Westerse astrologie/Andere duidingselementen
In de westerse traditie zijn de belangrijkste elementen bij het interpreteren van een horoscoop de volgende:
- de positie van de planeten in de verschillende tekens; bijvoorbeeld: Zon in Waterman, Maan in Steenbok, Mercurius in Weegschaal enz.
- de positie van de planeten in de huizen; bijvoorbeeld Zon in het 4de huis, Maan in het 3de huis, Mercurius in het 12de huis
- de positie van de 'hoeken' van de horoscoop, dus de horizonlijn met Ascendant en Descendant, en de verticale lijn met Midhemel (MC) en Imum Coeli (IC), die respectievelijk overeenkomen met het begin van het 1ste huis (Asc), 7de huis (Desc), 10de huis (MC) en 4de huis (IC).
- de hoeken die de planeten met elkaar maken, aspecten genoemd; bijvoorbeeld Mars opposiet Mercurius, Maan vierkant Saturnus, Zon driehoek Neptunus.
- de positie van berekende astronomische punten punten zoals midpunten, de maansknopen, het gelukspunt en andere zogenaamde Arabische punten.
- (soms): de positie van een aantal vaste sterren, waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen 'gunstige' en 'ongunstige' sterren.
- (soms): Met gebruikmaking van hypothetische planeten zoals in de school van Ram en de Uranische astrologie.
Vaak begint de astroloog bij zijn analyse van de horoscoop met het zich vormen van een soort totaalbeeld, op basis van de kracht van de elementen en de kruizen. De kruizen zijn gebaseerd op een driedeling van de horoscoop: er zijn 4 hoofdtekens, 4 vaste tekens en 4 beweeglijke tekens. Dit geeft informatie over de manier dat de geborene zich in het algemeen opstelt en de dingen aanpakt. De elementen (vuur, aarde, lucht en water) zijn gebaseerd op een vierdeling van de horoscoop: er zijn 3 vuurtekens, 3 aardetekens, 3 luchttekens en 3 watertekens. Door het 'tellen' van het aantal persoonlijke planeten in elk teken en na te gaan welk element het sterkst is vertegenwoordigd, verkrijgt de astroloog informatie over het basistemperament van de geborene: