepassingen
< Engels
Praktische toepassingen Bewerken
Jezelf voorstellen Bewerken
Hallo, wie ben jij?
Hello, who are you? I am, en zeg dan je naam. Bijvoorbeeld I am Maria. okml
Je woonplaats Bewerken
Waar woon je?
Where do you live?
Als je wilt zeggen waar je woont, zeg je I live in.. (Musselkanaal)
Je leeftijd Bewerken
your age
Hoe oud ben je?
How old are you?
Ik ben 15 jaar oud.
I'm fifteen years old.
Je hobby's Bewerken
your hobbies
Wat zijn je hobby's?
What are your hobbies?
heb je meer hobby's?
zeg dan my hobbies are .....
heb je maar een hobby?
zeg dan my hobby is .....