Heraclitus over de natuur/De verdiensten van de gesneuvelden
- Een voorbeeld van de werkzaamheid van het goddelijke attribuut van de bliksem is het volgende:
(grc) « ἀρηιφάτους γάρ θεοὶ τιμῶσι καὶ ἄνθρωποι. »
|
(nl) « Want op het slagveld gevallenen worden door goden en mensen geëerd. »
|
(Heraclitus, fragment DK 22 B 24.)
|
Commentaar
bewerkenConstructieve bijdragen voor de staat
bewerkenHier wordt duidelijk dat de leidende bliksem een fatale werking kan hebben. Want hij laat soldaten met geweld sneuvelen in de strijd, en toch behalen deze soldaten voordeel. Want zij worden door goden en mensen geprezen vanwege hun constructieve bijdragen voor de polis en de kosmische staatsordening, omdat de oorlog, waaraan zij deel hebben, de verwekker van alle dingen is. Zij worden door de goden geprezen doordat zij heroën worden en dus een goddelijke status krijgen. Vandaar dat de Efeziër zei dat de oorlog goden voortbrengt. Niet alleen al aanwezige goden, maar ook de mensen prijzen hen die vallen in de strijd, omdat zij de polis hebben verdedigd tegen vijandige invloeden. Het fragment hierover behoort evenals de hierboven besproken uitspraken in het kader van de politieke filosofie van de Efeziër worden geplaatst.
Doxografisch commentaar
bewerkenDe bescherming van de polis
bewerken- De argumentatie van de Heraclitische uitspraak die THEODORETUS, Graecarum affectionum curatio VIII, 39 geeft, is afdoende genoeg, want zij die sterven in veldslagen beschermen de polis: τοιγάρτοι οὗτοί γέ εἰσιν ἀτεχνῶς πρόμοι ἀνθρώπων καὶ πρόμαχοι καὶ ἐπίκουροι καὶ τῶν κακῶν ἀποτρόπαιοι, τὰς ὑπὸ τῶν δαιμόνων ἐπιφερομένας ἀποδιοπομπούμενοι βλάβας. ὁ δέ γε Ἡράκλειτος καὶ τοὺς ἐν τοῖς πολέμοις ἀναιρεθέντας πάσης ἀξίους ὑπολαμβάνει τιμῆς• “ἀρηϊφάτους γάρ, φησιν, οἱ θεοὶ τιμῶσι καὶ ἄνθρωποι.” “Welnu dan: zij zijn dus, zonder overdrijving, voorvechters van de mensen en verdedigers en dienaren en afweerders van het kwaad, die onder leiding van de daimonen de verdrijvers zijn van onheil. Heraclitus keurt aldus ook allen in de oorlogen goed die eer verdienen: “Want op het slagveld gevallenen, zegt hij, worden door de goden en mensen geëerd.””
- Hetzelfde vinden wij bij CLEMENS VAN ALEXANDRIË, Stromata, IV, 16, 1, die de uitspraak echter in een christelijke context plaatst die hier niet wordt bijgeleverd: εἶτα Ἡράκλειτος μέν φησιν “ἀρηιφάτους θεοὶ τιμῶσι καὶ ἄνθρωποι.” “Daarop zegt Heraclitus: “op het slagveld gevallenen worden door goden en mensen geëerd. ””
Eerbetuigingen voor goden en mensen
bewerkenWat in het GNOMOLOGIUM VATICANUM 743, Nr. 312, p. 249 Sternbach aan Heraclitus wordt toegeschreven, is hier enigszins aan verwant, maar is in werkelijkheid niet van de Efeziër of berust op een verkeerde lezing: τιμαὶ θεοὺς καὶ ἀνθρώπους καταδουλοῦνται. “Eerbetuigingen onderwerpen goden en mensen.” Want het woord καταδουλοῦνται is niet in overeenstemming met de woordenschat dat de Efeziër gebruikte en tot zijn beschikking had. Het is echter wel mogelijk dat Heraclitus gesproken had over eer die zowel goden als mensen hebben ontvangen en daarbij de overeenkomsten en de verschillen tussen de door de goden en de mensen ontvangen eer liet zien.