Kunstgeschiedenis/Inleiding & inhoud
Het onderwerp van dit boek
bewerkenOnder kunst vallen veel vormen van creativiteit, maar bij behandelingen van kunstgeschiedenis is het gebruikelijk dat de nadruk valt op het visuele, dus de beeldende kunst. In dit wikibook volgen wij deze traditie. Beeldende kunst is de verzamelnaam voor de visueel creatieve kunsten die traditioneel de kunstgenres architectuur (eveneens tot de 'toegepaste kunsten' gerekend), beeldhouwkunst, schilderen, tekenen, grafiek en fotografie omvatten, evenals handwerk. De beeldende kunst wordt onderscheiden van de podiumkunsten (zoals theater-, dans- en filmkunst), literatuur en muziek. Kunstwerken die onder de noemer beeldende of visuele kunst vallen, bestaan en functioneren binnen een fysiek-ruimtelijke structuur die rechtstreeks door de waarnemer kan worden beleefd.
Wat is kunst?
bewerkenVeel theoretici, met name binnen de filosofie van de kunst (esthetica), hebben geprobeerd om deze vraag te beantwoorden. Ook al komen ze vaak tot heel verschillende antwoorden, toch zijn ze het meestal onderling eens dat het bij kunst gaat om een door de mens gemaakt product (een 'artefact'), in tegenstelling tot een 'natuurlijk' product. Een prachtig stuk drijfhout is dus pas kunst als het door menselijke handen tot kunst is gemaakt. Overigens werd zelfs dit onderscheid in de 20e eeuw door moderne kunstenaars aangevochten met de objets trouvés. Het idee is dat wanneer de kunstenaar oordeelt dat het gevonden object een bepaalde esthetische kwaliteit heeft, het kan worden tentoongesteld ter waardering door anderen, waardoor het de status van een kunstvoorwerp krijgt. In plaats van een strakke definitie van kunst na te streven, bestuderen kunsthistorici eerder de productie en receptie van kunstwerken en de wisselende kunstopvattingen in verschillende culturen en tijden.
Een nooit eindigend verhaal
bewerkenHet maken van kunstvoorwerpen is een activiteit die de mens van andere dieren onderscheidt. Al in de prehistorie creëerde de mens prachtige voorwerpen die niet uitsluitend een praktisch nut leken te hebben, maar bijvoorbeeld ook een esthetische of magisch-religieuze functie konden vervullen. Onze moderne westerse opvatting van kunst als een individuele expressie is vrij recent, evenals de status die de kunstenaar tegenwoordig heeft als een vormgever van ideeën en chroniqueur van de tijdgeest. Een middeleeuws schilder bijvoorbeeld werkte in een schildersgilde en werd als ambachtsman beschouwd. Dit bleef zo tot aan de renaissance, toen humanisten als Leon Battista Alberti kunst een filosofische basis gaven. In de periode van de 19e-eeuwse romantiek werd de expressie van de individuele kunstenaar van nog groter belang, en die opvatting beheerst tot op de dag van vandaag onze visie op kunst en de kunstenaar. Het beschrijven van die verschillende opvattingen over kunst en de functies die kunst doorheen de eeuwen had is onderwerp van dit boek. Geen kunst zonder kunstenaars natuurlijk. Van anonieme grotschilder tot Karel Appel en verder spelen zij de hoofdrollen in dit boeiende, nooit eindigende verhaal.
Wat is kunstgeschiedenis?
Kunstgeschiedenis is het verhaal van de evolutie van kunstopvattingen doorheen de tijd. Hierbij wordt kunst typisch begrepen als elke activiteit of product, door mensen uitgevoerd voor esthetische of communicatieve doeleinden, waardoor ideeën, emoties of, in het algemeen, een visie op de wereld worden uitgedrukt. De geschiedschrijving van kunst als academische discipline is in het Westen meestal beperkt tot de zogenaamde visuele of beeldende kunsten (voornamelijk schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur), terwijl andere kunsten meer het specifiek studieobject vormen van andere duidelijk afgebakende disciplines, zoals literatuurgeschiedenis of muziekgeschiedenis. Samen met andere disciplines die onder meer wetenschap, filosofie en religie bestuderen, maken ze deel uit van de zogenaamde cultuurgeschiedenis. Enkele kennisgebieden die nauw verwant zijn met kunstgeschiedenis zijn esthetiek en kunsttheorie. De geschiedschrijving van kunst is een multidisciplinaire wetenschap, die een objectief onderzoek van kunst door de geschiedenis nastreeft, culturen classificeert, periodiseringen vaststelt en hun onderscheidende kenmerken en invloeden analyseert. De studie van de kunstgeschiedenis werd aanvankelijk ontwikkeld tijdens de renaissance, en beperkte zich tot de artistieke productie van de westerse beschaving. In de loop van de tijd ontstond echter een bredere visie op de artistieke geschiedenis, waarbij werd gestreefd naar een globale beschrijving van de kunst van alle beschavingen. Hierbij wilde men bij analyse rekening houden met de eigen culturele waarden (cultureel relativisme) van de artistieke productie die buiten de westerse kunst was ontstaan. In de 20e eeuw zijn openbare en particuliere instellingen, stichtingen, musea en galerijen toegenomen. Zij leggen zich toe op de analyse en catalogisering van kunstwerken, en bereiken ook een groot publiek. De opkomst van de moderne media sinds de 20e eeuw is essentieel geweest voor een betere studie en verspreiding van kunst. Internationale evenementen en tentoonstellingen zoals de biënnales van Venetië en São Paulo of de Documenta van Kassel zijn belangrijke kanalen om nieuwe stijlen en trends te promoten. Instellingen zoals UNESCO helpen ook om de belangrijkste artistieke monumenten van de wereld te behouden. (Bron: Jules Grandgagnage, 'Kunstgeschiedenis' in ENSIE, met toestemming van de auteur) |